‘Wat moest Willem-Alexander tijdens zijn KMT bij Minerva roepen?’ Antwoord: ‘Ik ben een chocoprins.’ De Willem-Alexander-vraag is een onderdeel van Virgiliant, de Virgiel-versie van Triviant. Tijdens vorige lustra verschenen al varianten op Risk en Monopoly: Brask en Tokopoly.
br />
Een commissie van zes Virgilianen bedacht de vragen – ieder nam een aparte categorie voor zijn rekening – en regelde sponsoring. Resultaat: honderd spelen die voor vijftig gulden per stuk over de toonbank gingen. ,,Binnen drie uur was de volledige voorraad uitverkocht”, aldus commissielid Joris IJzermans. ,,Of we er nog meer bijmaken weten we nog niet.”
De fabrikant van Triviant was niet zo enthousiast over het plan maar gaf uiteindelijk toch toestemming. Speelbord en vragenboekje (vragen op kaartjes zouden het spel twee keer zo duur maken) lijken veel op het oorspronkelijke spel. Daardoor is het bord ook te gebruiken voor het ‘echte’ Triviant.
We spelen het spel maar eens met drie commissieleden (Joris IJzermans, Rogier Kappelhoff, Jurgen de Bakker) en Virgiliaan Jasper Kuijk. Om te beginnen zet elke speler zijn gekleurde schroefbout in het midden van het speelbord. Elke goed beantwoorde vraag geeft recht op een gekleurd moertje dat op de schroefbout kan worden gedraaid. ,,Voor een technische uitstraling”, vertelt Kappelhoff.
Blauwe vragen gaan over de vereniging en roze over de sociëteit. Ze zijn zo gedetailleerd dat ze als niet-Virgiliaan nauwelijks te beantwoorden zijn. Maar dan zijn er altijd nog kansen in de categorieën Delft (geel), TU (bruin), techniek (groen) en algemeen (oranje).
Pittig
Algemene vragen zijn het gemakkelijkst; ze zijn vaak rechtstreeks overgenomen uit SUM-magazine. Vragen over techniek zijn, ondanks het vwo-examenklasniveau, best pittig. Voor de vragen over de vereniging en de sociëteit werd onder andere vast personeel dat al jaren rondloopt geraadpleegd.
Jasper Kuijk gaat inmiddels aan de leiding, dankzij een reeks vragen met voor de hand liggende antwoorden. De drie commissieleden hebben het nakijken, falen soms zelfs in hun eigen categorie, waardoor de achterstand extra pijnlijk wordt.
Na bijna vier uur spelen is Kuijk de winnaar. Ondertussen zijn we te weten gekomen dat de binnenstad van Delft elfduizend inwoners telt, dat condooms vroeger van schapendarm werden gemaakt en dat de voorzitter van de Octrooiraad rond de oorlog ontslag nam omdat hij dacht dat er niets meer uit te vinden viel.
Tot slot nog een vraag: ‘Hoe komt het dat sommige meeuwenpaartjes twee keer zoveel eieren in hun nest hebben dan andere paartjes?’ Antwoord: ‘De meeuwen zijn lesbisch, nadat de dames gepaard hebben met een mannetjesmeeuw trekken ze bij elkaar in.’
De Willem-Alexander-vraag is een onderdeel van Virgiliant, de Virgiel-versie van Triviant. Tijdens vorige lustra verschenen al varianten op Risk en Monopoly: Brask en Tokopoly.
Een commissie van zes Virgilianen bedacht de vragen – ieder nam een aparte categorie voor zijn rekening – en regelde sponsoring. Resultaat: honderd spelen die voor vijftig gulden per stuk over de toonbank gingen. ,,Binnen drie uur was de volledige voorraad uitverkocht”, aldus commissielid Joris IJzermans. ,,Of we er nog meer bijmaken weten we nog niet.”
De fabrikant van Triviant was niet zo enthousiast over het plan maar gaf uiteindelijk toch toestemming. Speelbord en vragenboekje (vragen op kaartjes zouden het spel twee keer zo duur maken) lijken veel op het oorspronkelijke spel. Daardoor is het bord ook te gebruiken voor het ‘echte’ Triviant.
We spelen het spel maar eens met drie commissieleden (Joris IJzermans, Rogier Kappelhoff, Jurgen de Bakker) en Virgiliaan Jasper Kuijk. Om te beginnen zet elke speler zijn gekleurde schroefbout in het midden van het speelbord. Elke goed beantwoorde vraag geeft recht op een gekleurd moertje dat op de schroefbout kan worden gedraaid. ,,Voor een technische uitstraling”, vertelt Kappelhoff.
Blauwe vragen gaan over de vereniging en roze over de sociëteit. Ze zijn zo gedetailleerd dat ze als niet-Virgiliaan nauwelijks te beantwoorden zijn. Maar dan zijn er altijd nog kansen in de categorieën Delft (geel), TU (bruin), techniek (groen) en algemeen (oranje).
Pittig
Algemene vragen zijn het gemakkelijkst; ze zijn vaak rechtstreeks overgenomen uit SUM-magazine. Vragen over techniek zijn, ondanks het vwo-examenklasniveau, best pittig. Voor de vragen over de vereniging en de sociëteit werd onder andere vast personeel dat al jaren rondloopt geraadpleegd.
Jasper Kuijk gaat inmiddels aan de leiding, dankzij een reeks vragen met voor de hand liggende antwoorden. De drie commissieleden hebben het nakijken, falen soms zelfs in hun eigen categorie, waardoor de achterstand extra pijnlijk wordt.
Na bijna vier uur spelen is Kuijk de winnaar. Ondertussen zijn we te weten gekomen dat de binnenstad van Delft elfduizend inwoners telt, dat condooms vroeger van schapendarm werden gemaakt en dat de voorzitter van de Octrooiraad rond de oorlog ontslag nam omdat hij dacht dat er niets meer uit te vinden viel.
Tot slot nog een vraag: ‘Hoe komt het dat sommige meeuwenpaartjes twee keer zoveel eieren in hun nest hebben dan andere paartjes?’ Antwoord: ‘De meeuwen zijn lesbisch, nadat de dames gepaard hebben met een mannetjesmeeuw trekken ze bij elkaar in.’
Comments are closed.