Campus

Van Betuwelijn naar kennismanagement

Na vijf jaar Technische Bestuurskunde bevolken vijfendertig ‘unieke’ ingenieurs de wereld. Geschiedenis en identiteit van een ‘vreemde eend in de bijt’.

br />

De studie Technische Bestuurskunde (TB) bestond op 1 september 1997 vijf jaar. Studievereniging Curius moet nog even wachten, en zal op 17 maart het lustrum vieren. Maar de faculteit TB heeft de vijf jaar niet volgemaakt. Met ingang van het huidige studiejaar is zij gefuseerd met WTM; het nieuwe cluster gaat onder de naam Techniek, Bestuur en Management (TBM) door het leven. Spijtig, maar het eerste lustrum dat op 9 februari, de dies, plaats zou vinden, is dus van de baan.

Dat faculteit en studie een half jaar na elkaar ter wereld kwamen, heeft te maken met politiek geruzie bij de start van de nieuwe Delftse studierichting. ,,In die tijd moest de VSNU haar goedkeuring geven aan een nieuwe studie”, vertelt opleidingsdirecteur dr. S.A.G. Peerdeman. ,,De Universiteit Twente was ertegen, omdat de studie te veel zou lijken op de studie Bestuurskunde in Twente. Dat is onzin. De studie in Twente is veel minder technisch, levert doctorandussen af, en wiskunde A is voldoende om toegelaten te worden. Maar Twente was boos, omdat wij een paar jaar eerder hun studie Civiele Techniek hadden tegengehouden.”

Er onstond een impasse. Omdat het cvb niet van zins was de plannen op te geven werd gekozen voor een omweg. TB heette officieel niet een nieuwe studierichting, maar een ‘vrije studierichting’ binnen Civiele Techniek met een eigenstandige propedeuse. En zo begon TB op 1 september 1992 als vakgroep binnen Civiele Techniek. Het omzetten van een dergelijke vrije studierichting naar een zelfstandige, kon buiten de VSNU om geschieden, nadat de TU haar eigen bestuursreglement had gewijzigd. Toen het eigen gebouw gereed was, werd daarom op 9 februari 1993 de faculteit Technische Bestuurskunde officieel opgericht.

Hoe had in Delft de gedachte postgevat dat een nieuwe studierichting noodzakelijk was? Een belangrijke rol speelde het verdwijnen van de Delftse interfaculteit Technische Bedrijfskunde in 1984. ,,Dat werd als een verlies ervaren”, aldus TB-decaan prof.dr. H.G. Sol. Sol werd in 1984 hoogleraar bij Informatica en werd al snel een pleitbezorger van meer bedrijfs- en bestuurskundige bagage voor de Delftse ingenieur. Daarnaast gaven de technische ministeries (met name Verkeer en Waterstaat) signalen af dat er te weinig ingenieurs waren die direct inzetbaar waren op beleidsmatig gebied. ,,Door het cvb werden die signalen opgepakt”, aldus Peerdeman.
Irritaties

Eind jaren tachtig stelde de TU de commissie Schut-Oele aan om de mogelijkheden van een nieuwe studie te onderzoeken. De eerste was oud-minister van Verkeer en Waterstaat, de laatste voormalig burgemeester van Delft. Het rapport Schut-Oeleschetste twee mogelijkheden: een kopstudie, nadat de student een aantal jaren een andere technische opleiding zou hebben doorlopen. Of een volledige opleiding. Het cvb koos voor de tweede optie, en gaf vervolgens aan de commissie-Zeevalking de opdracht dit plan verder uit te werken. Dit ondanks protesten van het college van decanen en de universiteitsraad die een kopstudie meer dan voldoende achtten.

Nadat de commissie-Zeevalking haar werk gedaan had, besloot het cvb vervolgens dat de nieuwe studie tevens een zelfstandige faculteit zou moeten vormen, omdat dat meer kans van slagen zou geven. Opnieuw was de universiteitsraad tegen. Peerdeman: ,,Het college van bestuur probeerde de u-raad te overtuigen door TB als toekomstige cash-cow van de universiteit voor te stellen. De nieuwe faculteit zou het eerste jaar honderd eerstejaars trekken, maar vanaf het vijfde jaar jaarlijks tweehonderd. De u-raad vond dat onvoldoende. En de raming werd bijgesteld. In het derde jaar zouden er al tweehonderd nieuwe studenten rondlopen.”

De TU riep een werkgroep TB in het leven, met daarin onder anderen de huidige TB-hoogleraren Sol en prof.dr.ir W.A.H. Thissen. Op 1 november 1991 werd de beheerseenheid TB opgericht. De allereerste benoeming was die van Peerdeman.

In razende vaart moest personeel worden aangenomen, wat soms tot kleine irritaties bij andere faculteiten leidde. Zo was Technische Wiskunde en Informatica (TWI) van mening dat in het kielzog van Sol te veel TWI-personeel naar TB verdween. ,,Onzin”, vindt Peerdeman. ,,Niet meer dan drie medewerkers en zijn eigen aio’s. Een ruime meerderheid van het wetenschappelijk personeel van TB komt van buiten.”
Betuwelijn

Nu moesten de studenten nog komen. Op 1 september 1992 stonden er tachtig op de stoep, iets minder dan geraamd. Maar in het tweede jaar waren het er al 130; er leek geen vuiltje aan de lucht. Een jaar later waren het er echter nog altijd 130, en vervolgens kwam de klad er goed in. September 1995 verschenen er 85 eerstejaars. Peerdeman: ,,In de herfst van 1994 zagen we dit al aankomen. We besloten dit niet te beschouwen als toevallig incident, en hebben een reeks maatregelen ontwikkeld om het tij te keren.” TB richtte zich meer op het buitenland, herschreef het curriculum en startte een deeltijdopleiding. Maatregelen die pas afgelopen september van kracht werden.

