Het lukt de TU waarschijnlijk haar prestatieafspraken met het ministerie van Onderwijs na te komen. Het college van bestuur is optimistisch.
Collegelid Anka Mulder deelde de studentenraad deze week mee dat de cijfers over onderwijskwaliteit en studiesucces er ‘goed uitzien’. De TU krijgt minder geld als ze afspraken daarover niet nakomt. De definitieve cijfers worden pas over een paar maanden gemeten.
Een van de moeilijkste afspraken met het ministerie is die over het bachelorrendement, het percentage studenten dat zijn bachelor in vier jaar haalt. Bij de nulmeting in 2010 bedroeg dat slechts 27 procent, het laagste van alle Nederlandse universiteiten. In 2015 zou dat percentage op 55 moeten liggen. De laatste meting kwam uit op 54,9 procent. “Dus als er nog één student slaagt…”, grapte Mulder tegen de studentenraad.
Spannend is volgens Mulder nog de afspraak over docentkwaliteit, ofwel het precentage wetenschappers met een onderwijscertificering (de Basis Kwalificatie Onderwijs, BKO). Dat percentage zou moeten vertienvoudigen van 7 in 2010 naar 70 procent dit jaar. De teller staat nu op 65 procent. De certificering kost tijd, legde Mulder uit, daarbij komt ook nog eens dat de TU vijftien tot twintig procent nieuwe medewerkers kreeg, zoals tenure trackers (jonge wetenschappers).
De overige tussentijdse cijfers zijn nog niet naar buiten gebracht. Hieronder volgen de prestatieafspraken op onderwijsgebied waar de TU aan moet voldoen.
De prestatieafspraken werden in 2012 gesloten met toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra. Instellingen krijgen minder geld als ze de afspraken niet nakomen. Zeven procent van de overheidsbekostiging is hiervan afhankelijk. De afgelopen jaren was er veel kritiek op de prestatieafspraken. Die zouden een ‘perverse prikkel’ geven. Minister Bussemaker houdt er desalniettemin aan vast.
Do you have a question or comment about this article?
delta@tudelft.nl
Comments are closed.