Als voorzitter van de Contactgroep Islam haalt ir. Hikmat Mahawat Khan MBA (45) regelmatig het nieuws met gepeperde uitspraken. Toch ziet de L&R-alumnus zichzelf als een bruggenbouwer.
Vliegtuigen hielpen het ritme van de dag te bepalen toen Hikmat Mahawat Khan in de jaren zestig opgroeide in het Surinaamse Nickerie. “Nickerie had een klein vliegveld, en als er ‘s ochtends een vliegtuig kwam aangevlogen, wist ik dat het tijd was om naar school te lopen”, roept hij in enkele woorden de sfeer van zijn jeugd op. “Als het vliegtuig ‘s middags weer opsteeg, viel dat samen met het einde van onze schooldag.” Lucht- en ruimtevaarttechniek leek de gedroomde studie voor Mahawat Khan, die sterk was in de bètavakken en op wie de eerste maanlanding een onuitwisbare indruk had gemaakt.
Net achttien was hij toen hij in Nederland aankwam. “Plotseling ben je afgesneden van familie, vrienden en kennissen. Internet bestond nog niet, en het telefoonverkeer naar Suriname was peperduur. Ik heb veel brieven geschreven . heel ouderwets.”
Het lukte Mahawat Khan om in Delft een nieuw leven op te bouwen, met veel vrienden . Nederlandse en Surinaamse. Hij kijkt met onverholen weemoed terug op zijn studietijd. “Toen ik zojuist de campus opreed, schoot het door me heen: oh, wat zou het prachtig zijn om weer twintig te zijn en hier te studeren. Ik mis soms de intellectuele uitdaging van toen. Ach, je bent jong, je struikelt over van alles en nog wat, je bent brutaal en onbezonnen…”
Is hij dat niet nog steeds? Hij lacht. “De onbezonnenheid is wat getemperd en gepolijst door de tijd en door de verantwoordelijkheden die je krijgt, maar zal wel nooit helemaal uit mijn lijf te bannen zijn. Ik heb een opstandig karakter.”
Het eerste jaar studeerde Mahawat Khan vrij vlot, ook al kregen studenten destijds veel meer tijd om hun studie af te ronden. “In het tweede jaar dacht ik: zo, de bodem is gelegd, nu wil ik wat meer van het studentenleven genieten. Het waren de late jaren zeventig, het had nog de flavour van de sixties. Met vrienden tot vroeg in de ochtend debatteren over van alles en nog wat. Europacupwedstrijden analyseerden we tot in het kleinste detail.”
Consultant
Hij ontdekte dat hij geen passie had voor techniek. “Ik begon te beseffen dat de bedrijfsmatige kant van de luchtvaart me veel meer lag. L&R had jammer genoeg nog niet zo veel vakken op dat gebied. Maar ik wilde de studie afmaken. Later heb ik aan de Universiteit Twente mijn MBA gehaald.”
Inmiddels werkt Mahawat Khan al zeventien jaar in de luchtvaart, de laatste jaren als zelfstandig consultant. Zijn studie in Delft heeft hem gevormd, zegt hij. “Ik accepteer het maar zelden als iemand zegt: dat kan niet. Alles kan. Als je maar je best doet en goed nadenkt over alle onzekere factoren, zoals wij vliegtuigbouwers geleerd hebben te doen.”
Dat Mahawat Khan lastige problemen durft aan te pakken, zullen ook zijn tegenstanders beamen. Hij is een ahmadiyya-moslim, een relatief kleine stroming binnen de islam, die hij typeert als ‘liberaal’. Eind jaren negentig begon hij zich zorgen te maken over de verslechterende verstandhouding tussen moslims en niet-moslims. “Ik wilde die ontwikkeling keren.” Hij werd actief als voorman van de ahmadiyya-moslims, later ook als voorzitter van Contactgroep Islam (CGI), een door hem zelf opgericht overlegorgaan met de overheid.
Mahawat Khan probeert niet alleen bruggen te slaan tussen moslims en niet-moslims, ook de verschillende religieuze groepen binnen de islam wil hij dichter tot elkaar brengen. “Toen op verzoek van de regering het Contactorgaan Moslims en Overheid werd opgericht, bleek daarin uitsluitend plaats te zijn voor soennitische moslims, de dominante geloofsgroep onder de Turken en Marokkanen. Ik heb daar hevig tegen geageerd, want ik voelde er niets voor me te laten uitsluiten. Als moslims in Nederland moeten we laten zien dat we broederlijk naast elkaar willen leven.” Uiteindelijk richtte Mahawat Khan de Contactgroep Islam op, waarin soennieten, sjiïeten, alevieten en ahmadiyya-moslims samenwerken. “In harmonie. Dat is uniek in de wereld.”
