Campus

Weg uit het circus

,,Er was eens een circusdirecteur die op zoek was naar mensen om een mooi circus mee te vullen. Op een dag kwam er een mevrouw bij hem langs die wel in het circus wilde werken.

‘Ik kan een vogeltje nadoen’, zei ze. Maar de directeur vond dat niet zo bijzonder: ‘Iedereen kan toch een vogeltje nadoen?’ ,Maar ik kan echt heel erg goed een vogeltje nadoen’, riep de mevrouw. ,Nee, dat kan ik echt niet in mijn circus gebruiken, mensen willen spannende attracties, en een beetje tsjilpen kan iedereen toch?’ Terwijl hij dit zei, vloog de mevrouw door het open raam weg.”

Met dit verhaaltje waarschuwt prof.dr. G.J.F. Smets de aanwezige circusdirecteuren vooral de ‘vogeltjes’ in de zaal te herkennen en niet te laten ontsnappen. Want weggevlogen of niet, vandaag treedt Smets nog een keer op als directeur van ‘haar’ vormtheoriecircus.

In het auditorium van de Aula worden de aanwezigen vermaakt met een gelikt multimediaal overzicht van veertien jaar vormtheorie bij Industrieel Ontwerpen. Bewegende beelden, computeranimaties en zelfs een kort experiment maken duidelijk waarom iedereen – van student tot visitatiecommissie – enthousiast was over haar onderwijs en onderzoek. Logisch dat de Open Universiteit Smets vroeg om hoogleraar-directeur te worden.

Waarom ze wegging? Daar is al eerder over geschreven en een afscheidsrede is niet het podium om daar al te veel op in te gaan. Toch weet zij in haar pleidooi voor wetenschappelijke creativiteit ‘Willen kijken is kunnen zien’ nog een aantal maal de zere plek te duiden. Over onderzoek: ,,De meeste facultaire wetenschapscommissies zijn niet vooruitstrevend, een zinvolle selectie van beoordelaars is zinnig.” Een faculteit heeft in ieder geval enkele innovatieve onderzoekers broodnodig.

Dat is waar de hoogleraar vormtheorie altijd voor gestreden heeft: wetenschappelijke originaliteit en kwalitatief hoogwaardig onderzoek. ,,Maar ook de vraag ‘Hoe vertel je het de studenten’ heeft mij altijd beziggehouden. Die didactische tik kan ik in mijn huidige functie goed kwijt.”

Naast Smets slechts drie andere sprekers in de verder sobere plechtigheid. ,,Die beperking hebben wij op verzoek van Gerda uitgevoerd”, verklaart IO-decaan en ceremoniemeester Dirken daarover. ,,IO houdt namelijk rekening met de wensen van haar hoogleraren.”

Opvallend tijdens het afscheid was dat vrijwel niemand de met de uitnodiging meegestuurde bouwdoos in elkaar had gezet en meegenomen. Alleen conrector prof.ir. E. Torenbeek was aan het knutselen geslagen en demonstreerde zijn bouwsel vol trots aan het publiek. Juist die bouwdoos – waarmee de waarnemingstheorie van Land in één oogopslag duidelijk wordt – is volgens Torenbeek een voorbeeld van de grote didactische kwaliteit van Smets.

Naast de theoretische kant zocht Smets met haar groep altijd naar de praktische toepasbaarheid van onderzoek. Zo ook binnenhet interfacultaire onderzoeksinstituut ‘Medische technologie’, waarbij in samenwerking met Werktuigbouw en het AMC de nieuwste waarnemingstheorieën in de operatiekamer toegepast worden. Torenbeek: ,,Ik ben er nog niet gerust op dat dat onderzoek wordt voortgezet.” Want Smets wordt als hoogleraar bij IO niet opgevolgd. De conrector hoopt dat Smets aan de faculteit Werktuigbouw verbonden kan worden om prof. Stassen in zijn onderzoek bij te staan. Stassen desgevraagd: ,,Ik kan alleen zeggen dat wij de intentie hebben om haar terug te halen naar Delft. Over de precieze invulling zijn we het nog niet eens, maar voor dit project hebben we haar nodig. Gerda is een fantastisch mens om mee samen te werken.”

Zo verlaat Smets het Delftse circus door de hoofduitgang, om via de artiesteningang weer het podium te beklimmen.

