Campus

Terwijl het gewoon een seinpaal is

Tijdens de Franse Revolutie ontwikkelde Claude Chappe de optische telegraaf. Op kerktorens geplaatst kon men via dit vernuftige medium in een mum van tijd berichten doorseinen.

Rob Korving, coördinator universitaire collecties, schreef als co-auteur een publicatie over de optische telegraaf in de Nederlanden.

,,Het is niet zo heel erg wetenschappelijk”, zegt Rob Korving. Met deze lichte verontschuldiging overhandigt hij de verslaggever meteen bij binnenkomst het boek ‘Een tijding met de snelheid des bliksems’. ,,Het is bestemd voor een breed publiek”, vervolgt hij in zijn werkkamer in ‘Siberië’ – het voormalige boothuis van Laga, aan de achterkant van het Techniek Museum. ,,Daarom zitten er veel afbeeldingen in. Maar ook omdat het moeilijk uit te leggen is hoe een optische telegraaf werkt, terwijl het gewoon een seinpaal is.”

De plaatjes in het boek verduidelijken inderdaad veel. Wie voor het eerst de term ‘optische telegraaf’ hoort vallen weet meestal wel dat het met communicatie heeft te maken, maar wat het precies inhoudt is onduidelijk. ,,Is dat niet een voorloper van de fax?”, probeert een collega-redacteur schoorvoetend. Nee, dat is het niet, maar eigenlijk ook weer wel, want als je maar ver genoeg teruggaat in de geschiedenis van de communicatiemedia stuit je vanzelf op de optische telegraaf. Als wegbereider van de elektrische telegraaf staat het medium aan de basis van de moderne communicatie.

Tot de Franse Revolutie werden berichten voornamelijk overgebracht door boodschappers op paard. Er waren weliswaar andere middelen in gebruik, zoals vuren, rooksignalen of vlaggeseinen, maar zeker in oorlogssituaties waren boodschappers per paard veiliger. Het nadeel was natuurlijk dat ze er nogal lang over deden om hun doel te bereiken. Bovendien konden ze onderschept worden door de vijand. Vooral de overheid had er veel belang bij dat er nieuwe, snellere communicatiemedia werden ontwikkeld.
Codeboek

Het eerste succesvolle nieuwe medium was zogezegd de optische telegraaf van Claude Chappe (1763-1805). Korving: ,,Ik zeg weleens dat de Franse Revolutie twee bijzondere uitvindingen heeft opgeleverd: de guillotine door de arts Guillotin en de optische telegraaf. Dat deze tijdens de Franse Revolutie is uitgevonden is niet zonder reden. In 1789 waren er veel kerkelijke ambten vervallen. Dat waren riante banen. Claude Chappe had ook zo’n ambt. Deze mensen werden gedwongen om een ander beroep te kiezen.”

Chappe wilde een communicatiesysteem dat over grote afstanden snel en betrouwbaar berichten kon overbrengen. De optische telegraaf waarmee hij naar buiten kwam was een mechanisch toestel dat bestond uit een aantal beweegbare onderdelen die in verschillende standen konden worden gebracht. Het apparaatheeft wel wat weg van de ouderwetse seinpaal die bij spoorwegovergangen staat opgesteld. Door een bepaalde stand van de seinarmen konden tekens worden overgebracht die beschreven stonden in een codeboek. Normaliter waren dat hele zinnen of delen van zinnen, maar voor het spellen van een naam werd ook wel overgegaan op het alfabet.

De eerste telegrafische verbinding, waarbij verschillende optische telegrafen op regelmatige afstand op torens of heuvels werden geplaatst, was die tussen Parijs en Lille in 1794. Dat was het begin van een stervormig netwerk dat de hoofstad verbond met de belangrijkste Franse, en later ook buitenlandse steden. De meeste lijnen liepen oppvallend genoeg parallel aan de huidige autosnelwegen.