In 1996 meldden zich opnieuw 85 eerstejaars aan, maar dit jaar september waren er plots weer 140 voltijd eerstejaars, en ongeveer vijftig deeltijdstudenten. Volgens decaan Sol heeft de verbeterde voorlichting aan scholieren een belangrijke rol gespeeld. ,,Toen we het signaal kregen dat er maar 85 eerstejaars kwamen, zijn we als de donder de werving gaan intensiveren, maar dat heeft pas na een paar jaar effect.”

Sol: ,,De boodschap aan scholieren dat TB geen bedrijfskunde en geen bestuuurskunde is, maar een ingenieursopleiding, begint door te komen.” Ook de door TB zelf in het leven geroepen associatie met de Betuwelijn en Schiphol verliest volgens Sol aan kracht. ,,In de voorlichting geven we tegenwoordig heel andere voorbeelden, op het gebied van kennismanagement en informatietechnologie bijvoorbeeld. Een TB’er onderzoekt hoe informatietechnologie gebruikt kan wordenom de overheid effectiever te laten functioneren.”

,,We merken dat het profiel van de studie beter wordt”, vindt Sol. ,,De bestuurs- en bedrijfskundeopleidingen zijn volledig onvergelijkbaar. Twente heeft veel minder techniek. Technische Bestuurskunde is een engineering-vak, je ontwerpt systemen.”

Hoewel het vak is opgebouwd rond de drie disciplines techniek, bestuurskunde en bedrijfskunde, bestaat TB volgens Sol zeker niet uit een mengelmoes van deze vakken. ,,TB is een eigen discipline. De echte TB-vakken, die je bij geen enkele andere studie vindt, beginnen al in het eerste jaar. Tot nog toe is het vak uniek in de wereld, al beginnen vergelijkbare studies op te komen in de Scandinavische landen, Zwitserland en de Verenigde Staten.”
Advies

Inmiddels zijn er zo’n vijfendertig van deze ‘unieke’ diploma’s uitgereikt. De technische ministeries mochten dan mede aan de wieg staan van de TB-opleiding, in tegenstelling tot ‘gewone’ bestuurskundigen laten de nieuwe ingenieurs de overheid en masse links liggen. Vrijwel allemaal hebben ze emplooi gevonden in de adviespraktijk. ,,We zijn met de ministeries op hun verzoek in gesprek over eventuele speciale opleidingstrajecten. Ik heb een aantal secretarissen-generaal gesproken die schreeuwen om goede TB’ers”, aldus Sol.

Toch gaf de minister de opleiding als enige in Delft geen toestemming voor een vijfjarig programma. ,,Het was politiek niet meer haalbaar omdat Bouwkunde en IO wel vijf jaar kregen”, meent Sol. ,,Het cvb is het er ook niet mee eens. Binnenkort mogen instellingen zelf de lengte bepalen.” Sol twijfelt er niet aan of TB zal het extra jaar dan krijgen.

Als decaan zal Sol dat niet meer meemaken. Komende zomer treedt hij terug; vanwege de fusie met WTM is hij de eerste en laatste TB-decaan geweest. Een fusie die tot stand gekomen is op dringend verzoek van het cvb. Toch zien zowel Sol als Peerdeman het samengaan positief tegemoet, al geeft Peerdeman toe dat het er zonder druk van boven waarschijnlijk niet van gekomen was.
Minzaam

Wat voor mens is de TB-student? Een vraag die hoofd onderwijs en onderzoek ir. F.A.J. Loos wellicht het best kan beantwoorden. ,,TB-studenten waren op het vwo over het algemeen breed geïnteresseerd. Ze voelden wel wat voor een technische universiteit, maar andere disciplines spraken hen ook aan.”

,,In de beginjaren werden TB-studenten behoorlijk minzaam bejegend. TB was een vreemde eend in de bijt, men kon het niet plaatsen. ‘Wat stelt TB nou voor, hoort het wel thuis aan de TU?’, was een veelgehoorde opvatting. Nu, na vijf jaar, is dat veel minder.”

Bekend is TB om de goede begeleiding van de studenten. Zo maken eerstejaars tot Kerst verplicht, daarna vrijwillig, deel uit van een mentorgroep. Verder worden docenten die volgens studenten niet goed functioneren bij TB ook daadwerkelijk aangesproken door de onderwijsadviseur. ,,Levert het gesprek geen resultaat op, dan kan de faculteit besluiten voor eenandere docent te kiezen. Dat is de afgelopen jaren drie keer gebeurd.”

Goede begeleiding heeft ook zijn keerzijde. ,,Het eerste jaar bij TB was schools. Zeker in vergelijking met het jaar wiskunde, dat ik daarvoor gedaan had”, zegt Yvo Saanen (24). Saanen behoorde bij de eerste lichting studenten, en eveneens bij de eerste lichting afstudeerders. ,,Je had dertig uur per week college en moest verplicht aanwezig zijn. Daardoor leer je niet zelfstandig werken, en bij het afstuderen merk je dat. Een aantal studenten presteerde minder goed dan je zou verwachten.”

Volgens Loos is dit verbeterd in het nieuwe curriculum, dat vanaf september in werking is getreden. Er zijn minder contacturen per week. Verder worden de vakken meer geïntegreerd en in grotere modules aangeboden, en werken studenten meer in groepjes.

