De internationale Master of Science-opleiding (M.Sc.) van de TU start in september, met een groep van twaalf goed voorbereide Indonesiërs.Eind juni arriveren de Indonesische studenten op Schiphol.
Voordat ze in september hun TU-studie beginnen, volgen ze in de vakantie een sociaal en cultureel omschakelingsprogramma bij de faculteit Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen (WTM).
,,Het verschil in studiecultuur is een speciaal aandachtspunt bij internationale opleidingen”, zegt oud-rector prof.ir. K.F. Wakker. Samen met M.Y. Spiekerman is hij de grote pleitbezorger van een internationaal M.Sc.-programma aan de TU. Wakker haalt een voorbeeld aan: ,,Als een hoogleraar aan een Indonesische universiteit aan studenten vraagt of de collegestof begrepen is, zal hij niet snel een ontkennend antwoord krijgen. Zeggen dat je het niet begrepen hebt wordt in Indonesië opgevat als een belediging. Nederlandse studenten zijn assertiever en geven ongezouten hun mening. Dat is iets waar onze gasten op voorbereid moeten worden.”
De selectie voor het pilot-project was volgens Spiekerman streng, zodat alleen de meest begaafde en gemotiveerde kandidaten zijn toegelaten. ,,Er waren honderdvijftig gegadigden voor ons M.Sc.-programma”, zegt ze. ,,We hebben geselecteerd op talenbeheersing, studiecijfers en eindexamencijfers. Daarna zijn er intake-gesprekken gevoerd, want ook sociale vaardigheden spelen een rol.” Ze toont foto’s uit Indonesië waarop onder meer prof.ir. G. Honderd van Elektrotechniek en drs. J.P. Dotman van TWI te herkennen zijn, terwijl zij belangstellende studenten toetsen afnemen.
Fancy
De nieuwe M.Sc.-opleiding is niet zomaar een veredelde TU-studie in de Engelse taal, maakt Wakker duidelijk: ,,Elke universiteit wil natuurlijk wel buitenlandse studenten aantrekken. Wij hebben gezegd dat de TU een internationale toonaangevende topinstelling is en moet blijven. Van belang daarbij is de mogelijkheid voor buitenlandse studenten om in Delft de titel Master of Science te behalen. Dat kan nu; zes faculteiten zijn op dit moment bezig om aparte Engelstalige studietrajecten voor de M.Sc.-opleiding te ontwikkelen. Daar komen er binnenkort nog eens drie bij. Let wel: we praten hier niet over snelle en fancy opleidingen die zich richten op grote aantallen studenten. Wij doen geen water bij de wijn, handhaven het hoogste niveau en selecteren streng. Als TU Delft hebben we gekozen voor de top.”
Het ontwikkelen van een topopleiding voor een selecte groep studenten brengt niet direct veel geld in het laatje. Wakker en Spiekerman erkennen dat. ,,In Wageningen loopt al langer een soortgelijke opleiding”, zegt Spiekerman. ,,Daar hebben we goed gekeken en geluisterd. En geloof me: je wordt er niet rijk van. Het directe financiële voordeel van een M.Sc.-opleiding is gering. Daar staat een grote spin-off tegenoverop het gebied van internationale contacten, het introduceren van buitenlandse kennis en inzichten op onze universiteit en het voorbereiden van onze studenten op een internationale werkomgeving. Ministeries en bedrijfsleven hebben dan ook interesse getoond in deze opleiding.”
Allure
Die interesse uit zich onder meer in een financiële ondersteuning door de ministeries van Economische Zaken, en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en door de werkgeversorganisatie VNO/NCW. Niet zonder reden; Zuid-Oost Azië staat op dit moment voor ‘booming bussines‘. Het Nederlandse bedrijfsleven en de overheid investeren volgens Wakker en Spiekerman graag in contacten met jonge Aziatische ingenieurs die na een opleiding in Nederland vooraanstaande posities in hun land gaan bekleden.
Nu nog richt de opleiding zich vooral op Indonesië, maar uitbreiding van het aantal deelnemende landen ligt voor de hand. Dat houdt meer in dan alleen het werven van kandidaten ter plaatse. Spiekerman: ,,Elk land heeft zijn eigen cultuur. Voor elke nieuwe groep buitenlanders moet de TU weer een nieuw omschakelingsprogramma maken. Dat kost tijd.”
Vanaf 1998 moet het M.Sc.-programma ‘echt’ gaan draaien. Wakker hoopt uiteindelijk op vijfhonderd of meer buitenlandse studenten in een soort graduate school. ,,Dat is een schatting”, zegt hij. ,,We moeten in de loop van de tijd kijken wat de kosten van de opleiding zijn en hoeveel instroom er tegenover moet staan. Daarin moet enig evenwicht zijn. De buitenlandse studenten zullen op den duur de feitelijke opleidingskosten moeten betalen. Daarvoor krijgen de geselecteerde studenten een internationale titel van hoog niveau en allure. Want de TU is in het buitenland nog altijd een brand name.”
