De woonlasten van studenten zijn hoog. Delft is bijna net zo duur als Leiden, Eindhoven is goedkoper. Delftse kamerbewoners betalen 412 gulden per maand voor een kamer van achttien vierkante meter, bijna altijd zonder tuin.
Een op de vijf studenten heeft een aansluiting op Internet en vier van de vijf kunnen gebruik maken van een wasmachine in huis. Veertig procent van de studenten is niet te spreken over de woonruimte.
Die cijfers staan in een woonlastenonderzoek dat is uitgevoerd door het onderzoeksinstituut OTB. Studentenvakbond VSSD kaartte de woonsituatie van studenten vorig jaar aan bij het college van bestuur. Die liet uitzoeken hoeveel studenten uitgeven aan wonen en wat de kwaliteit van de kamers is. Dat leidde tot een vergelijk tussen Delft, Leiden en Eindhoven.
Het grootste deel van de TU-studenten woont op kamers. Nog geen drie procent heeft een zelfstandige woning. Betaalt de student in Delft 412 gulden, in Leiden is dat 434 en in Eindhoven 377 per maand. De Leidse student betaalt wel het meest, maar heeft met 19,6 vierkante meter gemiddeld ook de grootste kamer.
Omgerekend zijn de woonlasten in Eindhoven 24 gulden per vierkante meter, in Delft en Leiden 26 gulden. Maar omdat studenten in Delft en Leiden iets meer inkomsten hebben, is het ‘besteedbare inkomen’ na aftrek van woonlasten in de drie steden gelijk: tussen de 804 en 810 gulden per maand.
Veertig procent van de Delftse studenten is matig tot slecht te spreken over de woonruimte. Dan gaat het voornamelijk over studenten die huren van particulieren. Van huurders van een woning van een corporatie is driekwart tevreden.
De studentenvakbond VSSD wil het rapport in november aanbieden aan het college van bestuur. De VSSD concludeert dat de woonlasten voor studenten in Delft aanzienlijk hoger zijn dan van andere minima. De vakbond zal pleiten voor een lastenverlaging voor studenten. Als een van de maatregelen wordt goedkope studentenhuisvesting in TU-noord genoemd.
Delftse kamerbewoners betalen 412 gulden per maand voor een kamer van achttien vierkante meter, bijna altijd zonder tuin. Een op de vijf studenten heeft een aansluiting op Internet en vier van de vijf kunnen gebruik maken van een wasmachine in huis. Veertig procent van de studenten is niet te spreken over de woonruimte.
Die cijfers staan in een woonlastenonderzoek dat is uitgevoerd door het onderzoeksinstituut OTB. Studentenvakbond VSSD kaartte de woonsituatie van studenten vorig jaar aan bij het college van bestuur. Die liet uitzoeken hoeveel studenten uitgeven aan wonen en wat de kwaliteit van de kamers is. Dat leidde tot een vergelijk tussen Delft, Leiden en Eindhoven.
Het grootste deel van de TU-studenten woont op kamers. Nog geen drie procent heeft een zelfstandige woning. Betaalt de student in Delft 412 gulden, in Leiden is dat 434 en in Eindhoven 377 per maand. De Leidse student betaalt wel het meest, maar heeft met 19,6 vierkante meter gemiddeld ook de grootste kamer.
Omgerekend zijn de woonlasten in Eindhoven 24 gulden per vierkante meter, in Delft en Leiden 26 gulden. Maar omdat studenten in Delft en Leiden iets meer inkomsten hebben, is het ‘besteedbare inkomen’ na aftrek van woonlasten in de drie steden gelijk: tussen de 804 en 810 gulden per maand.
Veertig procent van de Delftse studenten is matig tot slecht te spreken over de woonruimte. Dan gaat het voornamelijk over studenten die huren van particulieren. Van huurders van een woning van een corporatie is driekwart tevreden.
De studentenvakbond VSSD wil het rapport in november aanbieden aan het college van bestuur. De VSSD concludeert dat de woonlasten voor studenten in Delft aanzienlijk hoger zijn dan van andere minima. De vakbond zal pleiten voor een lastenverlaging voor studenten. Als een van de maatregelen wordt goedkope studentenhuisvesting in TU-noord genoemd.
Comments are closed.