Stevig
De laatste jaren kwam Mahawat Khan regelmatig in het nieuws. Hij beschuldigde het Contactorgaan Moslims en Overheid van ‘spreken met een dubbele tong’. “Uit opportunisme vertellen die vastgeroeste oude mannen de overheid wat die graag wil horen. Vervolgens durven ze hetzelfde verhaal niet tegen hun achterban te houden. Ze zijn de aansluiting met hun achterban volledig kwijtgeraakt.”
Stevige uitspraken voor iemand die zichzelf ziet als een bruggenbouwer. “Wie een brug wil bouwen, kan niet al te zachtzinnig te werk gaan. Een brug heeft een stevig fundament nodig. Soms moet ik harder zijn dan me lief is.”
De ahmadiyya-beweging heeft als taak de liefdevolle en zuivere islam over te dragen, zegt Mahawat Khan. “Ook op moslims die de zaak verkeerd interpreteren. Of dat gevoelig ligt? Ja, maar dat kan me niet schelen. Het is onze plicht. We proberen overigens niemand te bekeren. Dat mensen soms toch kwaad worden, neem ik voor lief.” Op de vraag of hij wel eens bedreigd is, geeft hij liever geen antwoord. “Als je zaken wilt veranderen, moet je je niet door angst laten leiden. Ik heb kritiek op moslims, niet op de islam. Het geloof is perfect. Helaas zijn er af en toe ontspoorde zielen.”
Islam is een geloof voor alle tijden en voor alle plaatsen, vindt hij als ahmadiyya-moslim. “We beschouwen man en vrouw als gelijkwaardig. Van mij hoeft een moslima ook geen hoofddoekje te dragen. Aan de andere kant: als zij er zelf aan hecht het te dragen, vind ik het dwaas om haar dat te verbieden.”
Hij kan zich iets voorstellen bij de woede van moslims die zich in Nederland gestigmatiseerd voelen. “De binding in de samenleving is zoek. Dat probleem los je niet op met ‘de moslims moeten zich aanpassen’. Dat is te simplistisch en te eenzijdig. en versterkt de verbale loopgravenoorlog. Veel autochtonen zijn vastgeroest. Ze beschouwen de allochtonen nog steeds als gasten die niet te veel praatjes moeten hebben. Met die houding schoffeer je ook goedwillende moslims.”
Is hij optimistisch over de toekomst? “Misschien moeten we eerst nog door een dal gaan. Ik ben er van overtuigd dat er oplossingen bestaan voor de huidige problemen, maar die moeten dan wel van beide kanten komen.” Hij somt er een paar op. Geen imams meer uit het buitenland halen, bijvoorbeeld. “De buitenlandse imams die er zijn, moeten inburgeren . en dat is meer dan alleen Nederlands leren spreken.” Verder: perestrojka en verjonging in de moskeebesturen; ondersteuning van moslima’s in een geïsoleerde positie; een vangnet voor jonge moslims die dreigen te ontsporen. En voor iedereen toegankelijke islamitische scholen. “Dan krijgen niet-moslims een minder karikaturaal beeld van ons geloof. Ik kan witheet worden als ik in schoolboeken sommige passages over de islam lees. Ook de berichtgeving in de media kan evenwichtiger.”
Mahawat Khan richt zijn pijlen ook op het Binnenhof. “De dubbele moraal van de regering stuit me tegen de borst. De rechter bepaalt dat de staat de subsidie aan de SGP moet stopzetten zolang die partij vrouwen niet als leden of kandidaten accepteert, en wat doet de regering? Ze laat de landsadvocaat tegen die uitspraak beroep aantekenen. Zogenaamd om ‘meer duidelijkheid’ te krijgen. Als moslims vrouwen discrimineren, schreeuwt men moord en brand.”
Achter gesloten deuren drukten Haagse bestuurders hem al eens op het hart zijn kritische geluid over andere moslims te temperen. “Don’t rock the boat, is de boodschap. Men wil pappen en nathouden. En ondertussen verklaart minister Remkes publiekelijk dat moslims te stil zijn over terroristische aanslagen. Wat een hypocrisie.”
Naam: Hikmat Mahawat Khan
Leeftijd: 45
Studie: luchtvaart- en ruimtevaarttechniek
Afstudeeronderzoek: een vergelijkende analyse tussen twee passagiersvliegtuigen, de EMB120 en de Dash7-100.
Woonplaats: Delft
Verliefd/verloofd/getrouwd: getrouwd
Loopbaan: werkte als bedrijfskundige met l&r-achtergrond onder meer voor Fokker, Air Aruba, Air Holland en KLM. Is de laatste jaren zelfstandig consultant, met klanten als Aircraft Financing & Trading en Air Excel. Sinds 2004 voorzitter van de Contactgroep Islam.