Paard

Net zoals bijvoorbeeld ook het geval is bij Internet werd de optische telegraaf eerst toegepast voor militaire doeleinden. Het werd voor het allereerst gebruikt om de Franse overwinning te melden van Condé op de Oostenrijkers. De afstand van 220 kilometer tussen Parijs en deze Noordfranse stad werd overbrugd in slechts vijftien minuten. Een paard zou er volgens Korving minstens 22 uur over hebben gedaan. ,,De stad kreeg van het bewind in Parijs meteen een nieuwe naam. Dat ging zo snel dat de Oostenrijkers dachten dat de Nationale Conventie van Frankrijk meteen achter de linies vergaderde.”

Het Franse voorbeeld inspireerde andere Europese landen tot het bouwen van een eigen optische telegraaf. In 1810 kreeg ook Amsterdam, dat in de Franse tijd een gouvernementsstad was geworden, een verbinding met Parijs. Doordat ons land dicht bevolkt was konden alle telegrafen op kerktorens worden geplaatst. Sinds de Franse Revolutie waren de kerken eigendom van de staat. In de meeste gevallen kon men daarom probleemloos de spits afbreken. Op het bordes dat zo ontstond werd een kamer gebouwd met uitsparingen waardoor je met een verrekijker naar het volgende station kon kijken. Daarbovenop stond de optische telegraaf.

Het medium heeft tot halverwege de negentiende eeuw dienst gedaan. Met de komst van de elektrische telegraaf was het met de optische telegraaf snel gedaan. De nieuwste uitvinding was bestand tegen mist en laaghangende bewolking en werkte bovendien in het donker. In Frankrijk ging men gebukt onder de wet van de remmende voorsprong, want daar aarzelde men om de elektrische telegraaf in te voeren. Toch kon men er uiteindelijk niet omheen dat de dagen van ‘Chappe’ geteld waren. De laatste lijn werd in 1853 opgeheven.
Dagboeken

Voor Rob Korving was het min of meer toeval dat hij zich verdiepte in de optische telegraaf. Uit hoofde van zijn functie als conservator van het Nederlandse PTT Museum liep hij tegen de dagboeken aan van Abrahm Chappe, de broer van Claude. Via de aantekeningen van zijn voorganger kwam hij erachter dat in het Belgische St. Nicolaas de laatste complete optische telegraaf was te vinden. ,,Het stond onder erbarmelijke omstandigheden in een vochtige kelder weg te rotten. IK heb toen voorgesteld om het apparaat door het PTT-museum te laten restaureren. Zo is die fascinatie van mij begonnen. Ik had een beetje een Heinrich Schliemann-gevoel: je duikt iets op waarvan niemand denkt dat het nog bestaat.”

Mannus van der Laan

‘Een tijding met de snelheid des bliksems. De optische telegraaf in de Nederlanden (1800-1850)’ onder redactie van Rob Korving en Bart van der Herten is uitgegeven door Canaletto in Alphen a/d Rijn, ISBN 9064697221, prijs 45 gulden.

,

Tijdens de Franse Revolutie ontwikkelde Claude Chappe de optische telegraaf. Op kerktorens geplaatst kon men via dit vernuftige medium in een mum van tijd berichten doorseinen. Rob Korving, coördinator universitaire collecties, schreef als co-auteur een publicatie over de optische telegraaf in de Nederlanden.

,,Het is niet zo heel erg wetenschappelijk”, zegt Rob Korving. Met deze lichte verontschuldiging overhandigt hij de verslaggever meteen bij binnenkomst het boek ‘Een tijding met de snelheid des bliksems’. ,,Het is bestemd voor een breed publiek”, vervolgt hij in zijn werkkamer in ‘Siberië’ – het voormalige boothuis van Laga, aan de achterkant van het Techniek Museum. ,,Daarom zitten er veel afbeeldingen in. Maar ook omdat het moeilijk uit te leggen is hoe een optische telegraaf werkt, terwijl het gewoon een seinpaal is.”

De plaatjes in het boek verduidelijken inderdaad veel. Wie voor het eerst de term ‘optische telegraaf’ hoort vallen weet meestal wel dat het met communicatie heeft te maken, maar wat het precies inhoudt is onduidelijk. ,,Is dat niet een voorloper van de fax?”, probeert een collega-redacteur schoorvoetend. Nee, dat is het niet, maar eigenlijk ook weer wel, want als je maar ver genoeg teruggaat in de geschiedenis van de communicatiemedia stuit je vanzelf op de optische telegraaf. Als wegbereider van de elektrische telegraaf staat het medium aan de basis van de moderne communicatie.

