Interessant stukje in Delta van vorige week. Ik bedoel natuurlijk de ultrakorte samenvatting van een interview met onze Wubbo Ockels in NRC Handelsblad van zaterdag 14 mei jl.
Volgens Wubbo wordt de sfeer op de TU Delft gekenmerkt door drie woorden: jaloezie, trucjes en achterklap. Let wel, het gaat hier niet over de sfeer tussen de hoogleraren en de andere hooggeplaatsten in onze organisatie maar over de niveaus daaronder: ud’s, uhd’s, promovendi en de ondersteunende diensten. Nog een nuance is op zijn plaats: de drie sfeerbepalende elementen hebben betrekking op de houding van de onderliggende posities ten opzichte van de bovenliggende partijen. Wij, normale stervelingen, zijn dus jaloers op, halen trucjes uit met en zorgen voor achterklap over die mensen die in onze organisatie de dienst uitmaken.
Ik heb niet het volledige interview gelezen maar soms zeggen drie woorden meer dan driehonderd. Allereerst kun je je afvragen of Wubbo het heeft over zijn eigen vakgroep, over zijn faculteit of echt over de gehele TU Delft. Misschien zijn er wel veel hoogleraren die denken ‘Speak for yourself, Wubbo’. Daarom kan het ook een persoonlijke kwestie zijn. Als je zoals Wubbo zelf zegt, een BN’er bent, dan kan dat natuurlijk kwaad bloed zetten en jaloerse gevoelens losmaken. Mij doet dat dan weer deugd. Blijkbaar gaat op onze TU Delft kwaliteit nogal altijd boven de mate van bekendheid gemeten aan, bijvoorbeeld, het aantal keren dat je op de tv bent. Opmerkelijk trouwens dat een hoogleraar als Ockels zoveel last heeft van de ondersteuning. Op mijn faculteit zijn er weinig hoogleraren die cijfers invoeren in Osiris, zelf hun reisdeclaraties invullen en frequent allerlei examencommissievergaderingen en minorbijeenkomsten bezoeken. Maar goed, het is niet verkeerd dat ook een hoogleraar weet dat het lager geplaatste wetenschappelijk personeel vaak ook de ondersteuning moet ondersteunen.
Trucjes vind ik lastiger te plaatsen. Politieke spelletjes vinden natuurlijk overal plaats maar ik denk toch dat dit voornamelijk in de hogere contreien plaatsvindt. Niets is zo funest voor je sectie als een hoogleraar die nog nooit van Machiavelli heeft gehoord en denkt dat de budgetten voor onderzoek op democratische wijze worden verdeeld. Dan blijkt dat hard werken voor goed onderwijs en hoogwaardige publicaties financieel bitter weinig voorstellen als het management heeft zitten slapen tijdens de MT-vergadering over de ‘verdeelsleutels’.
En natuurlijk vindt er ook achterklap plaats. De echte besluitvorming in een organisatie vindt altijd op informele wijze plaats. Het inbrengen van halve waarheden en bijna-leugens is een vast onderdeel van dat proces. En daarom vraag ik mij opnieuw af of achterklap niets iets is wat voornamelijk boven op de apenrots plaatsvindt. Laat onverlet natuurlijk dat over de meeste hoogleraren smeuïge verhalen de ronde doen. Eh, sorry, dat was achterklap.
Wat te doen met de drie woorden van Wubbo? Als Ockels echt zo lijdt en nooit zal wennen aan bureaucratie, adviseer ik hem ontslag te nemen. Daarmee treed hij in de voetsporen van een andere L&R-hoogleraar die niet tegen BN’ers als hoogleraar kon. En laat het college van bestuur uitzoeken of Ockels’ sfeerbeschrijving klopt.
Patrick van der Duin is toekomstonderzoeker bij de sectie technology, strategy and entrepeneurship van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
Het Delftse bedrijf zorgt ervoor dat het houtwerk en de betimmering aan de buitenkant van de Aula straks vele tinten lichter is dan nu. “We gaan terug naar de originele kleur”, aldus Lassche. Daarmee wordt een situatie hersteld die de afgelopen twintig jaar geleidelijk is ontstaan.
Gebeitst
“Het houtwerk en de betimmering zijn in die jaren steeds dieper bruin geworden. Ik denk dat het onder mijn voorgangers elke keer iets donkerder is gebeitst”, veronderstelt Lassche. De originele kleur van het eronder zittende afzelia-hout, raakte daardoor steeds verder uit zicht. “Het verschil met binnen in de Aula, waar hetzelfde hout zit, werd daardoor heel groot.”
Lassche vindt terugkeer naar de originele kleur belangrijk, omdat het past bij de status van de Aula. “Het is een gemeentelijk monument en wordt waarschijnlijk een rijksmonument. Het is daarvoor nu nog iets te jong, maar de Aula staat al op een lijst om het te worden.” Vanwege de status van gemeentelijk monument moest Lassche voor het terugbrengen van het hout in de oude kleurstelling eerst officieel toestemming vragen aan de gemeente.
Comments are closed.