Hoge plafonds, ouderwets metselwerk, klassieke raampartijen. Mooie panden. Maar ook: veel achterstallig onderhoud, enorme stookkosten en veel tocht en vocht.
Om een aantal markante TU-gebouwen te behouden, is veel geld nodig. Geld dat de TU niet heeft. Daarom komen de panden op de markt. En omdat ze geen monumentale status hebben, wacht voor sommige de slopershamer. Deze week werd de verkoop van het pand aan de Rotterdamseweg 137 aan de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk vrijwel rondgemaakt.
Technische materiaalwetenschappen
Wie gaat dit gebouw missen? Misschien wat verstokte gebruikers en het vaste groepje skaters bij de ingang aan de Jaffalaan. Het pand van technische materiaalwetenschappen op de hoek van de Rotterdamseweg/Jaffalaan, heeft weinig uitstraling. “Het is wel een functioneel gebouw”, vindt Pim Kool, secretaris van technische materiaalwetenschappen. Het pand Rotterdamseweg 137 werd tussen 1957 en 1961 gebouwd door architectenbureau Van den Broek en Bakema en bestaat uit twee delen. Een vleugel met kamers voor onderwijs en onderzoek langs de Rotterdamseweg en hallen voor zware apparatuur aan de Leeghwaterstraat.
“Ik vind het logisch dat we verhuizen naar het gebouw van werktuigbouwkunde en maritieme techniek, omdat we nu onderdeel van de faculteit OCP zijn”, zegt Kool. “Binnen dat gebouw kunnen we flink besparen op vierkante meters. Natuurlijk is niet iedereen blij met de verhuizing, maar de keus was: vierkante meters of personeel. De meeste mensen weten dan wel wat ze moesten kiezen.” Hij hoopt op meer studenten door de betere uitstraling van het OCP-gebouw aan de Mekelweg. “Het blijft natuurlijk filosoferen of dat door de verbouwing komt, maar de studentenaantallen van werktuigbouw en maritieme techniek zitten de laatste jaren in de lift.” De verhuizing gaat volgend jaar beginnen en moet officieel medio 2006 klaar zijn. Deze week werd het pand verkocht aan de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk, die hier haar nieuwe vestiging op de campus zal realiseren.
Loze trap
Een grappig detail in het sobere gebouw van technische materiaalwetenschappen zijn de trappen die tot in het plafond doorlopen. Dit is gedaan met het oog op een extra verdieping, die er nooit kwam. Met de uitbouwen tegenover de trappen doorbrak architect Johannes Rijnsdorp de gevel aan de Rotterdamseweg. De doodlopende trappen worden nu vooral gebruikt als opslagruimte.
Wals
Apparatuur weghalen bij Materiaalwetenschappen was nooit nodig de afgelopen vijftig jaar. Er was toch zat ruimte. De diverse afdelingen hebben de afgelopen tijd bepaald wat mee kan en wat niet. “Dat viel niet mee”, zegt TMW-secretaris Pim Kool. De wals in hal nummer zes verhuist niet mee, maar heeft al wel een nieuwe eigenaar gevonden. Corus (Hoogovens) gaat de wals in IJmuiden neerzetten. “Als er bij materiaalwetenschappen ooit nog eens onderzoek wordt gedaan waarvoor de wals nodig is, dan mogen we er in IJmuiden gebruik van maken.”
Het Gaac-gebouw
Het Gaac-gebouw aan het De Vries van Heijstplantsoen staat al enige tijd leeg en is verkocht aan woningbouwvereniging Duwo. Het pand gaat tegen de vlakte en er komen 266 studentenwoningen voor in de plaats. Gelukkig blijft het monumentale trappenhuis met het prachtige glas in lood wel staan. De afgelopen jaren maakte de facilitaire dienst gebruik van het pand, en werd er onder meer het lustrum van studentenvereniging Virgiel gevierd. Ook het tijdelijke liefdadigheidsrestaurant Happietaria was gevestigd in het gebouw.
Geodesie
Ook de voormalige huisvesting van de opleiding geodesie en het onderzoeksinstituut OTB aan de Thijsseweg is in andere handen overgegaan. Het pand werd ontworpen door bureau Iber en opgeleverd in 1975. Het oude geodesiegebouw, zichtbaar vanaf de A13, wordt momenteel ‘gestript’ door de nieuwe eigenaar, het Nederlands Meetinstituut (NMi), en krijgt een totaal ander aangezicht. De oplevering is in voorjaar 2005. Een belangrijke reden voor het instituut om juist dit gebouw te kiezen, was het lage niveau van aanwezige trillingen.