Tot de Franse Revolutie werden berichten voornamelijk overgebracht door boodschappers op paard. Er waren weliswaar andere middelen in gebruik, zoals vuren, rooksignalen of vlaggeseinen, maar zeker in oorlogssituaties waren boodschappers per paard veiliger. Het nadeel was natuurlijk dat ze er nogal lang over deden om hun doel te bereiken. Bovendien konden ze onderschept worden door de vijand. Vooral de overheid had er veel belang bij dat er nieuwe, snellere communicatiemedia werden ontwikkeld.
Codeboek

Het eerste succesvolle nieuwe medium was zogezegd de optische telegraaf van Claude Chappe (1763-1805). Korving: ,,Ik zeg weleens dat de Franse Revolutie twee bijzondere uitvindingen heeft opgeleverd: de guillotine door de arts Guillotin en de optische telegraaf. Dat deze tijdens de Franse Revolutie is uitgevonden is niet zonder reden. In 1789 waren er veel kerkelijke ambten vervallen. Dat waren riante banen. Claude Chappe had ook zo’n ambt. Deze mensen werden gedwongen om een ander beroep te kiezen.”

Chappe wilde een communicatiesysteem dat over grote afstanden snel en betrouwbaar berichten kon overbrengen. De optische telegraaf waarmee hij naar buiten kwam was een mechanisch toestel dat bestond uit een aantal beweegbare onderdelen die in verschillende standen konden worden gebracht. Het apparaatheeft wel wat weg van de ouderwetse seinpaal die bij spoorwegovergangen staat opgesteld. Door een bepaalde stand van de seinarmen konden tekens worden overgebracht die beschreven stonden in een codeboek. Normaliter waren dat hele zinnen of delen van zinnen, maar voor het spellen van een naam werd ook wel overgegaan op het alfabet.

De eerste telegrafische verbinding, waarbij verschillende optische telegrafen op regelmatige afstand op torens of heuvels werden geplaatst, was die tussen Parijs en Lille in 1794. Dat was het begin van een stervormig netwerk dat de hoofstad verbond met de belangrijkste Franse, en later ook buitenlandse steden. De meeste lijnen liepen oppvallend genoeg parallel aan de huidige autosnelwegen.


Paard

Net zoals bijvoorbeeld ook het geval is bij Internet werd de optische telegraaf eerst toegepast voor militaire doeleinden. Het werd voor het allereerst gebruikt om de Franse overwinning te melden van Condé op de Oostenrijkers. De afstand van 220 kilometer tussen Parijs en deze Noordfranse stad werd overbrugd in slechts vijftien minuten. Een paard zou er volgens Korving minstens 22 uur over hebben gedaan. ,,De stad kreeg van het bewind in Parijs meteen een nieuwe naam. Dat ging zo snel dat de Oostenrijkers dachten dat de Nationale Conventie van Frankrijk meteen achter de linies vergaderde.”

Het Franse voorbeeld inspireerde andere Europese landen tot het bouwen van een eigen optische telegraaf. In 1810 kreeg ook Amsterdam, dat in de Franse tijd een gouvernementsstad was geworden, een verbinding met Parijs. Doordat ons land dicht bevolkt was konden alle telegrafen op kerktorens worden geplaatst. Sinds de Franse Revolutie waren de kerken eigendom van de staat. In de meeste gevallen kon men daarom probleemloos de spits afbreken. Op het bordes dat zo ontstond werd een kamer gebouwd met uitsparingen waardoor je met een verrekijker naar het volgende station kon kijken. Daarbovenop stond de optische telegraaf.

