Campus

Sport

Veel studenten waren vorige week actief tijdens het driedaagse toernooi dat het sportcentrum organiseerde vanwege het vijftigjarige bestaan van de accommodatie.

Anderen trokken erop uit naar soms verre oorden om hun sportieve krachten te meten op bijvoorbeeld het NSK turnen, in Nijmegen. Het leverde bouwkundestudente Elke Miedema een gouden medaille op. Miedema was een van de vijf leden van de kersverse TU-turnvereniging Pegasus, die zich inschreven voor het onderdeel meerkamp. Ze boekte haar winst op niveau 3b. Haar clubgenoten vielen buiten de prijzen. In de springwedstrijd, bestaande uit de disciplines trampoline en tumbling, boekte het Pegasus-kwintet evenmin aansprekend succes.
Dat laatste gold ook voor de Delftse afvaardiging bij het GNSK in Groningen, afgelopen weekend. De TU-vertegenwoordiging eindigde als zevende in de overall-klassering over veertien verschillende sporten. Winnaar werd het organiserende Groningen. Dertien universiteitssteden schreven zich in voor het evenement.
Wel succesvol was Bart Berendsen, die met zilver uit Arnhem terugkeerde van het NK zweefvliegen. De Delftse luchtvaart- en ruimtevaartstudent deed dit in de clubklasse, waarin in oudere toestellen wordt gevlogen. Op deze elfdaagse wedstrijd kregen de deelnemers dagelijks een opdracht voor een tocht van 150 tot 500 kilometer vanaf vliegveld Terlet. “Eigenlijk hoopte ik op de eerste plaats”, aldus Berendsen. “Halverwege had ik twee heel slechte dagen, waardoor ik afzakte naar de zesde plaats. Achteraf ben ik tevreden dat ik nog tweede werd.” Studiegenoot Jelmer Wassenaar en Siem Troost (civiele techniek) eindigden als vijfde en dertiende in de combiklasse. Promovendus Diederik Joosten, van de Delftse Studenten Aeroclub, werd laatste in de clubklasse.
Nog verder weg trokken de Delftse rugbysters van SRC Thor. Zij wonnen in Parijs met overmacht het internationale studenten sevens-toernooi van Ensta ParisTech. In het gehele toernooi kregen zij slechts twee tries tegen. Het herenteam moest genoegen nemen met finalewinst in het verliezerstoernooi.
Het meest exotische sportnieuws komt uit Afrika. In Nairobi won de daar werkzame Dolf Beltz, lid van de Delftsche Schaak Club, tot zijn eigen verbazing het open schaakkampioenschap van Kenia. Een sterk bezet toernooi volgens Beltz, die in de kampioen van Oeganda en de in Kenia residerende import-Amerikaan Peter Gilruth, geduchte tegenstanders trof. Na zes gewonnen partijen in evenzovele ronden, bleven er twee achtervolgers over met vijf punten. “In de laatste ronde speelde ik bewust op remise. Achteraf bleek dat een slechte tactiek”, laat Beltz weten op de clubsite. “Ik kwam in een potremise-eindspel terecht, wat ik echter door te passief te spelen nog bijna verknalde. Uiteindelijk wist ik door een geweldige pionzet de partij binnen de remisemarge te houden en met 6.5 uit 7 het toernooi te winnen.” Door dit resultaat is Beltz in de strijd voor de selectie van het nationaal team van Kenia, dat in november de Afrikaanse kampioenschappen speelt en volgend jaar de Olympiade.

I love the New Year. The family dinner, the traditional apples with honey, the grenade apples… The expectation of first rain. Of course, I mean Rosh Ha Shana, the Jewish New Year, which we celebrated in September, when the first drops of rain usually fall in Israel and which is quite different from the European New Year. And I double so much love celebrating Rosh Ha Shana in Europe. It’s so much fun to congratulate people here with a ‘Happy New 5769!’ and see their brains go ‘abort, ignore, retry?’ Giving people pieces of apple dipped in honey and explaining that it’s eaten so that the New Year will be just as sweet – call me naïve but I think it really does bring people together. Besides, it tastes so good. The question everyone asks once I explain it’s the other New Year we’re celebrating is: ‘When did you start to count?’ The answer is actually quite obvious – when the world was created of course. To me it’s still an unanswered question whether the count started when God said ‘Let there be light’ or when God was satisfied with the job and turned to rest. But since the difference is just a week it’s negligible. This year I even went to the synagogue for the New Year’s prayers and the toast. Security is tight in synagogues across the world nowadays, so this New Year starts with a passport inspection. The attendance is low and we have to wait for the minyan, the headcount of ten adult Jewish men necessary for the prayers to be technically valid. Since I’m not a regular, I appreciate the rabbi’s announcements of the page in the prayer book every now and then. In the synagogue it’s the usual disorder, as chatting-while-praying is the one sport that could actually win Israel Olympic gold medals every four years.
Once the prayers are complete, the men and women converge in the dining room for the wine and apples. After the blessings we conclude the night with an in-depth discussion on the kosherness of the zebra and the giraffe. The saying is that you will spend the year the way you meet it. Well, I hope I won’t have to spend the next year in such disputes.

Michael Afanasyev, MSc, is from Israel

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.