Kramers Laboratorium
De proeffabrieken aan de Leeghwaterstraat 1-5 zijn ontworpen door architect C.A. Apspoel en werden opgeleverd in 1951. De laboratoria waren een geschenk van de Bataafsche Petroleum Maatschappij met het doel vernieuwingen aan te brengen in het hoger onderwijs. Het gezichtbepalende element van het Kramers Lab is de toren aan de Prins Bernardlaan (dat donkere straatje aan de overkant van de Jaffalaan). De bijzonderheid van het complex is de paviljoenachtige structuur, waardoor het complex met zijn diverse bouwmassa’s contrasteert met de doosachtige bouwwerken in de TU-wijk. In het terzijde geschoven masterplan van Francien Houben mocht dit pand wel blijven, als een soort toegang van de TU-wijk. Het Techniek Museum zou er een plaats krijgen.
Gele Scheikunde
Het gebouw van scheikunde aan de Julianalaan 136 staat ook op de in-de-toekomst-te-verkopen-lijst. Concrete plannen zijn er nu nog niet, natuurlijk moeten de afdelingen dan eerst een andere plek hebben gekregen. Maar dat hoeft geen probleem te zijn volgens Ronald Kuil, beleidsmedewerker bij de directie vastgoed. “Ruimte is er genoeg op de TU, in veel faculteiten staan kamers leeg.”
De eerste paal van Gele Scheikunde, in de volksmond zo genoemd vanwege het gele metselwerk tegen de gevels, werd geslagen in 1938 en het pand werd opgeleverd in 1945. Het is een enorm groot gebouw, met een kelder van ruim 11.500 vierkante meter, een begane grond van ruim 12 duizend vierkante meter en een verdieping van ruim vijfduizend vierkante meter. Het pand is ontworpen door architectenbureau Bremer met het gezicht naar de Julianalaan toe.
Biotechnologie
Waarom staan Mijnbouwkunde en Technische Aardwetenschappen wél op de monumentenlijst en het huidige gebouw van biotechnologie (het ‘Kluyverlab’) aan de Julianalaan 67 niet? Tegen de tijd dat dit pand echt tegen de vlakte moet, zal er flink tegen geprotesteerd worden. Nu al klinkt er gemor uit de buurt tegen een eventuele sloop van dit prachtige gebouw, dat in 1919 werd neergezet en is ontworpen door architect J.A.W. Vrijman. Achter het gebouw bevindt zich de botanische tuin, waar veel medewerkers ‘s middags gaan lunchen.
Bron: Architectuurarchief Technische Universiteit Delft, door Otakar Ma’čel, 1994.
(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)
Technische materiaalwetenschappen
Wie gaat dit gebouw missen? Misschien wat verstokte gebruikers en het vaste groepje skaters bij de ingang aan de Jaffalaan. Het pand van technische materiaalwetenschappen op de hoek van de Rotterdamseweg/Jaffalaan, heeft weinig uitstraling. “Het is wel een functioneel gebouw”, vindt Pim Kool, secretaris van technische materiaalwetenschappen. Het pand Rotterdamseweg 137 werd tussen 1957 en 1961 gebouwd door architectenbureau Van den Broek en Bakema en bestaat uit twee delen. Een vleugel met kamers voor onderwijs en onderzoek langs de Rotterdamseweg en hallen voor zware apparatuur aan de Leeghwaterstraat.
“Ik vind het logisch dat we verhuizen naar het gebouw van werktuigbouwkunde en maritieme techniek, omdat we nu onderdeel van de faculteit OCP zijn”, zegt Kool. “Binnen dat gebouw kunnen we flink besparen op vierkante meters. Natuurlijk is niet iedereen blij met de verhuizing, maar de keus was: vierkante meters of personeel. De meeste mensen weten dan wel wat ze moesten kiezen.” Hij hoopt op meer studenten door de betere uitstraling van het OCP-gebouw aan de Mekelweg. “Het blijft natuurlijk filosoferen of dat door de verbouwing komt, maar de studentenaantallen van werktuigbouw en maritieme techniek zitten de laatste jaren in de lift.” De verhuizing gaat volgend jaar beginnen en moet officieel medio 2006 klaar zijn. Deze week werd het pand verkocht aan de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk, die hier haar nieuwe vestiging op de campus zal realiseren.
Loze trap
Een grappig detail in het sobere gebouw van technische materiaalwetenschappen zijn de trappen die tot in het plafond doorlopen. Dit is gedaan met het oog op een extra verdieping, die er nooit kwam. Met de uitbouwen tegenover de trappen doorbrak architect Johannes Rijnsdorp de gevel aan de Rotterdamseweg. De doodlopende trappen worden nu vooral gebruikt als opslagruimte.
