Organiseer een debat over het afnemende vertrouwen in de wetenschap, noem daarbij woorden als fraude en klimaatdebat, en de zaal zit vol geïnteresseerden.
Voor hen moet het een vreemde gewaarwording zijn geweest dat de drie sprekers het over één ding eens waren: het vertrouwen in de wetenschap is onverminderd groot.
Met het debat over vertrouwen in de wetenschap is iets vreemds aan de hand. Uit Europees bevolkingsonderzoek blijkt namelijk dat Nederlanders een groot vertrouwen hebben in de wetenschap en in wetenschappers. Daarbij: dag in dag uit maken we allemaal gebruik van de verworvenheden van de wetenschap. We bellen en internetten erop los, laten ons zonder tegenspraak behandelen door een arts als we ziek zijn en rijden zonder angstgevoelens over een pas opgeleverde brug.
Aan de andere kant zijn er vele voorbeelden aan te wijzen van discussies over wetenschappelijke onderwerpen waaruit een heel ander beeld opstijgt. Neem het klimaatdebat of dat over de vaccinatie tegen baarmoederhalskanker: de burger nam niet klakkeloos over wat de experts zeiden; ze trokken dat juist in twijfel en bepaalden zelf wie ze geloofden. Zodat het klimaatdebat geen zaak werd van feiten, maar van meningen en veel meisjes zich niet lieten inenten tegen het virus dat baarmoederhalskanker kan veroorzaken.
Niet vreemd dus, dat een organisatie als de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) het nodig vindt het onderwerp te agenderen. Tijdens het laatste debat, op 11 oktober in Amsterdam, mochten drie experts voor een volle zaal de degens kruisen over wat er nou aan de hand is met dat vertrouwen in de wetenschap. Alleen, voor een debat heb je wel verschillende meningen nodig en net op de meest basale vraag waren de drie het eens. Kees Schuyt, André Knottnerus en Huub Dijstelbloem hadden desondanks wel een paar ideeën over hoe de wetenschap het vertrouwen dan moet behouden.
Zo pleitte de voorzitter van het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit, Kees Schuyt, ervoor dat wetenschappers een kritisch en mondig publiek serieus moeten nemen. “Het gaat er niet om wie er spreekt, het gaat om de juistheid van argumenten.”
André Knottnerus, voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, was het daarmee eens. Zeer tegen de zin van Schuyt vergeleek hij de wetenschap met topsport: “Soms moeten wetenschappers topsport bedrijven, moeten ze op hun tenen gaan staan, om het publiek te bedienen”, vond hij.
Volgens Huub Dijstelbloem, auteur van het boek ‘Onzekerheid troef. Het betwiste gezag van de wetenschap’, vinden veel wetenschappers juist dat lastig. Ze voelen zich ongemakkelijk bij een kritisch publiek, betoogde hij. En ergens begrijpt hij ook wel waarom: “Kijk naar genetisch gemodificeerd voedsel. Mensen willen er simpelweg niet aan, terwijl het bewezen is dat het veilig is. Het debat daarover zit muurvast.”
De drie waren het erover eens dat wetenschappers in zulke brede maatschappelijke discussies niet de indruk moeten wekken het laatste woord te hebben. Knottnerus: “De bredere wegingen zijn aan het publiek, aan de democratie.” Schuyt: “Het geloof in de wetenschap moet vooral niet verabsoluteerd worden.”
Om de wetenschapper toch niet ongemerkt in de rol van orakel te dringen, telkens als er maatschappelijke onrust ontstaat over wetenschapsgerelateerde onderwerpen, zouden instanties als de KNAW en ook de universiteitsbesturen het helder moeten maken wat de rol van de wetenschap dan wel is, betoogde Dijstelbloem.
De toekomst maakt dat in zijn ogen nog noodzakelijker, omdat universiteiten steeds meer met het bedrijfsleven samenwerken. Precies op dat punt is het publieke vertrouwen op zijn kwetsbaarst, blijkt uit Europees onderzoek. Dijstelbloem: “Het is een grote taak om duidelijk te maken dat het wetenschappelijk bedrijf is veranderd, dat het bedrijfsleven daarbinnen tegenwoordig een grote rol speelt en dat dat niet erg hoeft te zijn. Zodat het niet op het bordje van individuele wetenschappers komt om in De Wereld Draait Door uit te leggen waarom ze banden hebben met het bedrijfsleven, nadat daar twijfel over is ontstaan.”
Comments are closed.