Education

Technostarters (4)

Universiteiten moeten valoriseren en de TU laat zich niet onbetuigd. Dat levert technostarters op als Senz (stormparaplu), Ampelmann (overstapplatform) en Ephicas (SideWings).

Maar er is veel meer. Een korte serie over TU-starters.Deze keer Taniq. De slang voor een turbomotor is een goed voorbeeld van wat Taniq levert: een rubber verbinding tussen de trillende motor en de intercooler die bij hoge temperatuur en veel beweging de vier bar werkdruk goed kan weerstaan. Gewapend rubber, door de robot vervaardigd.
Robot wikkelt gewapend rubber

Naam bedrijf: Taniq
Startjaar: 2006
Oprichters: Siebe Nooij (algemeen directeur), Coen ten Herkel (technisch directeur), Søren Blomaard (operationeel directeur)
Product/dienst: Service aan elastomeer producenten bij het ontwerp en maken van vezelversterkte producten
Omzet: Niet vrijgegeven
Aantal personeelsleden: Acht

De werkplaats van Taniq aan de Rotterdamseweg wordt gedomineerd door een reusachtige robot. Daarnaast staat een rek met sterke vezels als aramide, nylon en polyester op spoelen. In de vrieskist liggen rubber strips. Algemeen directeur ir. Siebe Nooij (civiele techniek) legt uit hoe de productie van gewapende rubbervormen in zijn werk gaat: “We beginnen met een gekromd oppervlak. Daar brengen we rubber strips op aan. Dan volgen de vezels voor de versteviging en een rubberlaag aan de buitenkant. Vervolgens gaat het hele ding de oven in om het af te bakken. Als een broodje.” De oven vulkaniseert de rubber waardoor de strips versmelten tot een homogene laag. “De rubber zorgt voor afsluiting, de vezels vangen de kracht op in hun rekrichting.”

Zoals Nooij het vertelt, klinkt het productieproces vrij eenvoudig. Maar de kennis ligt in de optimale wikkeling van de versterkingsvezels, ook bij moeilijkere, zogenaamde ‘gebalgde’ vormen. “We verwerken de vezels op de meest efficiënte wijze. Daardoor kost het ontwerp minder materiaal”, stelt Nooij. “Dat maakt het product goedkoper en lichter, het wordt flexibeler of het kan een hogere druk aan.”

Het alternatief is de meer ambachtelijke productie van gewapende rubbervormen zoals die voornamelijk in China plaatsvindt. Hier maken mensen gewapende slangen uit de rubberstrips en versterkingsvezels met de hand. Nooij benadrukt dat productie met robot superieur is. Niet alleen omdat de kwaliteit constant is, maar ook omdat de configuratie van de vezels optimaal is.
Het patent waar Taniq mee begonnen is, beschrijft de optimale configuratie van versterkingsvezels. In 2005 volgden de oprichters van het bedrijf het vak ‘turning technology into business’. Daar hoorden ze over het patent dat de optimale wikkeling van versterkingsvezels bij ingewikkelde oppervlakten beschreef. De opdracht was om daar een commerciële toepassing bij te verzinnen. Oorspronkelijk dachten ze aan vezelversterkte kolommen voor gebouwen, maar daar zat niemand op te wachten.

Ook toen de oprichters de toepassing in rubber hadden bedacht, duurde het nog een tijd voordat er een product uitkwam waar behoefte aan was. Of beter: waar het patent zou helpen om een beter product te maken waar mensen ook meer voor willen betalen.
Siebe Nooij herinnert zich: “Ons eerste idee was een soort luchtvering te maken voor auto’s. Daar bestond weinig interesse voor. In plaats daarvan kwam men met de suggestie van turboslangen. Daarbij was onze techniek wel van waarde.”

