‘TU moet tegemoet kunnen komen aan de behoefte aan ruimtes waar men zich religieus kan uiten’

In hun reactie postuleerden ze de principiële stelling dat er op de TU geen plek moet zijn voor religieuze uitingen. Nu zijn er veel reacties op hun tekst gekomen maar deze reageerden tot nu toe nog niet op deze principiële kwestie.

Jasper Meijering brengt in zijn antwoord van 22 april wat praktische voordelen van een stilteruimte naar voren. Deze ruimte zou ten goede komen aan de studieprestaties van de gestreste student. Een stukje slow down brother. Daarnaast is er gewezen op de inconsistentie van de JOVD aangezien ze er niet tegen zijn dat de TU vrij geeft op christelijke feestdagen.

Geen van de reacties geeft antwoord op de fundamentele vraag. Moet de TU tegemoet kunnen komen aan de behoefte van haar studenten en docenten aan ruimtes waar zij zich religieus kunnen uiten?

Het antwoord is ja en ik vertrek in mijn beredenering vanuit dezelfde liberale overtuiging als waarop de JOVD is gestoeld. Liberaliteit heeft een zo groot mogelijke vrijheid voor het individu als uitgangspunt, een zo groot mogelijke vrijheid zonder dat die van een ander daaraan ten koste gaat. De JOVD heeft dit best begrepen. Ik citeer een standpunt van hun site:

“Ieder heeft het recht op vrijheid van geweten en heeft het recht uitvoering te geven aan voorschriften die hieruit voortvloeien, individueel of in gemeenschap met anderen.”

Maar wanneer je iemand zijn vrijheid gunt, hoort daar bij dat je diegene in de praktijk in staat stelt deze vrijheid ten uitvoer te brengen. Door geen enkele vorm van stilte- of gebedsruimtes op de campus te willen toestaan, wordt gelovigen die vrijheid juist ontnomen. De grootte van de campus maakt anders de uitoefening in de dagelijkse praktijk onmogelijk. Je fietst niet zomaar even op en neer. Daarmee wordt die godsdienstvrijheid een lege huls.

Dan stelt de JOVD dat de TU een seculiere organisatie moet zijn. Dit zullen weinigen met hen oneens zijn. Een seculiere TU betekent dat de kerk (welke dan ook) geen vertegenwoordiging heeft in het bestuur. Een seculiere TU betekent ook dat de universiteit zich neutraal op stelt tegen iedere religie. Een seculiere TU betekent niet dat er geen enkele vorm van religie op de TU aanwezig mag zijn. Secularisme heeft als doel dat er geen religieuze krachten verstrengeld raken met wereldlijke macht. Dat is hier helemaal niet aan de orde. De denkfout die de JOVD maakt is dat zij het volledig uitbannen van iedere vorm van religie zien als enige mogelijkheid zien om deze onafhankelijkheid te borgen. Zo wordt de baby met het badwater weg gegooid.

Want dat er een baby wordt weg gegooid is wel duidelijk. Zo gaf Jasper Meijering al aan in zijn stuk. Ik deel Jaspers overtuiging dat de persoonlijke ontwikkeling en het vergaren van wetenschappelijke kennis gebaat is bij een diverse studenten- en docentenpopulatie. De TU doet er goed aan de diversiteit te bevorderen en dit lukt ook heel aardig. De consequentie van een diverse TU omgeving is dat er mensen met verschillende levensovertuigingen op de TU rondlopen met verschillende levensbeschouwelijke behoeften.

Een stilteruimte waarin ruimte is voor de levenbeschouwelijke behoeften van alle TU’ers is een praktische invulling van een behoefte die voortkomt uit een fundamentele vrijheid. In deze ruimte is gelegenheid voor iedereen, gelovigen en ongelovigen, om even een momentje voor zichzelf te nemen.

Boris van Overbeeke is student Technische Bestuurskunde en Kunstgeschiedenis.