Het medium heeft tot halverwege de negentiende eeuw dienst gedaan. Met de komst van de elektrische telegraaf was het met de optische telegraaf snel gedaan. De nieuwste uitvinding was bestand tegen mist en laaghangende bewolking en werkte bovendien in het donker. In Frankrijk ging men gebukt onder de wet van de remmende voorsprong, want daar aarzelde men om de elektrische telegraaf in te voeren. Toch kon men er uiteindelijk niet omheen dat de dagen van ‘Chappe’ geteld waren. De laatste lijn werd in 1853 opgeheven.
Dagboeken

Voor Rob Korving was het min of meer toeval dat hij zich verdiepte in de optische telegraaf. Uit hoofde van zijn functie als conservator van het Nederlandse PTT Museum liep hij tegen de dagboeken aan van Abrahm Chappe, de broer van Claude. Via de aantekeningen van zijn voorganger kwam hij erachter dat in het Belgische St. Nicolaas de laatste complete optische telegraaf was te vinden. ,,Het stond onder erbarmelijke omstandigheden in een vochtige kelder weg te rotten. IK heb toen voorgesteld om het apparaat door het PTT-museum te laten restaureren. Zo is die fascinatie van mij begonnen. Ik had een beetje een Heinrich Schliemann-gevoel: je duikt iets op waarvan niemand denkt dat het nog bestaat.”

Mannus van der Laan

‘Een tijding met de snelheid des bliksems. De optische telegraaf in de Nederlanden (1800-1850)’ onder redactie van Rob Korving en Bart van der Herten is uitgegeven door Canaletto in Alphen a/d Rijn, ISBN 9064697221, prijs 45 gulden.

Tijdens de Franse Revolutie ontwikkelde Claude Chappe de optische telegraaf. Op kerktorens geplaatst kon men via dit vernuftige medium in een mum van tijd berichten doorseinen. Rob Korving, coördinator universitaire collecties, schreef als co-auteur een publicatie over de optische telegraaf in de Nederlanden.

,,Het is niet zo heel erg wetenschappelijk”, zegt Rob Korving. Met deze lichte verontschuldiging overhandigt hij de verslaggever meteen bij binnenkomst het boek ‘Een tijding met de snelheid des bliksems’. ,,Het is bestemd voor een breed publiek”, vervolgt hij in zijn werkkamer in ‘Siberië’ – het voormalige boothuis van Laga, aan de achterkant van het Techniek Museum. ,,Daarom zitten er veel afbeeldingen in. Maar ook omdat het moeilijk uit te leggen is hoe een optische telegraaf werkt, terwijl het gewoon een seinpaal is.”

De plaatjes in het boek verduidelijken inderdaad veel. Wie voor het eerst de term ‘optische telegraaf’ hoort vallen weet meestal wel dat het met communicatie heeft te maken, maar wat het precies inhoudt is onduidelijk. ,,Is dat niet een voorloper van de fax?”, probeert een collega-redacteur schoorvoetend. Nee, dat is het niet, maar eigenlijk ook weer wel, want als je maar ver genoeg teruggaat in de geschiedenis van de communicatiemedia stuit je vanzelf op de optische telegraaf. Als wegbereider van de elektrische telegraaf staat het medium aan de basis van de moderne communicatie.

Tot de Franse Revolutie werden berichten voornamelijk overgebracht door boodschappers op paard. Er waren weliswaar andere middelen in gebruik, zoals vuren, rooksignalen of vlaggeseinen, maar zeker in oorlogssituaties waren boodschappers per paard veiliger. Het nadeel was natuurlijk dat ze er nogal lang over deden om hun doel te bereiken. Bovendien konden ze onderschept worden door de vijand. Vooral de overheid had er veel belang bij dat er nieuwe, snellere communicatiemedia werden ontwikkeld.
Codeboek

Het eerste succesvolle nieuwe medium was zogezegd de optische telegraaf van Claude Chappe (1763-1805). Korving: ,,Ik zeg weleens dat de Franse Revolutie twee bijzondere uitvindingen heeft opgeleverd: de guillotine door de arts Guillotin en de optische telegraaf. Dat deze tijdens de Franse Revolutie is uitgevonden is niet zonder reden. In 1789 waren er veel kerkelijke ambten vervallen. Dat waren riante banen. Claude Chappe had ook zo’n ambt. Deze mensen werden gedwongen om een ander beroep te kiezen.”