Saanen is nog regelmatig bij TB te vinden, vanwege een opdracht van de faculteit voor het onderzoeks- en adviesbureau dat hij met twee studiegenoten oprichtte. ,,Bijna alle afgestudeerden zijn adviseurs geworden. Dat ligt een beetje in de lijn van de studie. Je kijkt naar problemen vanuit een adviserende rol.”

Met vreugde verruilde Saanen in 1992 de faculteit wiskunde voor die van TB. ,,Bij wiskunde ben je de hele dag met wiskunde bezig, veel te eng. TB biedt meer variatie in de stof en staat veel dichterbij de maatschappij. Meer dan de helft van de eerstejaars in 1992 waren omzwaaiers van andere Delftse studies.”

,,Een echt multidisciplinaire studie”, vindt hij. ,,Wij behandelen processen die veel met techniek te maken hebben, zonder in te gaan op de technische details. Neem de HSL. Wij vragen ons af: hoe scoren bepaalde varianten in de perceptie van bepaalde partijen. Je verplaatst je in verschillende perspectieven. Dan vind je verklaringen waarom iets niet werkt, hoewel het technisch geoptimaliseerd is. Maar een civieler houdt zich bezig met de vraag hoe ruim een bocht moet zijn.”

Met ‘gewone’ bestuurskunde kan de studie volgens Saanen niet vergeleken worden. ,,Ik heb in het Landelijk Overleg Bestuurskundeverenigingen gezeten. Het cultuurtje is heel anders. Vergaderingen bij Bestuurskunde zijn honderd keer wolliger dan hier. De studie is veel meer op de overheid gericht, en bestuurskundigen zijn wiskundig minder onderlegd.”

‘Beter dan de hele avond voor de buis’

Deeltijdopleiding voor technische buffelaars

Het is donderdagavond half zeven als dr. P.W.G. Bots de zaal binnenstapt. Hij valt als docent nauwelijks van zijn leerlingen te onderscheiden. De jongsten zijn minstens vijfentwintig; anderen zijn veel ouder. We zijn aanbeland bij de deeltijdopleiding TB. Vanavond staat tot half tien het vak Inleiding Bestuurskunde op het programma.

Het tentamen komt eraan, en dus is het tijd voor vragen. De vijfentwintig aanwezigen (onder wie slechts een enkele dame)mogen daarom zelf de agenda bepalen. De dictaten TB 111 liggen bij iedereen open op tafel.

In plaats van rugzakken staan er nette koffertjes her en der langs de tafels geparkeerd. Verder is er eigenlijk weinig verschil met een gewoon college; ook volwassenen lenen blaadjes bij elkaar. De meeste aanwezigen hebben een HTS-diploma, en zijn daarom vrijgesteld van de technische vakken. Twintig uur per week kost het ze; na vier jaar hopen de meesten de ingenieurstitel TB te behalen.

,,Omdat het TB-programma dit jaar modulair is opgezet, rees het plan deze modules ook aan anderen aan te bieden”, aldus opleidingsdirecteur Peerdeman. ,,Uit onderzoek bleek dat voornamelijk mensen met een hogere technische achtergrond wel belangstelling hadden voor de bestuurskundige en bedrijfskundige modules. Omdat we bestaande producten in de markt brengen, zijn de ontwikkelingskosten laag, en lag het break-even-point bij twintig personen. Ongeveer vijftig hebben zich aangemeld.” Mogelijk start TB volgend jaar ook een deeltijdopleiding voor economisch-administratief geschoolden.

,,In het begin zaten er inderdaad vijftig, maar veel verschijnen er niet meer”, zegt cursiste Cassandra Vrolijk. Vrolijk is marine-officier en werkt nu in Den Haag. ,,Het is beter dan de hele avond voor de buis zitten, en het is goed naast je werk te doen. Al zijn er veel mensen die het zwaar vinden. Ik heb ook gedacht over deeltijd-economie in Rotterdam, maar dat duurt acht jaar.”

,

Na vijf jaar Technische Bestuurskunde bevolken vijfendertig ‘unieke’ ingenieurs de wereld. Geschiedenis en identiteit van een ‘vreemde eend in de bijt’.

De studie Technische Bestuurskunde (TB) bestond op 1 september 1997 vijf jaar. Studievereniging Curius moet nog even wachten, en zal op 17 maart het lustrum vieren. Maar de faculteit TB heeft de vijf jaar niet volgemaakt. Met ingang van het huidige studiejaar is zij gefuseerd met WTM; het nieuwe cluster gaat onder de naam Techniek, Bestuur en Management (TBM) door het leven. Spijtig, maar het eerste lustrum dat op 9 februari, de dies, plaats zou vinden, is dus van de baan.

Dat faculteit en studie een half jaar na elkaar ter wereld kwamen, heeft te maken met politiek geruzie bij de start van de nieuwe Delftse studierichting. ,,In die tijd moest de VSNU haar goedkeuring geven aan een nieuwe studie”, vertelt opleidingsdirecteur dr. S.A.G. Peerdeman. ,,De Universiteit Twente was ertegen, omdat de studie te veel zou lijken op de studie Bestuurskunde in Twente. Dat is onzin. De studie in Twente is veel minder technisch, levert doctorandussen af, en wiskunde A is voldoende om toegelaten te worden. Maar Twente was boos, omdat wij een paar jaar eerder hun studie Civiele Techniek hadden tegengehouden.”

Er onstond een impasse. Omdat het cvb niet van zins was de plannen op te geven werd gekozen voor een omweg. TB heette officieel niet een nieuwe studierichting, maar een ‘vrije studierichting’ binnen Civiele Techniek met een eigenstandige propedeuse. En zo begon TB op 1 september 1992 als vakgroep binnen Civiele Techniek. Het omzetten van een dergelijke vrije studierichting naar een zelfstandige, kon buiten de VSNU om geschieden, nadat de TU haar eigen bestuursreglement had gewijzigd. Toen het eigen gebouw gereed was, werd daarom op 9 februari 1993 de faculteit Technische Bestuurskunde officieel opgericht.

