Enkele duizenden studenten moeten alsnog studiefinanciering terugbetalen omdat ze in 2008 te veel hebben bijverdiend. Staatssecretaris Zijlstra wil geen uitzondering maken.
Zo’n twintigduizend studenten kregen dit voorjaar een brief van de Dienst Uitvoering Onderwijs. Ze hadden te veel bijverdiend en moesten honderden euro’s aan studiefinanciering terugstorten. Sommigen hebben met succes bezwaar gemaakt, waardoor er uiteindelijk 18.700 terugbetalers overblijven.
Dat zijn er veel meer dan voorheen: in 2007 gingen maar 13.700 studenten over de grens. Die toename zou wel eens door de nieuwe regels voor bijverdiensten kunnen komen, vermoedde de Tweede Kamer. De regels waren namelijk veranderd, en dat was niet tot iedereen doorgedrongen. Hoeveel studenten zouden volgens de oude regels goed zitten, terwijl ze onder het nieuwe regime moeten terugbetalen?
Dat zou Zijlstra uitzoeken, beloofde hij. Het kostte “meer werk dan verwacht”, maar nu weet hij het. Voor vierduizend studenten zijn de nieuwe regels een meevaller: zij zouden vroeger de bijverdiengrens overschrijden, maar in het nieuwe systeem niet. Voor 5.100 studenten blijkt de nieuwe grens minder ruim dan voorheen: zij moeten terugbetalen.
Sinds 2008 kijkt de belastingdienst niet langer naar het netto loon, maar naar het verzamelinkomen. Dat is een subtiel verschil, waardoor een belastingtruc met loonheffingskortingen niet meer mogelijk is. Het maakt nu niet meer uit of de student de loonheffingskorting zelf bij de belastingdienst terugvraagt of dat de werkgever er al rekening mee houdt in het salaris. Meer dan de helft van de 5.100 getroffen studenten (57 procent) gaat hierdoor het schip in.
Een kwart van deze groep kon bovendien minder scholingskosten aftrekken dan voorheen, omdat dit sinds 2008 pas kan als die kosten hoger worden dan 420 euro.
Ook tellen tegenwoordig de inkomsten mee uit een belang in een vennootschap of coöperatie. Voorheen werd daar niet naar gekeken, hoe groot die inkomsten ook waren. Dit treft zestien procent van 5.100 gevallen.
Daar staat tegenover dat studenten zonder basisbeurs (maar met een ov-jaarkaart) sinds 2008 extra studiekosten kunnen aftrekken. Voor hen werd de bijverdiengrens dus ruimer.
Een deel van het probleem is dat de regels nogal hard zijn. Als studenten over de grens heen zijn gegaan, moeten ze namelijk ook hun ov-jaarkaart terugbetalen à 78 euro per maand. Wie een tientje te veel heeft verdiend, kan daardoor een naheffing van bijna duizend euro krijgen.
Staatssecretaris Zijlstra is niet van plan om hier alsnog soepeler mee om te gaan; hij gaat er deze keer niet eens op in. Diezelfde harde regels gelden ook nog voor 2009. Vanaf 2010 zijn ze afgeschaft: wie een tientje te veel verdient, hoeft alleen dat tientje terug te betalen.
En waren studenten goed voorgelicht over de verandering? Zijlstra vindt van wel. Studenten moeten immers ieder jaar opzoeken hoeveel ze mogen bijverdienen, aangezien de bijverdiengrens ieder jaar wordt geïndexeerd. Bij die informatie stond ook dat de regels waren veranderd. “De Nationale Ombudsman heeft deze communicatie als toereikend beoordeeld.”
Ombudsman Alex Brenninkmeijer schreef afgelopen mei inderdaad dat DUO genoeg informatie heeft verstrekt, al moesten studenten daar zelf naar op zoek. Wel was er sprake van “een grijs gebied”: volgens sommige studenten is hun telefonisch en per e-mail onjuiste informatie gegeven. “Dit is zeker een punt van zorg voor mij”, schreef Brenninkmeijer. Zijlstra reageert daar niet op.
Freek Lamboo (24) is vijfdejaars student life science and technology. Hij deed vier jaar over zijn bachelor en rondde zojuist het eerste half jaar van zijn master af. “Ik had op één vak na alle vakken in 3,5 jaar gehaald, maar dat laatste vak werd alleen in de tweede helft van het studiejaar gegeven. Dat heb ik dus naast mijn mastervakken gedaan. Ik heb mazzel dat ik nog net voor de harde knip zat. In mijn tweede jaar heb ik een half jaar vertraging opgelopen doordat mijn moeder ziek werd en overleed. Ik miste veel colleges en haalde hertentamens niet. Ik doe nu een bestuursjaar voor studentenvakbond VSSD, maar loop verder in principe nominaal.
Verspreid over vier jaar heb ik ook veel commissiewerk gedaan voor studievereniging Life en ik ben actief geweest bij de Europese vereniging voor ingenieursstudenten Best en was lid van windsurfvereniging Plankenkoorts.
Wat ik had gedaan als ik van tevoren van deze boete wist? Ik weet dat mijn pa een hartig woordje met mij heeft gesproken toen ik bestuurswerk wilde gaan doen. Hij betaalt mijn studie en wil niet dat ik alles moet lenen. Ik ga wel mijn master afmaken. Als ik vroeger in mijn opleiding had gezeten, zou ik overwegen om naar het buitenland te gaan. In België is het collegegeld vijfhonderd euro.”
Comments are closed.