Universiteiten mogen van staatssecretaris Zijlstra een hoger collegegeld vragen voor pre-masters die één jaar of langer duren. Maar volgens GroenLinks duren zulke programma’s meestal een jaar en horen die tegen het lage tarief te worden aangeboden.
Dit voorjaar trok studentenorganisatie ISO aan de bel over de plannen van de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit om de tarieven van de pre-master vanaf 2012 te verhogen naar zo’n twaalfduizend euro per jaar. Een student die na een hbo-bachelor een wo-master wil volgen, moet vrijwel altijd zo’n schakelprogramma volgen.
Financiële belemmeringen
Op kritische vragen van GroenLinks-kamerlid Jesse Klaver schrijft de staatssecretaris dat er wat hem betreft ‘grenzen zijn aan de lengte van pre-masters die tegen het wettelijk collegegeld kunnen worden gevolgd’. Zo’n schakelprogramma mag een half jaar duren, of bij hoge uitzondering een jaar. Voor een langer programma mag een hogere bijdrage worden gevraagd, vindt Zijlstra.
Hij wijst erop dat universiteiten in het algemeen ‘geen financiële belemmeringen’ voor hbo-studenten moeten opwerpen om een wo-master te gaan volgen, maar dat de werkelijke kosten wel gecompenseerd moeten worden.
Ontmoedigingsbeleid
Klaver is niet gerustgesteld. “Anders dan Zijlstra schrijft duurt het gros van de schakelprogramma’s een jaar.” Als meer universiteiten torenhoge tarieven gaan vragen, lijkt dat op ontmoedigingsbeleid, vindt hij. “Dat kan niet de bedoeling zijn. Bij het debat over de langstudeerboete heeft de staatssecretaris nog gezegd dat de hbo-wo-route niet belemmerd mag worden.”
Ook het Interstedelijk Studentenoverleg houdt haar bedenkingen. Volgens voorzitter Guy Hendricks wordt het wel erg onaantrekkelijk om als hbo-student nog een wo-master te volgen. “Ik ben blij dat Zijlstra de universiteiten erop wijst dat instellingen geen financiële belemmeringen mogen opwerpen. Maar door hoge tarieven voor een schakeljaar te accepteren, zet hij de deur daarvoor wel op een kier.” Het ISO zal de schakeltarieven daarom scherp in de gaten blijven houden.
Klaver wil ‘een toezegging van de staatssecretaris dat een schakelprogramma van een jaar de norm is en dat dit tegen een laag collegegeld kan worden gevolgd.’
Dat leert een onderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen en de Hogeschool Utrecht in opdracht van het Sociaal Fonds voor de Kennissector (SoFoKleS). Alle Nederlandse universiteiten hebben jong talent hoog op de beleidsagenda staan, blijkt uit het onderzoek. Met verschillende maatregelen – van talentscouting tot tenure tracks – werken zij aan een betere werving, selectie en begeleiding van jonge wetenschappers.
Carrièreperspectief
De onderzoekers namen in casestudies vijf faculteiten onder de loep. De TU Delft zat daar niet bij. Bij de onderzochte faculteiten stuitten de onderzoekers op hiaten. Er is volgens hen meer transparantie nodig op het gebied van carrièreperspectieven. Met name wetenschappers met een tijdelijke aanstelling dreigen tussen wal en schip te vallen. Ook richt het beleid zich niet op alle aspecten van in-, door- en uitstroom. Er blijkt onvoldoende aandacht besteed te worden aan uitstroommanagement.
Daarnaast verdient de werving en begeleiding van jonge wetenschappers extra aandacht. In deze taak kan de hoogleraar zich goed laten bijstaan door de personeelsadviseurs van zijn universiteit.
Een samenvatting van het onderzoek en het gehele rapport zijn te downloaden.
Comments are closed.