Vliegtuigen hielpen het ritme van de dag te bepalen toen Hikmat Mahawat Khan in de jaren zestig opgroeide in het Surinaamse Nickerie. “Nickerie had een klein vliegveld, en als er ‘s ochtends een vliegtuig kwam aangevlogen, wist ik dat het tijd was om naar school te lopen”, roept hij in enkele woorden de sfeer van zijn jeugd op. “Als het vliegtuig ‘s middags weer opsteeg, viel dat samen met het einde van onze schooldag.” Lucht- en ruimtevaarttechniek leek de gedroomde studie voor Mahawat Khan, die sterk was in de bètavakken en op wie de eerste maanlanding een onuitwisbare indruk had gemaakt.
Net achttien was hij toen hij in Nederland aankwam. “Plotseling ben je afgesneden van familie, vrienden en kennissen. Internet bestond nog niet, en het telefoonverkeer naar Suriname was peperduur. Ik heb veel brieven geschreven . heel ouderwets.”
Het lukte Mahawat Khan om in Delft een nieuw leven op te bouwen, met veel vrienden . Nederlandse en Surinaamse. Hij kijkt met onverholen weemoed terug op zijn studietijd. “Toen ik zojuist de campus opreed, schoot het door me heen: oh, wat zou het prachtig zijn om weer twintig te zijn en hier te studeren. Ik mis soms de intellectuele uitdaging van toen. Ach, je bent jong, je struikelt over van alles en nog wat, je bent brutaal en onbezonnen…”
Is hij dat niet nog steeds? Hij lacht. “De onbezonnenheid is wat getemperd en gepolijst door de tijd en door de verantwoordelijkheden die je krijgt, maar zal wel nooit helemaal uit mijn lijf te bannen zijn. Ik heb een opstandig karakter.”
Het eerste jaar studeerde Mahawat Khan vrij vlot, ook al kregen studenten destijds veel meer tijd om hun studie af te ronden. “In het tweede jaar dacht ik: zo, de bodem is gelegd, nu wil ik wat meer van het studentenleven genieten. Het waren de late jaren zeventig, het had nog de flavour van de sixties. Met vrienden tot vroeg in de ochtend debatteren over van alles en nog wat. Europacupwedstrijden analyseerden we tot in het kleinste detail.”
Consultant
Hij ontdekte dat hij geen passie had voor techniek. “Ik begon te beseffen dat de bedrijfsmatige kant van de luchtvaart me veel meer lag. L&R had jammer genoeg nog niet zo veel vakken op dat gebied. Maar ik wilde de studie afmaken. Later heb ik aan de Universiteit Twente mijn MBA gehaald.”
Inmiddels werkt Mahawat Khan al zeventien jaar in de luchtvaart, de laatste jaren als zelfstandig consultant. Zijn studie in Delft heeft hem gevormd, zegt hij. “Ik accepteer het maar zelden als iemand zegt: dat kan niet. Alles kan. Als je maar je best doet en goed nadenkt over alle onzekere factoren, zoals wij vliegtuigbouwers geleerd hebben te doen.”
Dat Mahawat Khan lastige problemen durft aan te pakken, zullen ook zijn tegenstanders beamen. Hij is een ahmadiyya-moslim, een relatief kleine stroming binnen de islam, die hij typeert als ‘liberaal’. Eind jaren negentig begon hij zich zorgen te maken over de verslechterende verstandhouding tussen moslims en niet-moslims. “Ik wilde die ontwikkeling keren.” Hij werd actief als voorman van de ahmadiyya-moslims, later ook als voorzitter van Contactgroep Islam (CGI), een door hem zelf opgericht overlegorgaan met de overheid.
Mahawat Khan probeert niet alleen bruggen te slaan tussen moslims en niet-moslims, ook de verschillende religieuze groepen binnen de islam wil hij dichter tot elkaar brengen. “Toen op verzoek van de regering het Contactorgaan Moslims en Overheid werd opgericht, bleek daarin uitsluitend plaats te zijn voor soennitische moslims, de dominante geloofsgroep onder de Turken en Marokkanen. Ik heb daar hevig tegen geageerd, want ik voelde er niets voor me te laten uitsluiten. Als moslims in Nederland moeten we laten zien dat we broederlijk naast elkaar willen leven.” Uiteindelijk richtte Mahawat Khan de Contactgroep Islam op, waarin soennieten, sjiïeten, alevieten en ahmadiyya-moslims samenwerken. “In harmonie. Dat is uniek in de wereld.”