Hoe had in Delft de gedachte postgevat dat een nieuwe studierichting noodzakelijk was? Een belangrijke rol speelde het verdwijnen van de Delftse interfaculteit Technische Bedrijfskunde in 1984. ,,Dat werd als een verlies ervaren”, aldus TB-decaan prof.dr. H.G. Sol. Sol werd in 1984 hoogleraar bij Informatica en werd al snel een pleitbezorger van meer bedrijfs- en bestuurskundige bagage voor de Delftse ingenieur. Daarnaast gaven de technische ministeries (met name Verkeer en Waterstaat) signalen af dat er te weinig ingenieurs waren die direct inzetbaar waren op beleidsmatig gebied. ,,Door het cvb werden die signalen opgepakt”, aldus Peerdeman.
Irritaties

Eind jaren tachtig stelde de TU de commissie Schut-Oele aan om de mogelijkheden van een nieuwe studie te onderzoeken. De eerste was oud-minister van Verkeer en Waterstaat, de laatste voormalig burgemeester van Delft. Het rapport Schut-Oeleschetste twee mogelijkheden: een kopstudie, nadat de student een aantal jaren een andere technische opleiding zou hebben doorlopen. Of een volledige opleiding. Het cvb koos voor de tweede optie, en gaf vervolgens aan de commissie-Zeevalking de opdracht dit plan verder uit te werken. Dit ondanks protesten van het college van decanen en de universiteitsraad die een kopstudie meer dan voldoende achtten.

Nadat de commissie-Zeevalking haar werk gedaan had, besloot het cvb vervolgens dat de nieuwe studie tevens een zelfstandige faculteit zou moeten vormen, omdat dat meer kans van slagen zou geven. Opnieuw was de universiteitsraad tegen. Peerdeman: ,,Het college van bestuur probeerde de u-raad te overtuigen door TB als toekomstige cash-cow van de universiteit voor te stellen. De nieuwe faculteit zou het eerste jaar honderd eerstejaars trekken, maar vanaf het vijfde jaar jaarlijks tweehonderd. De u-raad vond dat onvoldoende. En de raming werd bijgesteld. In het derde jaar zouden er al tweehonderd nieuwe studenten rondlopen.”

De TU riep een werkgroep TB in het leven, met daarin onder anderen de huidige TB-hoogleraren Sol en prof.dr.ir W.A.H. Thissen. Op 1 november 1991 werd de beheerseenheid TB opgericht. De allereerste benoeming was die van Peerdeman.

In razende vaart moest personeel worden aangenomen, wat soms tot kleine irritaties bij andere faculteiten leidde. Zo was Technische Wiskunde en Informatica (TWI) van mening dat in het kielzog van Sol te veel TWI-personeel naar TB verdween. ,,Onzin”, vindt Peerdeman. ,,Niet meer dan drie medewerkers en zijn eigen aio’s. Een ruime meerderheid van het wetenschappelijk personeel van TB komt van buiten.”
Betuwelijn

Nu moesten de studenten nog komen. Op 1 september 1992 stonden er tachtig op de stoep, iets minder dan geraamd. Maar in het tweede jaar waren het er al 130; er leek geen vuiltje aan de lucht. Een jaar later waren het er echter nog altijd 130, en vervolgens kwam de klad er goed in. September 1995 verschenen er 85 eerstejaars. Peerdeman: ,,In de herfst van 1994 zagen we dit al aankomen. We besloten dit niet te beschouwen als toevallig incident, en hebben een reeks maatregelen ontwikkeld om het tij te keren.” TB richtte zich meer op het buitenland, herschreef het curriculum en startte een deeltijdopleiding. Maatregelen die pas afgelopen september van kracht werden.

In 1996 meldden zich opnieuw 85 eerstejaars aan, maar dit jaar september waren er plots weer 140 voltijd eerstejaars, en ongeveer vijftig deeltijdstudenten. Volgens decaan Sol heeft de verbeterde voorlichting aan scholieren een belangrijke rol gespeeld. ,,Toen we het signaal kregen dat er maar 85 eerstejaars kwamen, zijn we als de donder de werving gaan intensiveren, maar dat heeft pas na een paar jaar effect.”

Sol: ,,De boodschap aan scholieren dat TB geen bedrijfskunde en geen bestuuurskunde is, maar een ingenieursopleiding, begint door te komen.” Ook de door TB zelf in het leven geroepen associatie met de Betuwelijn en Schiphol verliest volgens Sol aan kracht. ,,In de voorlichting geven we tegenwoordig heel andere voorbeelden, op het gebied van kennismanagement en informatietechnologie bijvoorbeeld. Een TB’er onderzoekt hoe informatietechnologie gebruikt kan wordenom de overheid effectiever te laten functioneren.”

,,We merken dat het profiel van de studie beter wordt”, vindt Sol. ,,De bestuurs- en bedrijfskundeopleidingen zijn volledig onvergelijkbaar. Twente heeft veel minder techniek. Technische Bestuurskunde is een engineering-vak, je ontwerpt systemen.”

