Campus

‘Universiteiten zoeken het geld in de verkeerde hoek’

We gaan de markt op, roepen universiteiten deze weken. Maar ze zoeken het in de verkeerde hoek, meent werkgeversorganisatie VNO-NCW.

Elke universiteit zoekt naar manieren om de klap van de nieuwe bezuinigingen op te vangen. Zo willen Delft en Twente meer contractonderzoek oppakken, terwijl de Leidse universiteit voortaan zelf de hoogte van het collegegeld wil bepalen. Afhankelijk van de opleiding moeten studenten in de toekomst 5000 tot 50.000 gulden betalen, kondigde de Leidse collegevoorzitter Vredevoogd aan. Hij wil bovendien met de pet langs het bedrijfsleven voor ‘een substantiële bijdrage’ aan het onderwijs.

Kortom, de universiteiten willen zaken doen met het bedrijfsleven. Maar willen bedrijven dat wel? Drs. A. Renique, secretaris onderwijszaken van werkgeversorganisatie VNO-NCW, ziet nog wel wat beren op de weg. Zo mag ‘de markt op gaan’ geen doel op zichzelf worden, waarschuwt hij.

VNO-NCW heeft grote bezwaren tegen universiteiten die in de vorm van een bv een eigen uitzendbureau, vastgoedmaatschappij of vertaalbureau oprichten. Dat leidt tot oneerlijke concurrentie met bedrijven die zonder overheidssubsidie op dezelfde markt actief zijn. Acht van de dertien universiteiten hebben tegenwoordig zulke commerciële bv’s.

,,Toch juichen we het zeker toe dat universiteiten hun kennis doorspelen naar het bedrijfsleven”, vervolgt Renique. En dus moeten ze hun commerciële activiteiten louter toespitsen op hun ‘kerntaak’ van onderzoek en onderwijs. Maar zelfs dan blijft het lastig: een universiteit krijgt immers overheidsubsidie om in ruil daarvoor de maatschappij van kennis te voorzien – niet om die tegen commerciële prijzen te verkopen. Daarom moeten er duidelijke spelregels komen, vindt Renique, want het is hem duidelijk dat universiteiten toch de kans moeten krijgen om geld te verdienen.
Grens

Veel illusies hoeven universiteiten zich echter niet te maken. ,,Dat bedrijven meebetalen aan basisopleidingen, zoals Leiden kennelijk wil, ligt niet in de rede”, valt hij met de deur in huis. Bedrijven stoppen eigenlijk al heel wat geld in het onderwijs, stelt Renique. Hij wijst op gesponsorde leerstoelen, gastdocenten en op afstudeeropdrachten die techniekstudenten op kosten van bedrijven uitvoeren. Maar daar trekt VNO-NCW ook meteen de grens.

,,Het is de taak van de overheid om het reguliere onderwijs overeind te houden. Niet de onze”, zegt Renique. ,,Tenzij je de Amerikaanse kant op wil. Maar daar zeg ik over: in Amerika kunnen bedrijven en ook ouders fors meebetalen, omdat het belastingklimaat er heel anders is. Hier heb je hoge lasten, maar daar staat – onder andere – wel een toegankelijk systeem van hoger onderwijs tegenover.”

Voorlopig wil Leiden als enige op de Amerikaanse toer gaan, met gesponsord onderwijs. Toch zouden meer universiteiten blij zijn als minister Hermans de hoogte van het collegegeld vrijgeeft. Dan kunnen ze voor hun topopleidingen een hoge entreeprijs vragen en voor ‘doorsneestudies’ het gewone bedrag. VSNU-topman Rien Meijerink pleitte hier direct na Prinsjesdag al voor.

VNO-NCW ziet niets in dit plan. Volgens deskundigen komt de arbeidsmarkt in 2002 jaarlijks 50.000 academici tekort. Door het collegegeld te verhogen worden dat er alleen maar meer, denkt Renique. ,,Je verhoogt de drempel om te gaan studeren als je, zoals Leiden, de kosten van een opleiding in het collegegeld wilt verwerken. Alleen rijke ouders kunnen zulke bedragen betalen.”

Onplezierig nieuws heeft Renique ook voor universiteiten als Delft en Twente, die aanzienlijk meer geld willen verdienen met onderzoek. In die hoek valt volgens hem weinig meer te halen. ,,Bedrijven besteden het meeste onderzoek dat zich daarvoor leent al uit, vooral aan universiteiten. Die markt beheersen ze dus al. Er is hooguit nog een groei van zo’n tien procent mogelijk.”
Boodschap

Toch ziet VNO-NCW wel kansen. Universiteiten moeten hun kennis veel meer exploiteren. Juist deze week werd bekend dat een universiteit per jaar zo’n vijftien keer octrooi aanvraagt. En dat terwijl wetenschappers samen duizenden malen publiceren. Renique: ,,Ze laten het nog te veel bij een publicatie en eventueel een congres in plaats van hun kennis te vermarkten.”

En dan is er nog een grote markt, aldus Renique, voor mensen die na een tijdje werken hun kennis willen bijspijkeren. ,,Voor post-academisch onderwijs betalen bedrijven grif. Als het tenminste maar kwaliteit heeft.” En daar valt nog een wereld te winnen, betoogt de stafmedewerker. Te vaak pakken ‘ondernemende universiteiten’ een oude module van de plank met de boodschap: als jullie nou voor dertig cursisten zorgen, regelen wij een hoogleraar.

Universiteiten redeneren ten onrechte dat de cursisten wel op hun bestaande onderwijsaanbod afkomen. Renique: ,,Ze denken nog te weinig vanuit de klant. Maar maken ze die omslag, dan kunnen ze hun inkomsten op dat gebied met vijftig tot honderd procent verhogen. In die markt zit in potentie nog veel geld.”