Stevig
De laatste jaren kwam Mahawat Khan regelmatig in het nieuws. Hij beschuldigde het Contactorgaan Moslims en Overheid van ‘spreken met een dubbele tong’. “Uit opportunisme vertellen die vastgeroeste oude mannen de overheid wat die graag wil horen. Vervolgens durven ze hetzelfde verhaal niet tegen hun achterban te houden. Ze zijn de aansluiting met hun achterban volledig kwijtgeraakt.”
Stevige uitspraken voor iemand die zichzelf ziet als een bruggenbouwer. “Wie een brug wil bouwen, kan niet al te zachtzinnig te werk gaan. Een brug heeft een stevig fundament nodig. Soms moet ik harder zijn dan me lief is.”
De ahmadiyya-beweging heeft als taak de liefdevolle en zuivere islam over te dragen, zegt Mahawat Khan. “Ook op moslims die de zaak verkeerd interpreteren. Of dat gevoelig ligt? Ja, maar dat kan me niet schelen. Het is onze plicht. We proberen overigens niemand te bekeren. Dat mensen soms toch kwaad worden, neem ik voor lief.” Op de vraag of hij wel eens bedreigd is, geeft hij liever geen antwoord. “Als je zaken wilt veranderen, moet je je niet door angst laten leiden. Ik heb kritiek op moslims, niet op de islam. Het geloof is perfect. Helaas zijn er af en toe ontspoorde zielen.”
Islam is een geloof voor alle tijden en voor alle plaatsen, vindt hij als ahmadiyya-moslim. “We beschouwen man en vrouw als gelijkwaardig. Van mij hoeft een moslima ook geen hoofddoekje te dragen. Aan de andere kant: als zij er zelf aan hecht het te dragen, vind ik het dwaas om haar dat te verbieden.”
Hij kan zich iets voorstellen bij de woede van moslims die zich in Nederland gestigmatiseerd voelen. “De binding in de samenleving is zoek. Dat probleem los je niet op met ‘de moslims moeten zich aanpassen’. Dat is te simplistisch en te eenzijdig. en versterkt de verbale loopgravenoorlog. Veel autochtonen zijn vastgeroest. Ze beschouwen de allochtonen nog steeds als gasten die niet te veel praatjes moeten hebben. Met die houding schoffeer je ook goedwillende moslims.”
Is hij optimistisch over de toekomst? “Misschien moeten we eerst nog door een dal gaan. Ik ben er van overtuigd dat er oplossingen bestaan voor de huidige problemen, maar die moeten dan wel van beide kanten komen.” Hij somt er een paar op. Geen imams meer uit het buitenland halen, bijvoorbeeld. “De buitenlandse imams die er zijn, moeten inburgeren . en dat is meer dan alleen Nederlands leren spreken.” Verder: perestrojka en verjonging in de moskeebesturen; ondersteuning van moslima’s in een geïsoleerde positie; een vangnet voor jonge moslims die dreigen te ontsporen. En voor iedereen toegankelijke islamitische scholen. “Dan krijgen niet-moslims een minder karikaturaal beeld van ons geloof. Ik kan witheet worden als ik in schoolboeken sommige passages over de islam lees. Ook de berichtgeving in de media kan evenwichtiger.”
Mahawat Khan richt zijn pijlen ook op het Binnenhof. “De dubbele moraal van de regering stuit me tegen de borst. De rechter bepaalt dat de staat de subsidie aan de SGP moet stopzetten zolang die partij vrouwen niet als leden of kandidaten accepteert, en wat doet de regering? Ze laat de landsadvocaat tegen die uitspraak beroep aantekenen. Zogenaamd om ‘meer duidelijkheid’ te krijgen. Als moslims vrouwen discrimineren, schreeuwt men moord en brand.”
Achter gesloten deuren drukten Haagse bestuurders hem al eens op het hart zijn kritische geluid over andere moslims te temperen. “Don’t rock the boat, is de boodschap. Men wil pappen en nathouden. En ondertussen verklaart minister Remkes publiekelijk dat moslims te stil zijn over terroristische aanslagen. Wat een hypocrisie.”
Naam: Hikmat Mahawat Khan
Leeftijd: 45
Studie: luchtvaart- en ruimtevaarttechniek
Afstudeeronderzoek: een vergelijkende analyse tussen twee passagiersvliegtuigen, de EMB120 en de Dash7-100.
Woonplaats: Delft
Verliefd/verloofd/getrouwd: getrouwd
Loopbaan: werkte als bedrijfskundige met l&r-achtergrond onder meer voor Fokker, Air Aruba, Air Holland en KLM. Is de laatste jaren zelfstandig consultant, met klanten als Aircraft Financing & Trading en Air Excel. Sinds 2004 voorzitter van de Contactgroep Islam.

Comments are closed.