Hoewel het vak is opgebouwd rond de drie disciplines techniek, bestuurskunde en bedrijfskunde, bestaat TB volgens Sol zeker niet uit een mengelmoes van deze vakken. ,,TB is een eigen discipline. De echte TB-vakken, die je bij geen enkele andere studie vindt, beginnen al in het eerste jaar. Tot nog toe is het vak uniek in de wereld, al beginnen vergelijkbare studies op te komen in de Scandinavische landen, Zwitserland en de Verenigde Staten.”
Advies

Inmiddels zijn er zo’n vijfendertig van deze ‘unieke’ diploma’s uitgereikt. De technische ministeries mochten dan mede aan de wieg staan van de TB-opleiding, in tegenstelling tot ‘gewone’ bestuurskundigen laten de nieuwe ingenieurs de overheid en masse links liggen. Vrijwel allemaal hebben ze emplooi gevonden in de adviespraktijk. ,,We zijn met de ministeries op hun verzoek in gesprek over eventuele speciale opleidingstrajecten. Ik heb een aantal secretarissen-generaal gesproken die schreeuwen om goede TB’ers”, aldus Sol.

Toch gaf de minister de opleiding als enige in Delft geen toestemming voor een vijfjarig programma. ,,Het was politiek niet meer haalbaar omdat Bouwkunde en IO wel vijf jaar kregen”, meent Sol. ,,Het cvb is het er ook niet mee eens. Binnenkort mogen instellingen zelf de lengte bepalen.” Sol twijfelt er niet aan of TB zal het extra jaar dan krijgen.

Als decaan zal Sol dat niet meer meemaken. Komende zomer treedt hij terug; vanwege de fusie met WTM is hij de eerste en laatste TB-decaan geweest. Een fusie die tot stand gekomen is op dringend verzoek van het cvb. Toch zien zowel Sol als Peerdeman het samengaan positief tegemoet, al geeft Peerdeman toe dat het er zonder druk van boven waarschijnlijk niet van gekomen was.
Minzaam

Wat voor mens is de TB-student? Een vraag die hoofd onderwijs en onderzoek ir. F.A.J. Loos wellicht het best kan beantwoorden. ,,TB-studenten waren op het vwo over het algemeen breed geïnteresseerd. Ze voelden wel wat voor een technische universiteit, maar andere disciplines spraken hen ook aan.”

,,In de beginjaren werden TB-studenten behoorlijk minzaam bejegend. TB was een vreemde eend in de bijt, men kon het niet plaatsen. ‘Wat stelt TB nou voor, hoort het wel thuis aan de TU?’, was een veelgehoorde opvatting. Nu, na vijf jaar, is dat veel minder.”

Bekend is TB om de goede begeleiding van de studenten. Zo maken eerstejaars tot Kerst verplicht, daarna vrijwillig, deel uit van een mentorgroep. Verder worden docenten die volgens studenten niet goed functioneren bij TB ook daadwerkelijk aangesproken door de onderwijsadviseur. ,,Levert het gesprek geen resultaat op, dan kan de faculteit besluiten voor eenandere docent te kiezen. Dat is de afgelopen jaren drie keer gebeurd.”

Goede begeleiding heeft ook zijn keerzijde. ,,Het eerste jaar bij TB was schools. Zeker in vergelijking met het jaar wiskunde, dat ik daarvoor gedaan had”, zegt Yvo Saanen (24). Saanen behoorde bij de eerste lichting studenten, en eveneens bij de eerste lichting afstudeerders. ,,Je had dertig uur per week college en moest verplicht aanwezig zijn. Daardoor leer je niet zelfstandig werken, en bij het afstuderen merk je dat. Een aantal studenten presteerde minder goed dan je zou verwachten.”

Volgens Loos is dit verbeterd in het nieuwe curriculum, dat vanaf september in werking is getreden. Er zijn minder contacturen per week. Verder worden de vakken meer geïntegreerd en in grotere modules aangeboden, en werken studenten meer in groepjes.

Saanen is nog regelmatig bij TB te vinden, vanwege een opdracht van de faculteit voor het onderzoeks- en adviesbureau dat hij met twee studiegenoten oprichtte. ,,Bijna alle afgestudeerden zijn adviseurs geworden. Dat ligt een beetje in de lijn van de studie. Je kijkt naar problemen vanuit een adviserende rol.”

Met vreugde verruilde Saanen in 1992 de faculteit wiskunde voor die van TB. ,,Bij wiskunde ben je de hele dag met wiskunde bezig, veel te eng. TB biedt meer variatie in de stof en staat veel dichterbij de maatschappij. Meer dan de helft van de eerstejaars in 1992 waren omzwaaiers van andere Delftse studies.”

,,Een echt multidisciplinaire studie”, vindt hij. ,,Wij behandelen processen die veel met techniek te maken hebben, zonder in te gaan op de technische details. Neem de HSL. Wij vragen ons af: hoe scoren bepaalde varianten in de perceptie van bepaalde partijen. Je verplaatst je in verschillende perspectieven. Dan vind je verklaringen waarom iets niet werkt, hoewel het technisch geoptimaliseerd is. Maar een civieler houdt zich bezig met de vraag hoe ruim een bocht moet zijn.”

Met ‘gewone’ bestuurskunde kan de studie volgens Saanen niet vergeleken worden. ,,Ik heb in het Landelijk Overleg Bestuurskundeverenigingen gezeten. Het cultuurtje is heel anders. Vergaderingen bij Bestuurskunde zijn honderd keer wolliger dan hier. De studie is veel meer op de overheid gericht, en bestuurskundigen zijn wiskundig minder onderlegd.”

‘Beter dan de hele avond voor de buis’

Deeltijdopleiding voor technische buffelaars

Het is donderdagavond half zeven als dr. P.W.G. Bots de zaal binnenstapt. Hij valt als docent nauwelijks van zijn leerlingen te onderscheiden. De jongsten zijn minstens vijfentwintig; anderen zijn veel ouder. We zijn aanbeland bij de deeltijdopleiding TB. Vanavond staat tot half tien het vak Inleiding Bestuurskunde op het programma.

