Er staat slechts één hoogleraar in de top 10 van machtigste vrouwen die het feministische maandblad Opzij heeft samengesteld: Louise Fresco, universiteitshoogleraar aan de UvA en kroonlid van de SER.
Zij staat volgens de jury op nummer 3. De allermachtigste vrouw van Nederland is dit jaar koningin Beatrix. De tweede plek is voor FNV-voorzitter Agnes Jongerius, die vorig jaar nog nummer 1 stond.
Onderwijsminister Marja van Bijsterveldt heeft de top tien niet gehaald, maar staat wel in het lijstje van machtigste vrouwen in de politiek. Zij staat op nummer 9, na bijvoorbeeld GroenLinks-leider Femke Halsema (1), PvdA-kamerlid Mariëtte Hamer (4) en PVV-kamerlid Fleur Agema (6).
De deadline lag waarschijnlijk vlak voordat het nieuwe kabinet op het bordes stond, want Van Bijsterveldt wordt nog aangeduid als ‘kamerlid’ voor het CDA. Misschien verklaart dat ook waarom ze van plaats 3 naar plaats 9 is gezakt.
In de ranglijst met machtigste vrouwen in onderwijs & wetenschap komt ze niet voor. De “onbetwiste nummer 1” in die lijst is Henriëtte Maassen van den Brink, hoogleraar economie aan de Universiteit Maastricht en de Universiteit van Amsterdam. Ze is ook voorzitter van het wetenschapsgebied ‘gedrag & maatschappij’ van NWO. Ze geeft bovendien leiding aan het topinstituut voor onderwijswetenschap TIER.
Twee bestuursvoorzitters staan op plaats 2 en 3: Yvonne van Rooy van de Universiteit Utrecht en Pauline van der Meer Mohr van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Er staan twee nieuwelingen in de ranglijst voor onderwijs & wetenschap. Op nummer 4 staat hoogleraar Eveline Crone, voorzitter van de Jonge Akademie en auteur van ‘Het puberende brein’. De nummer 7 is bijzonder hoogleraar Halleh Ghorashi van de Vrije Universiteit. Ghorashi, van Iraanse afkomst, wordt door Opzij de grootste bruggenbouwer genoemd.
U ontving twee jaar terug een prestigieuze Vidi-subsidie, hebt vier keer in Science en Nature gestaan, bent nu toegelaten tot de Jonge Akademie. En dat allemaal terwijl u net 33 bent. Wat is uw geheim?
“Ik geloof niet dat ik echt een geheim heb. Het is denk ik een samenloop van omstandigheden. Je moet slim zijn, hard werken, mensen om je heen hebben die je steunen, en een dosis geluk hebben. Mijn promotieonderzoek ging erg goed en er kwamen mooie publicaties uit. Daardoor kon ik een postdoc plek krijgen bij een goede vakgroep. Waar ik geïnteresseerd raakte in een vakgebied dat nog in de kinderschoenen stond, en waarvoor ik die Vidi-subsidie kreeg. Als je eenmaal op zo’n goede track zit, gaat het vervolgens allemaal makkelijker.”
Een van de doelstellingen van de Jonge Akademie is dat de leden zich mengen in het maatschappelijke of politieke debat. Wat kunnen we op dit vlak van u verwachten?
“Ik wil me inzetten voor een beter loopbaanbeleid en arbeidsperspectief voor jonge academici. Het kabinet zet in op een kenniseconomie, en wil om dit te bereiken graag dat zo veel mogelijk mensen promoveren. Maar ik denk niet dat dit de oplossing is. Het is volgens mij belangrijker dat er duidelijke afspraken komen in de trant van ‘als jij dit-en-dit presteert, dan krijg jij gegarandeerd die positie binnen een universiteit’. Oftewel, mensen bevorderen op basis van hun kwaliteiten, in plaats van dit te laten afhangen van toeval, wat nu deels gebeurt. Verder zouden zowel de overheid als universiteiten er meer rekening mee moeten houden dat mensen op een gegeven moment een pauze willen om kinderen te krijgen. Zaken als subsidies zijn daar nu niet voldoende op ingericht.”
Een andere doelstelling is het populariseren van wetenschap. Hebt u hier ervaring mee?
“Een beetje. Ik heb natuurlijk wel eens praatjes gegeven. En ik heb een tijdje terug een artikel geschreven voor het tijdschrift Scientific American, over quantuminformatica. Dat artikel heeft veel impact gehad. Publiceren in bladen als Science en Nature is erg mooi, maar dit dringt niet door bij het grote publiek. Dingen die je schrijft in een algemener gelezen blad als Scientific American wel.”
Even een test. Kunt u in een paar zinnen uitleggen waar het onderzoek binnen de groep die u met uw Vidi-subsidie startte, om draait?
“Wij gebruiken nanotechnologie om het gedrag van losse elektronen en lichtdeeltjes onder controle te brengen. Een van de einddoelen van dit soort onderzoek is quantuminformatica en de quantumcomputer. Hierin worden elektronen of lichtdeeltjes gebruikt als informatie-eenheid. Wat verder bijzonder is aan ons onderzoek, is dat wij kijken naar quantumgedrag van deeltjes in diamant. Quantummechanisch onderzoek vindt meestal plaats bij heel lage temperaturen, dicht bij het absolute nulpunt. Maar in diamant is het mogelijk om quantumgedrag te bestuderen bij kamertemperatuur; dat is heel speciaal.”
Staan er voor komende tijd al activiteiten met de Jonge Academie op uw agenda?
“Nee, nog niet, ik ben nog niet officieel geïnstalleerd.”

Comments are closed.