Het college van bestuur heeft prof.dr. Wubbo Ockels laten weten zijn patent op de laddermolen te willen kopen. Dit om de verhoudingen rond het laddermolenproject goed te regelen.
Vorige week bleek dat het patent op de laddermolen is ondergebracht in de bv Wubbo Ockels. Op die titel kreeg het bedrijfje een toezegging van een miljoen euro van de gemeente Rotterdam om met TU-medewerkers en -studenten een laddermolenschip te bouwen op het RDM-terrein. Men wil aantonen dat schepen door CO2-vrije energie kunnen worden aangedreven.
Omdat de hoogleraar in TU-verband werkt aan de laddermolen (een constructie van radiografisch bestuurbare vliegers, die hoge windsnelheden op honderden meters hoogte helpen om te zetten in energie), wil Hans Krul, secretaris van het college van bestuur, dat de verhoudingen tussen de partijen ‘transparant’ worden geregeld. Dat zou kunnen door verkoop van het patent aan de TU Delft. Die zou daarmee de formele positie in het Rotterdamse project van de bv van Ockels overnemen. Dat zou de TU om nog een reden goed uitkomen: in december meldde het college van bestuur zich bij de Rotterdamse burgemeester Opstelten om de diensten van de universiteit aan te bieden bij het bestrijden van CO2-uitstoot. Op die brief is nog geen antwoord gekomen.
Rotterdam heeft vijftig miljoen euro uitgetrokken om zich wereldwijd te profileren als CO2-arme stad, onder meer met een ‘innovatielab’ op het RDM-terrein. Aan het bedrijf van Ockels is een voorhoederol toebedeeld. Het moet andere innovatieve bedrijfjes en kennisinstellingen naar het innovatielab lokken.
Over een mogelijke overname van het laddermolenpatent door de TU zegt Ockels desgevraagd: “We zoeken naar een win-winsituatie, en kijken wat die zou kunnen betekenen voor de manier waarop het laddermolenproject wordt vormgegeven. Het patent is daarbij één ding.”
Hij bestrijdt dat een gebrek aan transparantie de reden is om het erover te hebben: “Ik ben een groot voorstander van transparantie. Maar het is transparant. Nu ook. Er zijn indertijd duidelijke contracten gesloten tussen Droste, de decaan van Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, en sponsors zoals Shell Research, Gasunie, Fugro, gemeente en provincie en Universiteit Groningen. Van dat geld – 800 duizend euro – zijn twee promovendi aangesteld en is een vijf jaar durend onderzoek opgestart. En voor wie het wil weten: ik word er geen cent beter van. Ik stel vast dat de TU destijds niet in het patent op de laddermolen geïnteresseerd was. Nu, na zoveel jaar, kennelijk wel.”
Of het werkelijk tot een koop komt staat voor Ockels nog niet vast. Hij wil eerst de gevolgen beter overzien. “Wat betekent overname voor de diverse sponsors als het project op een gegeven moment zakelijke belangen gaat opleveren? Wat zijn de consequenties voor mijn twee promovendi als zij verder met het patent aan de slag willen? En wat voor vrijheid heb ik nog om de dingen te doen die ik wil?”
Vorige week bleek dat het patent op de laddermolen is ondergebracht in de bv Wubbo Ockels. Op die titel kreeg het bedrijfje een toezegging van een miljoen euro van de gemeente Rotterdam om met TU-medewerkers en -studenten een laddermolenschip te bouwen op het RDM-terrein. Men wil aantonen dat schepen door CO2-vrije energie kunnen worden aangedreven.
Omdat de hoogleraar in TU-verband werkt aan de laddermolen (een constructie van radiografisch bestuurbare vliegers, die hoge windsnelheden op honderden meters hoogte helpen om te zetten in energie), wil Hans Krul, secretaris van het college van bestuur, dat de verhoudingen tussen de partijen ‘transparant’ worden geregeld. Dat zou kunnen door verkoop van het patent aan de TU Delft. Die zou daarmee de formele positie in het Rotterdamse project van de bv van Ockels overnemen. Dat zou de TU om nog een reden goed uitkomen: in december meldde het college van bestuur zich bij de Rotterdamse burgemeester Opstelten om de diensten van de universiteit aan te bieden bij het bestrijden van CO2-uitstoot. Op die brief is nog geen antwoord gekomen.
Rotterdam heeft vijftig miljoen euro uitgetrokken om zich wereldwijd te profileren als CO2-arme stad, onder meer met een ‘innovatielab’ op het RDM-terrein. Aan het bedrijf van Ockels is een voorhoederol toebedeeld. Het moet andere innovatieve bedrijfjes en kennisinstellingen naar het innovatielab lokken.
Over een mogelijke overname van het laddermolenpatent door de TU zegt Ockels desgevraagd: “We zoeken naar een win-winsituatie, en kijken wat die zou kunnen betekenen voor de manier waarop het laddermolenproject wordt vormgegeven. Het patent is daarbij één ding.”
Hij bestrijdt dat een gebrek aan transparantie de reden is om het erover te hebben: “Ik ben een groot voorstander van transparantie. Maar het is transparant. Nu ook. Er zijn indertijd duidelijke contracten gesloten tussen Droste, de decaan van Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, en sponsors zoals Shell Research, Gasunie, Fugro, gemeente en provincie en Universiteit Groningen. Van dat geld – 800 duizend euro – zijn twee promovendi aangesteld en is een vijf jaar durend onderzoek opgestart. En voor wie het wil weten: ik word er geen cent beter van. Ik stel vast dat de TU destijds niet in het patent op de laddermolen geïnteresseerd was. Nu, na zoveel jaar, kennelijk wel.”
Of het werkelijk tot een koop komt staat voor Ockels nog niet vast. Hij wil eerst de gevolgen beter overzien. “Wat betekent overname voor de diverse sponsors als het project op een gegeven moment zakelijke belangen gaat opleveren? Wat zijn de consequenties voor mijn twee promovendi als zij verder met het patent aan de slag willen? En wat voor vrijheid heb ik nog om de dingen te doen die ik wil?”

Comments are closed.