Het tentamen komt eraan, en dus is het tijd voor vragen. De vijfentwintig aanwezigen (onder wie slechts een enkele dame)mogen daarom zelf de agenda bepalen. De dictaten TB 111 liggen bij iedereen open op tafel.

In plaats van rugzakken staan er nette koffertjes her en der langs de tafels geparkeerd. Verder is er eigenlijk weinig verschil met een gewoon college; ook volwassenen lenen blaadjes bij elkaar. De meeste aanwezigen hebben een HTS-diploma, en zijn daarom vrijgesteld van de technische vakken. Twintig uur per week kost het ze; na vier jaar hopen de meesten de ingenieurstitel TB te behalen.

,,Omdat het TB-programma dit jaar modulair is opgezet, rees het plan deze modules ook aan anderen aan te bieden”, aldus opleidingsdirecteur Peerdeman. ,,Uit onderzoek bleek dat voornamelijk mensen met een hogere technische achtergrond wel belangstelling hadden voor de bestuurskundige en bedrijfskundige modules. Omdat we bestaande producten in de markt brengen, zijn de ontwikkelingskosten laag, en lag het break-even-point bij twintig personen. Ongeveer vijftig hebben zich aangemeld.” Mogelijk start TB volgend jaar ook een deeltijdopleiding voor economisch-administratief geschoolden.

,,In het begin zaten er inderdaad vijftig, maar veel verschijnen er niet meer”, zegt cursiste Cassandra Vrolijk. Vrolijk is marine-officier en werkt nu in Den Haag. ,,Het is beter dan de hele avond voor de buis zitten, en het is goed naast je werk te doen. Al zijn er veel mensen die het zwaar vinden. Ik heb ook gedacht over deeltijd-economie in Rotterdam, maar dat duurt acht jaar.”

Na vijf jaar Technische Bestuurskunde bevolken vijfendertig ‘unieke’ ingenieurs de wereld. Geschiedenis en identiteit van een ‘vreemde eend in de bijt’.

De studie Technische Bestuurskunde (TB) bestond op 1 september 1997 vijf jaar. Studievereniging Curius moet nog even wachten, en zal op 17 maart het lustrum vieren. Maar de faculteit TB heeft de vijf jaar niet volgemaakt. Met ingang van het huidige studiejaar is zij gefuseerd met WTM; het nieuwe cluster gaat onder de naam Techniek, Bestuur en Management (TBM) door het leven. Spijtig, maar het eerste lustrum dat op 9 februari, de dies, plaats zou vinden, is dus van de baan.

Dat faculteit en studie een half jaar na elkaar ter wereld kwamen, heeft te maken met politiek geruzie bij de start van de nieuwe Delftse studierichting. ,,In die tijd moest de VSNU haar goedkeuring geven aan een nieuwe studie”, vertelt opleidingsdirecteur dr. S.A.G. Peerdeman. ,,De Universiteit Twente was ertegen, omdat de studie te veel zou lijken op de studie Bestuurskunde in Twente. Dat is onzin. De studie in Twente is veel minder technisch, levert doctorandussen af, en wiskunde A is voldoende om toegelaten te worden. Maar Twente was boos, omdat wij een paar jaar eerder hun studie Civiele Techniek hadden tegengehouden.”

Er onstond een impasse. Omdat het cvb niet van zins was de plannen op te geven werd gekozen voor een omweg. TB heette officieel niet een nieuwe studierichting, maar een ‘vrije studierichting’ binnen Civiele Techniek met een eigenstandige propedeuse. En zo begon TB op 1 september 1992 als vakgroep binnen Civiele Techniek. Het omzetten van een dergelijke vrije studierichting naar een zelfstandige, kon buiten de VSNU om geschieden, nadat de TU haar eigen bestuursreglement had gewijzigd. Toen het eigen gebouw gereed was, werd daarom op 9 februari 1993 de faculteit Technische Bestuurskunde officieel opgericht.

Hoe had in Delft de gedachte postgevat dat een nieuwe studierichting noodzakelijk was? Een belangrijke rol speelde het verdwijnen van de Delftse interfaculteit Technische Bedrijfskunde in 1984. ,,Dat werd als een verlies ervaren”, aldus TB-decaan prof.dr. H.G. Sol. Sol werd in 1984 hoogleraar bij Informatica en werd al snel een pleitbezorger van meer bedrijfs- en bestuurskundige bagage voor de Delftse ingenieur. Daarnaast gaven de technische ministeries (met name Verkeer en Waterstaat) signalen af dat er te weinig ingenieurs waren die direct inzetbaar waren op beleidsmatig gebied. ,,Door het cvb werden die signalen opgepakt”, aldus Peerdeman.
Irritaties

Eind jaren tachtig stelde de TU de commissie Schut-Oele aan om de mogelijkheden van een nieuwe studie te onderzoeken. De eerste was oud-minister van Verkeer en Waterstaat, de laatste voormalig burgemeester van Delft. Het rapport Schut-Oeleschetste twee mogelijkheden: een kopstudie, nadat de student een aantal jaren een andere technische opleiding zou hebben doorlopen. Of een volledige opleiding. Het cvb koos voor de tweede optie, en gaf vervolgens aan de commissie-Zeevalking de opdracht dit plan verder uit te werken. Dit ondanks protesten van het college van decanen en de universiteitsraad die een kopstudie meer dan voldoende achtten.