De internationale Master of Science-opleiding (M.Sc.) van de TU start in september, met een groep van twaalf goed voorbereide Indonesiërs.
Eind juni arriveren de Indonesische studenten op Schiphol. Voordat ze in september hun TU-studie beginnen, volgen ze in de vakantie een sociaal en cultureel omschakelingsprogramma bij de faculteit Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen (WTM).
,,Het verschil in studiecultuur is een speciaal aandachtspunt bij internationale opleidingen”, zegt oud-rector prof.ir. K.F. Wakker. Samen met M.Y. Spiekerman is hij de grote pleitbezorger van een internationaal M.Sc.-programma aan de TU. Wakker haalt een voorbeeld aan: ,,Als een hoogleraar aan een Indonesische universiteit aan studenten vraagt of de collegestof begrepen is, zal hij niet snel een ontkennend antwoord krijgen. Zeggen dat je het niet begrepen hebt wordt in Indonesië opgevat als een belediging. Nederlandse studenten zijn assertiever en geven ongezouten hun mening. Dat is iets waar onze gasten op voorbereid moeten worden.”
De selectie voor het pilot-project was volgens Spiekerman streng, zodat alleen de meest begaafde en gemotiveerde kandidaten zijn toegelaten. ,,Er waren honderdvijftig gegadigden voor ons M.Sc.-programma”, zegt ze. ,,We hebben geselecteerd op talenbeheersing, studiecijfers en eindexamencijfers. Daarna zijn er intake-gesprekken gevoerd, want ook sociale vaardigheden spelen een rol.” Ze toont foto’s uit Indonesië waarop onder meer prof.ir. G. Honderd van Elektrotechniek en drs. J.P. Dotman van TWI te herkennen zijn, terwijl zij belangstellende studenten toetsen afnemen.
Fancy
De nieuwe M.Sc.-opleiding is niet zomaar een veredelde TU-studie in de Engelse taal, maakt Wakker duidelijk: ,,Elke universiteit wil natuurlijk wel buitenlandse studenten aantrekken. Wij hebben gezegd dat de TU een internationale toonaangevende topinstelling is en moet blijven. Van belang daarbij is de mogelijkheid voor buitenlandse studenten om in Delft de titel Master of Science te behalen. Dat kan nu; zes faculteiten zijn op dit moment bezig om aparte Engelstalige studietrajecten voor de M.Sc.-opleiding te ontwikkelen. Daar komen er binnenkort nog eens drie bij. Let wel: we praten hier niet over snelle en fancy opleidingen die zich richten op grote aantallen studenten. Wij doen geen water bij de wijn, handhaven het hoogste niveau en selecteren streng. Als TU Delft hebben we gekozen voor de top.”
Het ontwikkelen van een topopleiding voor een selecte groep studenten brengt niet direct veel geld in het laatje. Wakker en Spiekerman erkennen dat. ,,In Wageningen loopt al langer een soortgelijke opleiding”, zegt Spiekerman. ,,Daar hebben we goed gekeken en geluisterd. En geloof me: je wordt er niet rijk van. Het directe financiële voordeel van een M.Sc.-opleiding is gering. Daar staat een grote spin-off tegenoverop het gebied van internationale contacten, het introduceren van buitenlandse kennis en inzichten op onze universiteit en het voorbereiden van onze studenten op een internationale werkomgeving. Ministeries en bedrijfsleven hebben dan ook interesse getoond in deze opleiding.”
Allure
Die interesse uit zich onder meer in een financiële ondersteuning door de ministeries van Economische Zaken, en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en door de werkgeversorganisatie VNO/NCW. Niet zonder reden; Zuid-Oost Azië staat op dit moment voor ‘booming bussines‘. Het Nederlandse bedrijfsleven en de overheid investeren volgens Wakker en Spiekerman graag in contacten met jonge Aziatische ingenieurs die na een opleiding in Nederland vooraanstaande posities in hun land gaan bekleden.
Nu nog richt de opleiding zich vooral op Indonesië, maar uitbreiding van het aantal deelnemende landen ligt voor de hand. Dat houdt meer in dan alleen het werven van kandidaten ter plaatse. Spiekerman: ,,Elk land heeft zijn eigen cultuur. Voor elke nieuwe groep buitenlanders moet de TU weer een nieuw omschakelingsprogramma maken. Dat kost tijd.”
Vanaf 1998 moet het M.Sc.-programma ‘echt’ gaan draaien. Wakker hoopt uiteindelijk op vijfhonderd of meer buitenlandse studenten in een soort graduate school. ,,Dat is een schatting”, zegt hij. ,,We moeten in de loop van de tijd kijken wat de kosten van de opleiding zijn en hoeveel instroom er tegenover moet staan. Daarin moet enig evenwicht zijn. De buitenlandse studenten zullen op den duur de feitelijke opleidingskosten moeten betalen. Daarvoor krijgen de geselecteerde studenten een internationale titel van hoog niveau en allure. Want de TU is in het buitenland nog altijd een brand name.”
Comments are closed.