Smurfen, seks met robots en nanostoelen in een petrischaaltje: het is allemaal te zien en vooral mee te maken tijdens het Eindhovense STRP-Festival.
Wie een voet op het Strijp-S industrieterrein zet, stapt in een wereld waar technologie en kunst hand in hand gaan. Voor het oude Klokgebouw staat een paviljoen gehuld in een zee van mist. “Je ziet zelfs het einde van je arm niet meer”, zegt curator van het festival Vivian van Gaal. “Je raakt je oriëntatie helemaal kwijt. Aan ogen heb je niets meer. Lichten flikkeren en door de zware geluiden die uit de boxen komen, krijg je een onwerkelijke ervaring. Sommige mensen vinden het zelfs eng om ineens op hele andere zintuigen te moeten vertrouwen en vluchten het paviljoen uit.”
Het idee voor het STRP-Festival ontstond een aantal jaren geleden. “We wilden Eindhoven als technologiestad op de kaart zetten”, zegt Van Gaal. “En het imago van technologie verbeteren. Daarom bedachten we het STRP-festival. Technologie loopt als een rode draad door het festival, maar je hoeft geen kenner te zijn om alles te snappen. STRP onderga je vooral.”
Duffe labbrillen kunnen dus rustig worden thuisgelaten, want STRP is een spannend festival, een feest voor de zintuigen, waar niets is wat het lijkt. Zo staat er een spinachtige robot, de icHexapod, op een tafeltje. Het apparaat met de zes poten lijkt niets te doen, maar dat is slechts schijn. Wie er naar loert in de hoop te ontdekken wat het ding kan of doet, wordt scherp in het vizier genomen. Zonder het te weten verander je in een prooi. Want een paar zalen verder staat een enorm beeldscherm waarop mensen vol verwondering naar iets kijken. “De icHexapod zoekt naar gezichten in de menigte en als je er dichtbij staat, maakt het live videobeelden van je. Een paar zalen later kom je er dus pas
achter dat je zelf ook voor die spin hebt gestaan”, zegt Van Gaal grinnikend. “De meeste mensen kijken dan met een lichte blos op de wangen.”
In een andere zaal zit een mechanisch oog in de wand bevestigd dat de bezoekers nauwlettend in de gaten houdt. Een stap naar rechts en het oog beweegt meteen mee. “Het is alsof een levend wezen in de muur je in de gaten houdt. Het is een apparaat, maar toch voelt het eng, alsof je wordt achtervolgd”, zegt Van Gaal.
In de Cyborg Arena showen Lucas Maassen, voormalig student van de Design Academy en Frans Holthuysen van Philips Research, hun nanostoel. In een petrischaaltje creëerden zij een stoel op nano-niveau. Met het blote oog is de stoel onzichtbaar, maar met behulp van een elektronenmicroscoop is een voorwerp te zien dat daadwerkelijk op een stoel lijkt: het heeft vier poten, een zitvlak en een rugleuning. “Lucas Maassen kreeg labhulp van specialisten bij het maken van de nanostoel”, zegt Van Gaal. “Een specialist vindt de stoel compleet belachelijk. ‘Niemand heeft er iets aan. Het is geen kunst en geen wetenschap!’, riep hij.
Dat levert dus een heftige discussie op in de Cyborg Arena.”
Ook de Amerikaanse wetenschapper David Levy heeft een pittige discussie met de deelnemers in de Cyborg Arena in petto. Hij wil het liefst een heftige, vergaande relatie met robots opbouwen. “En die relatie gaat heel ver, tot liefde en seks aan toe”, zegt Van Gaal. “Levy vindt ook dat je als onaantrekkelijk mens een robot best zo mag programmeren dat hij je wel heel mooi vindt.”
De Zwitserse kunstenaar Yann Marussich gaat nog een stapje verder door zijn eigen lichaam tot laboratorium te maken. Tijdens zijn optreden zit hij in een glazen kooi en spuit zijn aderen vol met een blauwe vloeistof. “Als hij begint te zweten, verkleurt hij langzaam”, zegt Van Gaal. “Het is dan of zijn binnenkant naar buiten komt. Hij ziet eruit als een bizarre smurf.”
STRP-Festival, 2-13 april, Klokgebouw Eindhoven. www.strp.nl
Vier op de vijf studenten zouden de colleges graag achteraf online kunnen inhalen. Dat blijkt volgens de website Insidehighered.com uit een onderzoek van de University of Wisconsin-Madison. Die vroeg meer dan zevenduizend van haar studenten naar hun mening over online colleges. Een groot deel had al eens colleges gevolgd die achteraf konden worden teruggezien. Met een overweldigende 93 procent wezen de studenten op het inhalen van colleges als het grootste voordeel. De helft vond het fijn om colleges later nog eens terug te zien, ongeveer zoals veel studenten hun syllabi bewaren. En het mag wat kosten. Zes op de tien studenten wilden best extra betalen voor de service. Delftse faculteiten kunnen sinds september 2007 colleges laten filmen en op internet zetten (Collegerama). Vooral Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, 3mE en Civiele techniek en Geowetenschappen maken daar veel gebruik van. Inmiddels staan er zo’n kleine drieduizend colleges online. Collegerama trok al 300 duizend bezoekers in een jaar tijd. (HOP/CVU)
Comments are closed.