Van een kenniscrisis is helemaal geen sprake, stelt minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Er zijn inderdaad nogal weinig technici en bèta’s in Nederland, maar daar valt iets aan te doen.
Het woord ‘kenniscrisis’ wint de laatste jaren aan populariteit, aldus weblog Taalbank. In januari sprak wervingsbureau Yacht van een ‘kenniscrisis’, omdat er op de arbeidsmarkt een gebrek aan technici en bèta’s zou zijn. Eerder gebruikten protesterende studenten dezelfde term voor hun acties tegen de kabinetsplannen. GroenLinks waarschuwde in 2009 in de Tweede Kamer al voor een kenniscrisis.
Verhagen moet weinig van het woord hebben, maar de situatie is wel ‘urgent’, geeft hij toe in antwoord op kamervragen van de ChristenUnie. “Het is bekend dat de komende jaren een grote groep oudere werknemers de arbeidsmarkt verlaat. Met name in de technieksector kan dit knelpunten opleveren.”
Bedrijven houden echter rekening met de dreigende tekorten, meent hij. Ze kunnen investeren in technologische vernieuwingen, waardoor ze het werk met minder mensen aankunnen. Ze kunnen ook beter gebruik maken van het personeel dat ze al hebben of werknemers bijscholen. Een andere optie is om mensen uit het buitenland te halen.
Er is dus geen kenniscrisis, aldus Verhagen, want er zijn nog genoeg oplossingen voorhanden. Wel vindt hij het van groot belang “dat bedrijfsleven, onderwijs en overheid de handen ineenslaan om de schaarste aan vakkrachten terug te dringen.”
Tot 1 maart konden de universiteiten en hogescholen een zogeheten instellingstoets kwaliteitszorg aanvragen. Het keurmerk dat dit oplevert geeft ze het recht om hun opleidingen de komende zes jaar minder uitgebreid te laten accrediteren. Als onderwijskeurmeester NVAO ervan overtuigd is dat ze goed onderwijsbeleid voeren, kan de accreditatie best wat beperkter, is de achterliggende redenering.
Goedkoper
Dat maakt deze accreditaties minder tijdrovend en naar schatting een kwart goedkoper. Voor instellingen met meer dan vier opleidingen zouden de extra kosten van de instellingstoets dan snel zijn terugverdiend. Alle universiteiten en 24 van de 41 bekostigde hogescholen hebben de toets dan ook aangevraagd. Veel kleine hogescholen deden dat uit kostenoverwegingen niet.
Haagse Hogeschool
Uitzondering bij de grote instellingen is de Haagse Hogeschool, die voorlopig geen gebruik maakt van de nieuwe mogelijkheid. Het college van bestuur laat weten hard te werken aan de verbetering van de kwaliteitszorg en gaat daar liever mee door dan zich nu te moeten voorbereiden op een instellingstoets. Daar wil de Haagse instelling pas in 2014 voor opgaan.
Toerisme
Ook de internationaal georiënteerde NHTV in Breda heeft de toets niet aangevraagd. “Niet omdat we er niet klaar voor zijn”, verzekert collegevoorzitter Hans Uijterwijk. Zijn hogeschool richt zich met name op toerisme, vrije tijd, mobiliteit, games en media. Behalve elf bachelor- en drie masteropleidingen in het hbo biedt ze ook twee wo-bacheloropleidingenen een wo-master aan en werkt ze nauw samen met (buitenlandse) universiteiten.
Uitgebreide accreditatie
“We hebben de voor- en nadelen van het nieuwe en oude accreditatiestelsel uitvoerig geanalyseerd”, zegt Uijterwijk. “De conclusie is dat NHTV het best uit de voeten kan met de uitgebreide opleidingsaccreditatie. Die kan ons niet diepgaand genoeg zijn.”
Stages
Wat hem betreft zou er bij de keuringen veel beter gekeken moeten worden naar wat er bijvoorbeeld tijdens stages gebeurt. “Dan kunnen hogescholen zich beter ten opzichte van elkaar profileren en kunnen de kwaliteitshogescholen zich bewijzen.” Veel meer wil hij er nu niet over kwijt.
Comments are closed.