,,Er was eens een circusdirecteur die op zoek was naar mensen om een mooi circus mee te vullen. Op een dag kwam er een mevrouw bij hem langs die wel in het circus wilde werken. ‘Ik kan een vogeltje nadoen’, zei ze. Maar de directeur vond dat niet zo bijzonder: ‘Iedereen kan toch een vogeltje nadoen?’ ,Maar ik kan echt heel erg goed een vogeltje nadoen’, riep de mevrouw. ,Nee, dat kan ik echt niet in mijn circus gebruiken, mensen willen spannende attracties, en een beetje tsjilpen kan iedereen toch?’ Terwijl hij dit zei, vloog de mevrouw door het open raam weg.”

Met dit verhaaltje waarschuwt prof.dr. G.J.F. Smets de aanwezige circusdirecteuren vooral de ‘vogeltjes’ in de zaal te herkennen en niet te laten ontsnappen. Want weggevlogen of niet, vandaag treedt Smets nog een keer op als directeur van ‘haar’ vormtheoriecircus.

In het auditorium van de Aula worden de aanwezigen vermaakt met een gelikt multimediaal overzicht van veertien jaar vormtheorie bij Industrieel Ontwerpen. Bewegende beelden, computeranimaties en zelfs een kort experiment maken duidelijk waarom iedereen – van student tot visitatiecommissie – enthousiast was over haar onderwijs en onderzoek. Logisch dat de Open Universiteit Smets vroeg om hoogleraar-directeur te worden.

Waarom ze wegging? Daar is al eerder over geschreven en een afscheidsrede is niet het podium om daar al te veel op in te gaan. Toch weet zij in haar pleidooi voor wetenschappelijke creativiteit ‘Willen kijken is kunnen zien’ nog een aantal maal de zere plek te duiden. Over onderzoek: ,,De meeste facultaire wetenschapscommissies zijn niet vooruitstrevend, een zinvolle selectie van beoordelaars is zinnig.” Een faculteit heeft in ieder geval enkele innovatieve onderzoekers broodnodig.

Dat is waar de hoogleraar vormtheorie altijd voor gestreden heeft: wetenschappelijke originaliteit en kwalitatief hoogwaardig onderzoek. ,,Maar ook de vraag ‘Hoe vertel je het de studenten’ heeft mij altijd beziggehouden. Die didactische tik kan ik in mijn huidige functie goed kwijt.”

Naast Smets slechts drie andere sprekers in de verder sobere plechtigheid. ,,Die beperking hebben wij op verzoek van Gerda uitgevoerd”, verklaart IO-decaan en ceremoniemeester Dirken daarover. ,,IO houdt namelijk rekening met de wensen van haar hoogleraren.”

Opvallend tijdens het afscheid was dat vrijwel niemand de met de uitnodiging meegestuurde bouwdoos in elkaar had gezet en meegenomen. Alleen conrector prof.ir. E. Torenbeek was aan het knutselen geslagen en demonstreerde zijn bouwsel vol trots aan het publiek. Juist die bouwdoos – waarmee de waarnemingstheorie van Land in één oogopslag duidelijk wordt – is volgens Torenbeek een voorbeeld van de grote didactische kwaliteit van Smets.

Naast de theoretische kant zocht Smets met haar groep altijd naar de praktische toepasbaarheid van onderzoek. Zo ook binnenhet interfacultaire onderzoeksinstituut ‘Medische technologie’, waarbij in samenwerking met Werktuigbouw en het AMC de nieuwste waarnemingstheorieën in de operatiekamer toegepast worden. Torenbeek: ,,Ik ben er nog niet gerust op dat dat onderzoek wordt voortgezet.” Want Smets wordt als hoogleraar bij IO niet opgevolgd. De conrector hoopt dat Smets aan de faculteit Werktuigbouw verbonden kan worden om prof. Stassen in zijn onderzoek bij te staan. Stassen desgevraagd: ,,Ik kan alleen zeggen dat wij de intentie hebben om haar terug te halen naar Delft. Over de precieze invulling zijn we het nog niet eens, maar voor dit project hebben we haar nodig. Gerda is een fantastisch mens om mee samen te werken.”

Zo verlaat Smets het Delftse circus door de hoofduitgang, om via de artiesteningang weer het podium te beklimmen.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.