Nadat de commissie-Zeevalking haar werk gedaan had, besloot het cvb vervolgens dat de nieuwe studie tevens een zelfstandige faculteit zou moeten vormen, omdat dat meer kans van slagen zou geven. Opnieuw was de universiteitsraad tegen. Peerdeman: ,,Het college van bestuur probeerde de u-raad te overtuigen door TB als toekomstige cash-cow van de universiteit voor te stellen. De nieuwe faculteit zou het eerste jaar honderd eerstejaars trekken, maar vanaf het vijfde jaar jaarlijks tweehonderd. De u-raad vond dat onvoldoende. En de raming werd bijgesteld. In het derde jaar zouden er al tweehonderd nieuwe studenten rondlopen.”

De TU riep een werkgroep TB in het leven, met daarin onder anderen de huidige TB-hoogleraren Sol en prof.dr.ir W.A.H. Thissen. Op 1 november 1991 werd de beheerseenheid TB opgericht. De allereerste benoeming was die van Peerdeman.

In razende vaart moest personeel worden aangenomen, wat soms tot kleine irritaties bij andere faculteiten leidde. Zo was Technische Wiskunde en Informatica (TWI) van mening dat in het kielzog van Sol te veel TWI-personeel naar TB verdween. ,,Onzin”, vindt Peerdeman. ,,Niet meer dan drie medewerkers en zijn eigen aio’s. Een ruime meerderheid van het wetenschappelijk personeel van TB komt van buiten.”
Betuwelijn

Nu moesten de studenten nog komen. Op 1 september 1992 stonden er tachtig op de stoep, iets minder dan geraamd. Maar in het tweede jaar waren het er al 130; er leek geen vuiltje aan de lucht. Een jaar later waren het er echter nog altijd 130, en vervolgens kwam de klad er goed in. September 1995 verschenen er 85 eerstejaars. Peerdeman: ,,In de herfst van 1994 zagen we dit al aankomen. We besloten dit niet te beschouwen als toevallig incident, en hebben een reeks maatregelen ontwikkeld om het tij te keren.” TB richtte zich meer op het buitenland, herschreef het curriculum en startte een deeltijdopleiding. Maatregelen die pas afgelopen september van kracht werden.

In 1996 meldden zich opnieuw 85 eerstejaars aan, maar dit jaar september waren er plots weer 140 voltijd eerstejaars, en ongeveer vijftig deeltijdstudenten. Volgens decaan Sol heeft de verbeterde voorlichting aan scholieren een belangrijke rol gespeeld. ,,Toen we het signaal kregen dat er maar 85 eerstejaars kwamen, zijn we als de donder de werving gaan intensiveren, maar dat heeft pas na een paar jaar effect.”

Sol: ,,De boodschap aan scholieren dat TB geen bedrijfskunde en geen bestuuurskunde is, maar een ingenieursopleiding, begint door te komen.” Ook de door TB zelf in het leven geroepen associatie met de Betuwelijn en Schiphol verliest volgens Sol aan kracht. ,,In de voorlichting geven we tegenwoordig heel andere voorbeelden, op het gebied van kennismanagement en informatietechnologie bijvoorbeeld. Een TB’er onderzoekt hoe informatietechnologie gebruikt kan wordenom de overheid effectiever te laten functioneren.”

,,We merken dat het profiel van de studie beter wordt”, vindt Sol. ,,De bestuurs- en bedrijfskundeopleidingen zijn volledig onvergelijkbaar. Twente heeft veel minder techniek. Technische Bestuurskunde is een engineering-vak, je ontwerpt systemen.”

Hoewel het vak is opgebouwd rond de drie disciplines techniek, bestuurskunde en bedrijfskunde, bestaat TB volgens Sol zeker niet uit een mengelmoes van deze vakken. ,,TB is een eigen discipline. De echte TB-vakken, die je bij geen enkele andere studie vindt, beginnen al in het eerste jaar. Tot nog toe is het vak uniek in de wereld, al beginnen vergelijkbare studies op te komen in de Scandinavische landen, Zwitserland en de Verenigde Staten.”
Advies

Inmiddels zijn er zo’n vijfendertig van deze ‘unieke’ diploma’s uitgereikt. De technische ministeries mochten dan mede aan de wieg staan van de TB-opleiding, in tegenstelling tot ‘gewone’ bestuurskundigen laten de nieuwe ingenieurs de overheid en masse links liggen. Vrijwel allemaal hebben ze emplooi gevonden in de adviespraktijk. ,,We zijn met de ministeries op hun verzoek in gesprek over eventuele speciale opleidingstrajecten. Ik heb een aantal secretarissen-generaal gesproken die schreeuwen om goede TB’ers”, aldus Sol.

Toch gaf de minister de opleiding als enige in Delft geen toestemming voor een vijfjarig programma. ,,Het was politiek niet meer haalbaar omdat Bouwkunde en IO wel vijf jaar kregen”, meent Sol. ,,Het cvb is het er ook niet mee eens. Binnenkort mogen instellingen zelf de lengte bepalen.” Sol twijfelt er niet aan of TB zal het extra jaar dan krijgen.

Als decaan zal Sol dat niet meer meemaken. Komende zomer treedt hij terug; vanwege de fusie met WTM is hij de eerste en laatste TB-decaan geweest. Een fusie die tot stand gekomen is op dringend verzoek van het cvb. Toch zien zowel Sol als Peerdeman het samengaan positief tegemoet, al geeft Peerdeman toe dat het er zonder druk van boven waarschijnlijk niet van gekomen was.
Minzaam

Wat voor mens is de TB-student? Een vraag die hoofd onderwijs en onderzoek ir. F.A.J. Loos wellicht het best kan beantwoorden. ,,TB-studenten waren op het vwo over het algemeen breed geïnteresseerd. Ze voelden wel wat voor een technische universiteit, maar andere disciplines spraken hen ook aan.”