Elke universiteit zoekt naar manieren om de klap van de nieuwe bezuinigingen op te vangen. Zo willen Delft en Twente meer contractonderzoek oppakken, terwijl de Leidse universiteit voortaan zelf de hoogte van het collegegeld wil bepalen. Afhankelijk van de opleiding moeten studenten in de toekomst 5000 tot 50.000 gulden betalen, kondigde de Leidse collegevoorzitter Vredevoogd aan. Hij wil bovendien met de pet langs het bedrijfsleven voor ‘een substantiële bijdrage’ aan het onderwijs.

Kortom, de universiteiten willen zaken doen met het bedrijfsleven. Maar willen bedrijven dat wel? Drs. A. Renique, secretaris onderwijszaken van werkgeversorganisatie VNO-NCW, ziet nog wel wat beren op de weg. Zo mag ‘de markt op gaan’ geen doel op zichzelf worden, waarschuwt hij.

VNO-NCW heeft grote bezwaren tegen universiteiten die in de vorm van een bv een eigen uitzendbureau, vastgoedmaatschappij of vertaalbureau oprichten. Dat leidt tot oneerlijke concurrentie met bedrijven die zonder overheidssubsidie op dezelfde markt actief zijn. Acht van de dertien universiteiten hebben tegenwoordig zulke commerciële bv’s.

,,Toch juichen we het zeker toe dat universiteiten hun kennis doorspelen naar het bedrijfsleven”, vervolgt Renique. En dus moeten ze hun commerciële activiteiten louter toespitsen op hun ‘kerntaak’ van onderzoek en onderwijs. Maar zelfs dan blijft het lastig: een universiteit krijgt immers overheidsubsidie om in ruil daarvoor de maatschappij van kennis te voorzien – niet om die tegen commerciële prijzen te verkopen. Daarom moeten er duidelijke spelregels komen, vindt Renique, want het is hem duidelijk dat universiteiten toch de kans moeten krijgen om geld te verdienen.
Grens

Veel illusies hoeven universiteiten zich echter niet te maken. ,,Dat bedrijven meebetalen aan basisopleidingen, zoals Leiden kennelijk wil, ligt niet in de rede”, valt hij met de deur in huis. Bedrijven stoppen eigenlijk al heel wat geld in het onderwijs, stelt Renique. Hij wijst op gesponsorde leerstoelen, gastdocenten en op afstudeeropdrachten die techniekstudenten op kosten van bedrijven uitvoeren. Maar daar trekt VNO-NCW ook meteen de grens.

,,Het is de taak van de overheid om het reguliere onderwijs overeind te houden. Niet de onze”, zegt Renique. ,,Tenzij je de Amerikaanse kant op wil. Maar daar zeg ik over: in Amerika kunnen bedrijven en ook ouders fors meebetalen, omdat het belastingklimaat er heel anders is. Hier heb je hoge lasten, maar daar staat – onder andere – wel een toegankelijk systeem van hoger onderwijs tegenover.”

Voorlopig wil Leiden als enige op de Amerikaanse toer gaan, met gesponsord onderwijs. Toch zouden meer universiteiten blij zijn als minister Hermans de hoogte van het collegegeld vrijgeeft. Dan kunnen ze voor hun topopleidingen een hoge entreeprijs vragen en voor ‘doorsneestudies’ het gewone bedrag. VSNU-topman Rien Meijerink pleitte hier direct na Prinsjesdag al voor.

VNO-NCW ziet niets in dit plan. Volgens deskundigen komt de arbeidsmarkt in 2002 jaarlijks 50.000 academici tekort. Door het collegegeld te verhogen worden dat er alleen maar meer, denkt Renique. ,,Je verhoogt de drempel om te gaan studeren als je, zoals Leiden, de kosten van een opleiding in het collegegeld wilt verwerken. Alleen rijke ouders kunnen zulke bedragen betalen.”

Onplezierig nieuws heeft Renique ook voor universiteiten als Delft en Twente, die aanzienlijk meer geld willen verdienen met onderzoek. In die hoek valt volgens hem weinig meer te halen. ,,Bedrijven besteden het meeste onderzoek dat zich daarvoor leent al uit, vooral aan universiteiten. Die markt beheersen ze dus al. Er is hooguit nog een groei van zo’n tien procent mogelijk.”
Boodschap

Toch ziet VNO-NCW wel kansen. Universiteiten moeten hun kennis veel meer exploiteren. Juist deze week werd bekend dat een universiteit per jaar zo’n vijftien keer octrooi aanvraagt. En dat terwijl wetenschappers samen duizenden malen publiceren. Renique: ,,Ze laten het nog te veel bij een publicatie en eventueel een congres in plaats van hun kennis te vermarkten.”

En dan is er nog een grote markt, aldus Renique, voor mensen die na een tijdje werken hun kennis willen bijspijkeren. ,,Voor post-academisch onderwijs betalen bedrijven grif. Als het tenminste maar kwaliteit heeft.” En daar valt nog een wereld te winnen, betoogt de stafmedewerker. Te vaak pakken ‘ondernemende universiteiten’ een oude module van de plank met de boodschap: als jullie nou voor dertig cursisten zorgen, regelen wij een hoogleraar.

Universiteiten redeneren ten onrechte dat de cursisten wel op hun bestaande onderwijsaanbod afkomen. Renique: ,,Ze denken nog te weinig vanuit de klant. Maar maken ze die omslag, dan kunnen ze hun inkomsten op dat gebied met vijftig tot honderd procent verhogen. In die markt zit in potentie nog veel geld.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.