Chappe wilde een communicatiesysteem dat over grote afstanden snel en betrouwbaar berichten kon overbrengen. De optische telegraaf waarmee hij naar buiten kwam was een mechanisch toestel dat bestond uit een aantal beweegbare onderdelen die in verschillende standen konden worden gebracht. Het apparaatheeft wel wat weg van de ouderwetse seinpaal die bij spoorwegovergangen staat opgesteld. Door een bepaalde stand van de seinarmen konden tekens worden overgebracht die beschreven stonden in een codeboek. Normaliter waren dat hele zinnen of delen van zinnen, maar voor het spellen van een naam werd ook wel overgegaan op het alfabet.

De eerste telegrafische verbinding, waarbij verschillende optische telegrafen op regelmatige afstand op torens of heuvels werden geplaatst, was die tussen Parijs en Lille in 1794. Dat was het begin van een stervormig netwerk dat de hoofstad verbond met de belangrijkste Franse, en later ook buitenlandse steden. De meeste lijnen liepen oppvallend genoeg parallel aan de huidige autosnelwegen.


Paard

Net zoals bijvoorbeeld ook het geval is bij Internet werd de optische telegraaf eerst toegepast voor militaire doeleinden. Het werd voor het allereerst gebruikt om de Franse overwinning te melden van Condé op de Oostenrijkers. De afstand van 220 kilometer tussen Parijs en deze Noordfranse stad werd overbrugd in slechts vijftien minuten. Een paard zou er volgens Korving minstens 22 uur over hebben gedaan. ,,De stad kreeg van het bewind in Parijs meteen een nieuwe naam. Dat ging zo snel dat de Oostenrijkers dachten dat de Nationale Conventie van Frankrijk meteen achter de linies vergaderde.”

Het Franse voorbeeld inspireerde andere Europese landen tot het bouwen van een eigen optische telegraaf. In 1810 kreeg ook Amsterdam, dat in de Franse tijd een gouvernementsstad was geworden, een verbinding met Parijs. Doordat ons land dicht bevolkt was konden alle telegrafen op kerktorens worden geplaatst. Sinds de Franse Revolutie waren de kerken eigendom van de staat. In de meeste gevallen kon men daarom probleemloos de spits afbreken. Op het bordes dat zo ontstond werd een kamer gebouwd met uitsparingen waardoor je met een verrekijker naar het volgende station kon kijken. Daarbovenop stond de optische telegraaf.

Het medium heeft tot halverwege de negentiende eeuw dienst gedaan. Met de komst van de elektrische telegraaf was het met de optische telegraaf snel gedaan. De nieuwste uitvinding was bestand tegen mist en laaghangende bewolking en werkte bovendien in het donker. In Frankrijk ging men gebukt onder de wet van de remmende voorsprong, want daar aarzelde men om de elektrische telegraaf in te voeren. Toch kon men er uiteindelijk niet omheen dat de dagen van ‘Chappe’ geteld waren. De laatste lijn werd in 1853 opgeheven.
Dagboeken

Voor Rob Korving was het min of meer toeval dat hij zich verdiepte in de optische telegraaf. Uit hoofde van zijn functie als conservator van het Nederlandse PTT Museum liep hij tegen de dagboeken aan van Abrahm Chappe, de broer van Claude. Via de aantekeningen van zijn voorganger kwam hij erachter dat in het Belgische St. Nicolaas de laatste complete optische telegraaf was te vinden. ,,Het stond onder erbarmelijke omstandigheden in een vochtige kelder weg te rotten. IK heb toen voorgesteld om het apparaat door het PTT-museum te laten restaureren. Zo is die fascinatie van mij begonnen. Ik had een beetje een Heinrich Schliemann-gevoel: je duikt iets op waarvan niemand denkt dat het nog bestaat.”

Mannus van der Laan

‘Een tijding met de snelheid des bliksems. De optische telegraaf in de Nederlanden (1800-1850)’ onder redactie van Rob Korving en Bart van der Herten is uitgegeven door Canaletto in Alphen a/d Rijn, ISBN 9064697221, prijs 45 gulden.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.