,,In de beginjaren werden TB-studenten behoorlijk minzaam bejegend. TB was een vreemde eend in de bijt, men kon het niet plaatsen. ‘Wat stelt TB nou voor, hoort het wel thuis aan de TU?’, was een veelgehoorde opvatting. Nu, na vijf jaar, is dat veel minder.”

Bekend is TB om de goede begeleiding van de studenten. Zo maken eerstejaars tot Kerst verplicht, daarna vrijwillig, deel uit van een mentorgroep. Verder worden docenten die volgens studenten niet goed functioneren bij TB ook daadwerkelijk aangesproken door de onderwijsadviseur. ,,Levert het gesprek geen resultaat op, dan kan de faculteit besluiten voor eenandere docent te kiezen. Dat is de afgelopen jaren drie keer gebeurd.”

Goede begeleiding heeft ook zijn keerzijde. ,,Het eerste jaar bij TB was schools. Zeker in vergelijking met het jaar wiskunde, dat ik daarvoor gedaan had”, zegt Yvo Saanen (24). Saanen behoorde bij de eerste lichting studenten, en eveneens bij de eerste lichting afstudeerders. ,,Je had dertig uur per week college en moest verplicht aanwezig zijn. Daardoor leer je niet zelfstandig werken, en bij het afstuderen merk je dat. Een aantal studenten presteerde minder goed dan je zou verwachten.”

Volgens Loos is dit verbeterd in het nieuwe curriculum, dat vanaf september in werking is getreden. Er zijn minder contacturen per week. Verder worden de vakken meer geïntegreerd en in grotere modules aangeboden, en werken studenten meer in groepjes.

Saanen is nog regelmatig bij TB te vinden, vanwege een opdracht van de faculteit voor het onderzoeks- en adviesbureau dat hij met twee studiegenoten oprichtte. ,,Bijna alle afgestudeerden zijn adviseurs geworden. Dat ligt een beetje in de lijn van de studie. Je kijkt naar problemen vanuit een adviserende rol.”

Met vreugde verruilde Saanen in 1992 de faculteit wiskunde voor die van TB. ,,Bij wiskunde ben je de hele dag met wiskunde bezig, veel te eng. TB biedt meer variatie in de stof en staat veel dichterbij de maatschappij. Meer dan de helft van de eerstejaars in 1992 waren omzwaaiers van andere Delftse studies.”

,,Een echt multidisciplinaire studie”, vindt hij. ,,Wij behandelen processen die veel met techniek te maken hebben, zonder in te gaan op de technische details. Neem de HSL. Wij vragen ons af: hoe scoren bepaalde varianten in de perceptie van bepaalde partijen. Je verplaatst je in verschillende perspectieven. Dan vind je verklaringen waarom iets niet werkt, hoewel het technisch geoptimaliseerd is. Maar een civieler houdt zich bezig met de vraag hoe ruim een bocht moet zijn.”

Met ‘gewone’ bestuurskunde kan de studie volgens Saanen niet vergeleken worden. ,,Ik heb in het Landelijk Overleg Bestuurskundeverenigingen gezeten. Het cultuurtje is heel anders. Vergaderingen bij Bestuurskunde zijn honderd keer wolliger dan hier. De studie is veel meer op de overheid gericht, en bestuurskundigen zijn wiskundig minder onderlegd.”

‘Beter dan de hele avond voor de buis’

Deeltijdopleiding voor technische buffelaars

Het is donderdagavond half zeven als dr. P.W.G. Bots de zaal binnenstapt. Hij valt als docent nauwelijks van zijn leerlingen te onderscheiden. De jongsten zijn minstens vijfentwintig; anderen zijn veel ouder. We zijn aanbeland bij de deeltijdopleiding TB. Vanavond staat tot half tien het vak Inleiding Bestuurskunde op het programma.

Het tentamen komt eraan, en dus is het tijd voor vragen. De vijfentwintig aanwezigen (onder wie slechts een enkele dame)mogen daarom zelf de agenda bepalen. De dictaten TB 111 liggen bij iedereen open op tafel.

In plaats van rugzakken staan er nette koffertjes her en der langs de tafels geparkeerd. Verder is er eigenlijk weinig verschil met een gewoon college; ook volwassenen lenen blaadjes bij elkaar. De meeste aanwezigen hebben een HTS-diploma, en zijn daarom vrijgesteld van de technische vakken. Twintig uur per week kost het ze; na vier jaar hopen de meesten de ingenieurstitel TB te behalen.

,,Omdat het TB-programma dit jaar modulair is opgezet, rees het plan deze modules ook aan anderen aan te bieden”, aldus opleidingsdirecteur Peerdeman. ,,Uit onderzoek bleek dat voornamelijk mensen met een hogere technische achtergrond wel belangstelling hadden voor de bestuurskundige en bedrijfskundige modules. Omdat we bestaande producten in de markt brengen, zijn de ontwikkelingskosten laag, en lag het break-even-point bij twintig personen. Ongeveer vijftig hebben zich aangemeld.” Mogelijk start TB volgend jaar ook een deeltijdopleiding voor economisch-administratief geschoolden.

,,In het begin zaten er inderdaad vijftig, maar veel verschijnen er niet meer”, zegt cursiste Cassandra Vrolijk. Vrolijk is marine-officier en werkt nu in Den Haag. ,,Het is beter dan de hele avond voor de buis zitten, en het is goed naast je werk te doen. Al zijn er veel mensen die het zwaar vinden. Ik heb ook gedacht over deeltijd-economie in Rotterdam, maar dat duurt acht jaar.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.