Wals
Apparatuur weghalen bij Materiaalwetenschappen was nooit nodig de afgelopen vijftig jaar. Er was toch zat ruimte. De diverse afdelingen hebben de afgelopen tijd bepaald wat mee kan en wat niet. “Dat viel niet mee”, zegt TMW-secretaris Pim Kool. De wals in hal nummer zes verhuist niet mee, maar heeft al wel een nieuwe eigenaar gevonden. Corus (Hoogovens) gaat de wals in IJmuiden neerzetten. “Als er bij materiaalwetenschappen ooit nog eens onderzoek wordt gedaan waarvoor de wals nodig is, dan mogen we er in IJmuiden gebruik van maken.”
Het Gaac-gebouw
Het Gaac-gebouw aan het De Vries van Heijstplantsoen staat al enige tijd leeg en is verkocht aan woningbouwvereniging Duwo. Het pand gaat tegen de vlakte en er komen 266 studentenwoningen voor in de plaats. Gelukkig blijft het monumentale trappenhuis met het prachtige glas in lood wel staan. De afgelopen jaren maakte de facilitaire dienst gebruik van het pand, en werd er onder meer het lustrum van studentenvereniging Virgiel gevierd. Ook het tijdelijke liefdadigheidsrestaurant Happietaria was gevestigd in het gebouw.
Geodesie
Ook de voormalige huisvesting van de opleiding geodesie en het onderzoeksinstituut OTB aan de Thijsseweg is in andere handen overgegaan. Het pand werd ontworpen door bureau Iber en opgeleverd in 1975. Het oude geodesiegebouw, zichtbaar vanaf de A13, wordt momenteel ‘gestript’ door de nieuwe eigenaar, het Nederlands Meetinstituut (NMi), en krijgt een totaal ander aangezicht. De oplevering is in voorjaar 2005. Een belangrijke reden voor het instituut om juist dit gebouw te kiezen, was het lage niveau van aanwezige trillingen.
Kramers Laboratorium
De proeffabrieken aan de Leeghwaterstraat 1-5 zijn ontworpen door architect C.A. Apspoel en werden opgeleverd in 1951. De laboratoria waren een geschenk van de Bataafsche Petroleum Maatschappij met het doel vernieuwingen aan te brengen in het hoger onderwijs. Het gezichtbepalende element van het Kramers Lab is de toren aan de Prins Bernardlaan (dat donkere straatje aan de overkant van de Jaffalaan). De bijzonderheid van het complex is de paviljoenachtige structuur, waardoor het complex met zijn diverse bouwmassa’s contrasteert met de doosachtige bouwwerken in de TU-wijk. In het terzijde geschoven masterplan van Francien Houben mocht dit pand wel blijven, als een soort toegang van de TU-wijk. Het Techniek Museum zou er een plaats krijgen.
Gele Scheikunde
Het gebouw van scheikunde aan de Julianalaan 136 staat ook op de in-de-toekomst-te-verkopen-lijst. Concrete plannen zijn er nu nog niet, natuurlijk moeten de afdelingen dan eerst een andere plek hebben gekregen. Maar dat hoeft geen probleem te zijn volgens Ronald Kuil, beleidsmedewerker bij de directie vastgoed. “Ruimte is er genoeg op de TU, in veel faculteiten staan kamers leeg.”
De eerste paal van Gele Scheikunde, in de volksmond zo genoemd vanwege het gele metselwerk tegen de gevels, werd geslagen in 1938 en het pand werd opgeleverd in 1945. Het is een enorm groot gebouw, met een kelder van ruim 11.500 vierkante meter, een begane grond van ruim 12 duizend vierkante meter en een verdieping van ruim vijfduizend vierkante meter. Het pand is ontworpen door architectenbureau Bremer met het gezicht naar de Julianalaan toe.
Biotechnologie
Waarom staan Mijnbouwkunde en Technische Aardwetenschappen wél op de monumentenlijst en het huidige gebouw van biotechnologie (het ‘Kluyverlab’) aan de Julianalaan 67 niet? Tegen de tijd dat dit pand echt tegen de vlakte moet, zal er flink tegen geprotesteerd worden. Nu al klinkt er gemor uit de buurt tegen een eventuele sloop van dit prachtige gebouw, dat in 1919 werd neergezet en is ontworpen door architect J.A.W. Vrijman. Achter het gebouw bevindt zich de botanische tuin, waar veel medewerkers ‘s middags gaan lunchen.
Bron: Architectuurarchief Technische Universiteit Delft, door Otakar Ma’čel, 1994.
(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)
Comments are closed.