De Tweede Kamer vindt het belangrijk dat hogeschool- en universiteitsbladen onafhankelijk zijn. Een motie van SP en VVD, die de staatssecretaris opriep om bestuurders hier nog eens op te wijzen, werd unaniem gesteund.
Metaforen bepalen voor een groot deel hoe je tegen dingen aankijkt. Tenminste, dat las ik een tijdje terug in de klassieker ‘Metaphors we live by’ (van George Lakoff en Mark Johnson). Volgens dit boek wordt bijvoorbeeld ons beeld van ruzies bepaald doordat we oorlog gebruiken als metafoor voor ruzie. We praten over ruzies met termen als verdedigen en aanvallen. Argumenten worden afgeschoten, er is een woordenstrijd en uiteindelijk is er één partij die wint. Doordat we in deze termen denken, zien we degene waarmee we ruzie hebben als een vijand – volgens Lakoff en Johnson. Ik snapte niet zo goed hoe het anders zou kunnen. Je kunt ruzies toch moeilijk beschrijven in gezellige termen van koekjes bakken of strandwandelen? Het lukte me ook niet om zelf een voorbeeld te verzinnen waarbij ik wél de invloed van de gebruikte metafoor zag.
Totdat ik vorige week op bezoek was bij een vriendin met een baby. Ze vertelde dat haar zoontje liever niet aangeraakt werd door vreemden. En inderdaad, toen ik de baby nog maar net op schoot had, begon hij heel hard te huilen. Mijn vriendin zette hem op een wipstoeltje en binnen een paar seconden zat hij blij te lachen. “Alles weer goed”, dacht ik. Maar mijn vriendin dacht daar anders over: “Zo”, zei ze, “nu heeft hij weer gewonnen.” Ik vond dat een beetje een rare opmerking, maar wist op dat moment niet zo goed waarom.
Op weg naar huis besefte ik ineens wat er aan de hand was. Mijn vriendin gebruikt voor het gedrag van haar baby als metafoor een soort strijd (ik weet niet of die strijd een oorlog of een spel is, ik hoop het laatste). De baby wint als hij alleen in zijn stoeltje zit, dus hij verliest blijkbaar als hij op schoot blijft zitten. En tegelijkertijd ziet mijn vriendin zichzelf als een verliezer als haar kindje blij lachend in zijn stoeltje zit. Een bijzonder onhandige metafoor, want zo krijgt ze een ongelukkig gevoel als haar baby tevreden is. Daarnaast is het een beetje treurig om te strijden met iemand die nog helemaal niet beseft dat hij kan winnen of verliezen. Maar ik had eindelijk een voorbeeld gevonden van een metafoor die bepaalt hoe je een situatie ziet en ervaart. Ik vermoed dat mijn vriendin veel makkelijker met haar baby om zou gaan als ze niet in termen als winnen denkt.
Dezelfde avond bedacht ik ineens dat je een ruzie ook in termen van een dans of een reis zou kunnen beschrijven. Daarmee worden ruzies een stuk minder akelig, maar het lijkt me moeilijk om die omschakeling in denken te maken. Ik geloof dat Lakoff en Johnson gelijk hebben: metaforen bepalen echt hoe we denken. Het loont daarom om eens na te denken over metaforen die we gebruiken. Zien we de universiteit bijvoorbeeld als een vesting, een fabriek, een speeltuin of nog iets anders? Ik weet in elk geval dat ik als student sommige vakken een kleine oorlog vond.
Ionica Smeets is TU alumnus (wiskunde), wetenschapsjournalist en onderzoeker bij Publiek Begrip van Wetenschap in Leiden.
Twee weken geleden sprak SP-kamerlid Jasper van Dijk zijn verontwaardiging uit over “censuur” die bestuurders van instellingsbladen zouden plegen. Maar volgens staatssecretaris Zijlstra was daar geen sprake van. Bestuurders mogen hun bladen best richtlijnen geven, zei hij. Van Dijk diende daarop samen met Anne-Wil Lucas (VVD) een motie in die staatssecretaris Zijlstra opriep om instellingen erop te wijzen dat “redactionele inmenging ongewenst is”.
De motie werd gisteren met algemene stemmen aangenomen. Van Dijk laat weten dat hij er vanuit gaat dat Zijlstra de boodschap “luid en duidelijk” zal overbrengen aan de bestuurders.
Comments are closed.