Een dikke elektrische auto op je parkeerplek in hartje stad – dat wil iedereen wel. Béétje duur alleen, en kilometers of snelheid maak je er in zo’n situatie toch niet mee.
Daar zit een gat in de markt, ontdekten werktuigbouwstudenten Bart van Liere (21), Jaap van der Blonk (22), Martin Maayen (21) en Jaco Zuijdweg (21) voor hun bachelor-eindproject.
Raadseltje: wat doet een dure, luxe auto voor de deur van iemand die woont en werkt in de stad? Antwoord: doorgaans niet zo heel erg veel. En dat is eigenlijk best zonde. Je betaalt tenslotte voor allerlei opties in die auto (een hoop PK’s, cruise control…), maar kunt in de stad hooguit met vijftig kilometer per uur van je hightech navigatiesysteem genieten – zelfs al is die auto elektrisch. Dan volstaat een brommobiel toch ook? Maar ja, sexy is anders – en zo’n veredelde invalidenwagen is nog steeds milieuvervuilend. “Daartussen zit een enorm gat”, constateert Bart van Liere. “Het Nederlandse wagenpark bestaat uit meer dan zeven miljoen auto’s, waarvan een half procent elektrische. Elektrische auto’s zijn nog steeds duur in aanschaf, terwijl hun prestaties gemiddeld zijn. Ze kunnen net zo veel als gewone, goedkopere benzineauto’s, maar hebben een veel kleinere actieradius.” Lag daar even een mooie kans voor hun bachelor-eindproject.
De elektrische aandrijflijn die de studenten ontwierpen, past in elke kleine auto. Resultaat: een goedkope, superschone auto voor een groot publiek, met een maximumsnelheid van tachtig kilometer per uur. Daar kun je precies een dag mee rondrijden zonder op te laden. “We hebben er een kleinere accu in gebouwd en een kleinere motor, want daar merk je toch niks van als je niet sneller rijdt dan tachtig”, vertelt Van Liere. En niemand die het ziet, want het omhulsel is gewoon je spiksplinternieuwe Fox, Micra of Ka. O, of Smart natuurlijk, die de docent van het viertal speciaal voor het project aanschafte. Sterker nog; hij heeft er een heel bedrijf omheen, dat verder gaat met de ontwikkeling van de zogeheten EcoSmart. Zonder Van Liere en consorten, trouwens. “Geeft niks”, vindt hij, “voor ons was het gewoon een studieonderdeel. En niet voor elk bachelor-eindproject krijg je al zo’n totaalplaatje aangereikt. We worden wel op de hoogte gehouden van de vorderingen.” Zo moet bijvoorbeeld nog onderzocht worden wat de afzetmarkt is voor zo’n kleine, superschone stadsauto. Zelf zou Van Liere er alvast wel in willen rijden. Het is natuurlijk lucratief, in een fase waarin zelfs het bewaakt parkeren van je fiets al te duur is. Moet hij alleen nog even niet die droombaan aan de andere kant van de Randstad accepteren, want zoveel ontwikkeling – dat houdt zelfs een futuristische stadsauto pas na nog heel wat volgende bachelor-eindprojecten bij.
Onderzoek: Aandrijflijn voor kleine elektrische stadsauto’s
Eindcijfer: 6,5
De nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit wijt de toename aan de strengere Europese regels voor chemische stoffen. Daarvan werden vooral ratten het slachtoffer. Ook het aantal proeven met kippen steeg, maar met ‘andere vogels’ werd aanzienlijk minder geëxperimenteerd. De meeste proeven werden verricht voor wetenschappelijk onderzoek (52,8 procent). Ruim een derde was bedoeld voor de ontwikkeling van geneesmiddelen en vaccins.
De stichting Proefdiervrij noemt het alarmerend dat het aantal dierproeven voor het eerst in zes jaar weer steeg. Ook zij wijt dat aan de strengere Europese regels en vreest dat deze de komende jaren voor een verdere toename zullen zorgen. De ontwikkeling van alternatieven voor dierproeven zou de trend weer kunnen keren.

Comments are closed.