Campus

Waarom? Daarom!

Pal na de deadline kwam vorige week nog een antwoord binnen op de vraag: wat is de optimale fietssnelheid om tijdens een regenbui zo min mogelijk nat te worden? Joost de Winter, net begonnen als promovendus aan de faculteit Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek, blijkt een erg goed geheugen te hebben: “Het antwoord op deze vraag is min of meer al gegeven bij de ‘Nationale Wetenschapsquiz 2001’.

Hoe sneller, hoe droger.” Hij herinnert ons nog even aan de precieze formulering van de vraag: ‘Twee voetgangers gaan van A naar B. De ene wandelt, de andere zet er flink de pas in. Het regent gestaag en de druppels vallen recht naar beneden. Wie wordt het natst?’ Het juiste antwoord was dat de snelle loper minder nat wordt, zoals ook vorige week al uitgelegd werd. De Winter houdt ook nog rekening met een andere bron van natheid: “Bij hard fietsen gaat de zweetproductie ook significant bijdragen aan de totale natheid.”

Op de vraag van vorige week, waarom koelt eten uit de magnetron sneller af dan eten uit de oven, kwam een glashelder antwoord van zevendejaars natuurkundestudent Martijn de Graaff: “Gevoelstemperatuur wordt bepaald door de hoogste temperatuur in het eten. In de magnetron worden alleen watermoleculen opgewarmd door de microgolfstraling. Wat je voelt als het eten klaar is, is de (relatief hoge) temperatuur van het water. Die staat vervolgens warmte af aan de rest. Hierdoor daalt de hoogste temperatuur – en wat je voelt – snel. In de oven is alles gelijkmatig verwarmd en heeft alles dezelfde temperatuur. Er wordt intern niets afgestaan, dus de hoogste temperatuur daalt niet snel: het eten koelt langzamer af.”

Derdejaars luchtvaart- en ruimtevaartstudent Theunis van de Woestijne komt tot dezelfde conclusie. “De magnetron warmt stoffen op door moleculen te laten resoneren met de

microgolfstraling. Dit gaat beter bij bijvoorbeeld watermoleculen. Nadat deze warmer zijn geworden dan de rest, verspreiden zij die warmte weer door de rest van het voedsel, terwijl een ovenschotel overal ongeveer even heet is.” En hij voegt toe: “Misschien maakt het ook uit hoe lang je iets in de oven laat staan, dat is meestal langer dan in de magnetron.”

De nieuwe vraag werd ingestuurd door wiskundedocent Robbert Fokkink. Hij herinnert zich dat zijn schoonvader V. Ramaswamy uit Chennai (India) zich eens afvroeg: wit weerkaatst, zwart houdt warmte vast. Mensen met een donkere huid hebben het dus sneller warm en mensen met een lichte huid hebben het sneller koud. Dat zou toch andersom moeten zijn? (IS)

Reacties of nieuwe vragen kun je wekelijks vóór maandag 16.00 uur mailen naar: waarom_daarom@yahoo.com. Maximaal vijftig woorden, en vergeet je naam, studie en studiejaar niet te vermelden!

Pal na de deadline kwam vorige week nog een antwoord binnen op de vraag: wat is de optimale fietssnelheid om tijdens een regenbui zo min mogelijk nat te worden? Joost de Winter, net begonnen als promovendus aan de faculteit Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek, blijkt een erg goed geheugen te hebben: “Het antwoord op deze vraag is min of meer al gegeven bij de ‘Nationale Wetenschapsquiz 2001’. Hoe sneller, hoe droger.” Hij herinnert ons nog even aan de precieze formulering van de vraag: ‘Twee voetgangers gaan van A naar B. De ene wandelt, de andere zet er flink de pas in. Het regent gestaag en de druppels vallen recht naar beneden. Wie wordt het natst?’ Het juiste antwoord was dat de snelle loper minder nat wordt, zoals ook vorige week al uitgelegd werd. De Winter houdt ook nog rekening met een andere bron van natheid: “Bij hard fietsen gaat de zweetproductie ook significant bijdragen aan de totale natheid.”

Op de vraag van vorige week, waarom koelt eten uit de magnetron sneller af dan eten uit de oven, kwam een glashelder antwoord van zevendejaars natuurkundestudent Martijn de Graaff: “Gevoelstemperatuur wordt bepaald door de hoogste temperatuur in het eten. In de magnetron worden alleen watermoleculen opgewarmd door de microgolfstraling. Wat je voelt als het eten klaar is, is de (relatief hoge) temperatuur van het water. Die staat vervolgens warmte af aan de rest. Hierdoor daalt de hoogste temperatuur – en wat je voelt – snel. In de oven is alles gelijkmatig verwarmd en heeft alles dezelfde temperatuur. Er wordt intern niets afgestaan, dus de hoogste temperatuur daalt niet snel: het eten koelt langzamer af.”

Derdejaars luchtvaart- en ruimtevaartstudent Theunis van de Woestijne komt tot dezelfde conclusie. “De magnetron warmt stoffen op door moleculen te laten resoneren met de

microgolfstraling. Dit gaat beter bij bijvoorbeeld watermoleculen. Nadat deze warmer zijn geworden dan de rest, verspreiden zij die warmte weer door de rest van het voedsel, terwijl een ovenschotel overal ongeveer even heet is.” En hij voegt toe: “Misschien maakt het ook uit hoe lang je iets in de oven laat staan, dat is meestal langer dan in de magnetron.”

De nieuwe vraag werd ingestuurd door wiskundedocent Robbert Fokkink. Hij herinnert zich dat zijn schoonvader V. Ramaswamy uit Chennai (India) zich eens afvroeg: wit weerkaatst, zwart houdt warmte vast. Mensen met een donkere huid hebben het dus sneller warm en mensen met een lichte huid hebben het sneller koud. Dat zou toch andersom moeten zijn? (IS)

Reacties of nieuwe vragen kun je wekelijks vóór maandag 16.00 uur mailen naar: waarom_daarom@yahoo.com. Maximaal vijftig woorden, en vergeet je naam, studie en studiejaar niet te vermelden!

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.