Studenten op de TU Delft zijn tamelijk tevreden over het onderwijs, maar zien ruimte voor verbetering. Dat blijkt uit een enquète van studentenvakbond VSSD.
Het merendeel van de bijna vijfhonderd studenten die in juni 2004 de vragenlijst van de VSSD hebben ingevuld blijkt tevreden over de kwaliteit van het onderwijs en de manier waarop op hun faculteit problemen worden opgelost. Ook de faciliteiten en de studiebegeleiding scoren bij de meeste studenten redelijk tot goed.
Maar de VSSD wijst er op dat een derde deel van de studenten aangeeft geen idee te hebben waar ze terecht kan met problemen en commentaar over het onderwijs. De studentenvakbond vindt dat percentage te hoog en dringt aan op een betere informatievoorziening.
Sommige studenten komen pas na enkele doorverwijzingen bij de juiste persoon of instantie terecht. Studenten die aangaven wel te weten waar ze terecht moeten met problemen en opmerkingen, noemen de studieadviseur en de studievereniging. In deze goed geïnformeerde groep zijn studenten industrieel ontwerpen, werktuigbouwkunde en maritieme techniek sterk vertegenwoordigd.
Sommige studenten hebben klachten. Vaak betreffen het kritiek op het niveau van docenten, vakken, dictaten en tentamens. Ook het Engelstalige onderwijs en de ‘onduidelijke’ of ‘te strenge’ toelatingseisen bij sommige vakken zorgen voor ergernis. Sommige studenten vinden dat er te veel projectonderwijs wordt gegeven: de begeleiding zou tekort schieten, en ze prefereren wat meer theoretische vakken. Niet elke opmerking wordt overigens door de VSSD overgenomen. “Bij sommige zaken begrijpen wij wel waarom een faculteit een bepaalde keuze heeft gemaakt”, zegt secretaris Gabrielle van Leeuwen. “Maar het is zaak de studenten ook die duidelijkheid te geven.”
Uit de enquète blijkt dat de informatievoorziening over interfacultaire vakken per faculteit verschillend door de studenten wordt beoordeeld. De faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek scoort het laagst, IO-studenten zijn juist tevreden.
De evaluatie van de vakken, waarbij de studenten om hun mening wordt gevraagd, is volgens veel studenten voor verbetering vatbaar. De overgrote meerderheid van de studenten is overtuigd dat zulke evaluaties tot verbeteringen kunnen leiden, maar studenten krijgen nu nog te weinig te horen wat er met hun commentaar gebeurt. “Veel oplossingen en maatregelen waar het onderwijs bij is gebaat blijven onzichtbaar voor studenten”, constateert de VSSD.
Sommige docenten zouden het evalueren serieuzer moeten nemen, is een veelgehoorde mening: maar elke student heeft dan wel de plicht de vragenlijsten serieus in te vullen. (JP)
Het merendeel van de bijna vijfhonderd studenten die in juni 2004 de vragenlijst van de VSSD hebben ingevuld blijkt tevreden over de kwaliteit van het onderwijs en de manier waarop op hun faculteit problemen worden opgelost. Ook de faciliteiten en de studiebegeleiding scoren bij de meeste studenten redelijk tot goed.
Maar de VSSD wijst er op dat een derde deel van de studenten aangeeft geen idee te hebben waar ze terecht kan met problemen en commentaar over het onderwijs. De studentenvakbond vindt dat percentage te hoog en dringt aan op een betere informatievoorziening.
Sommige studenten komen pas na enkele doorverwijzingen bij de juiste persoon of instantie terecht. Studenten die aangaven wel te weten waar ze terecht moeten met problemen en opmerkingen, noemen de studieadviseur en de studievereniging. In deze goed geïnformeerde groep zijn studenten industrieel ontwerpen, werktuigbouwkunde en maritieme techniek sterk vertegenwoordigd.
Sommige studenten hebben klachten. Vaak betreffen het kritiek op het niveau van docenten, vakken, dictaten en tentamens. Ook het Engelstalige onderwijs en de ‘onduidelijke’ of ‘te strenge’ toelatingseisen bij sommige vakken zorgen voor ergernis. Sommige studenten vinden dat er te veel projectonderwijs wordt gegeven: de begeleiding zou tekort schieten, en ze prefereren wat meer theoretische vakken. Niet elke opmerking wordt overigens door de VSSD overgenomen. “Bij sommige zaken begrijpen wij wel waarom een faculteit een bepaalde keuze heeft gemaakt”, zegt secretaris Gabrielle van Leeuwen. “Maar het is zaak de studenten ook die duidelijkheid te geven.”
Uit de enquète blijkt dat de informatievoorziening over interfacultaire vakken per faculteit verschillend door de studenten wordt beoordeeld. De faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek scoort het laagst, IO-studenten zijn juist tevreden.
De evaluatie van de vakken, waarbij de studenten om hun mening wordt gevraagd, is volgens veel studenten voor verbetering vatbaar. De overgrote meerderheid van de studenten is overtuigd dat zulke evaluaties tot verbeteringen kunnen leiden, maar studenten krijgen nu nog te weinig te horen wat er met hun commentaar gebeurt. “Veel oplossingen en maatregelen waar het onderwijs bij is gebaat blijven onzichtbaar voor studenten”, constateert de VSSD.
Sommige docenten zouden het evalueren serieuzer moeten nemen, is een veelgehoorde mening: maar elke student heeft dan wel de plicht de vragenlijsten serieus in te vullen. (JP)

Comments are closed.