Het begin was het moeilijkst. “Eerst moesten we zelf naar klanten en toepassingen op zoek, nu worden we ook gevonden”, zegt Nooij. “Het netwerk aan klanten groeit vanuit Europa naar de Verenigde Staten en Zuid-Amerika.” Een andere manier om hun techniek onder de aandacht te brengen zijn de vakbladen in de rubberindustrie. Een goed geschreven artikel over een nieuwe ontwikkeling wordt vaak geplaatst. In de ervaring van Taniq werkt zo’n artikel beter dan een advertentie.
“In het begin was er vaak wel een stukje naïviteit”, constateert Nooij. Aanvankelijk namen ze wel eens projecten aan die ze onderschat hadden. “Daar leer je van. Soms betekende dat langere dagen maken om waar te maken wat we hadden aangeboden.” Tegenwoordig gaat dat beter, en zien de ondernemers al in de offertefase of een klus te ingewikkeld of te duur wordt.
Sinds ongeveer een jaar is Taniq zo ver dat het een complete dienstverlening aan kan bieden: niet alleen meer de productontwikkeling en de licenties, maar ook de aanschaf van de robot met randapparatuur, software en afterservice. “Als ze voor het hele traject bij één partij terecht kunnen, geeft dat de klant een zekerder gevoel”, weet Nooij.

In de toekomst wil Taniq ook met andere materialen werken zoals polyurethaan. Daarnaast willen ze onderzoeken of hun wapeningstechnieken toepasbaar zijn bij stijve composieten om complexe vormen mee te maken.
Het bedrijf bestaat nu vier jaar. Over de volgende vier jaar hoopt Nooij dat ‘een hoop van onze robots over de hele wereld staan te produceren.’ Verder kijkt hij uit naar een product dat ze niet in licentie laten produceren, maar zelf maken. Wat voor iets dat zou moeten zijn, kan Nooij niet aangeven. “Het moet een uniek product zijn. We wachten op een kans.” 

Taniq is op zoek naar drie stagiairs, bij voorkeur van de studierichtingen werktuigbouwkunde, industrieel ontwerpen of luchtvaart- en ruimtevaarttechniek. 

www.taniq.com

Plots slaat het weer om. Net scheen de zon nog, nu regent het pijpenstelen. Door de hevige regen stroomt vuil water, vol chemicaliën, uit de goot. De toezichthouder kijkt er wanhopig naar. Hij heeft de verstopte afvoer niet laten repareren. Nu ziet hij de gruwelijke gevolgen van zijn onoplettendheid. Medewerkers die met het vuile water in aanraking komen, moeten direct onder de chemische douche. En laat die nou net kapot zijn. Ook die is de toezichthouder vergeten te repareren. Voor zijn ogen schreeuwen zijn collega’s om hulp.

Dit is een van de scenario’s van het computerspel Shell supervisor dat aan de TU Delft is ontwikkeld. “Oliemaatschappij Shell wilde weten wat er technisch mogelijk is bij serious games” zegt ir. Daan Groen van de sectie policy, organisation, law & gaming  van de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM). “Met supervisor, een serious game van vijftien minuten waarbij de toezichthouder centraal staat, laten we dat zien.” Shell sluit daarbij aan bij andere bedrijven die ook veel zien in serious games als trainingsmiddel. De TU Delft bouwde de laatste jaren een reputatie op met serious games. Zo wordt ook dijkpatrouille, voor dijkwachters, bij TBM ontwikkeld.
Shell supervisor speelt zich af op een site waar naar olie wordt geboord. Het is al gespeeld door toezichthouders. Zij moeten mankementen, zoals kapotte chemische douche en een gat in een hek opsporen. “Ze halen niet alles direct er uit. De eerste keer kijken ze vooral veel rond. Je kunt merken dat ze op bepaalde dingen getraind zijn. Een gat in het hek zien ze vaak niet, maar iemand die geen helm draagt wijzen ze snel terecht”, zegt universitair docent ir. Ronald Poelman van de sectie systeem-engineering van TBM.
Shell supervisor is bedoeld als aftrap van een nieuw, nog te ontwikkelen computerspel voor de oliemaatschappij, waarvoor binnenkort een pilot wordt gemaakt. “De bedoeling van Shell supervisor is om te laten zien hoe een serious game werkt. We tonen ook hoe scores online bij worden houden en hoe medewerkers van hier tot aan Australië scores uitwisselen”, zegt Poelman. Poelman en Groen gaan zich met de pilot bezighouden.
De details van Shell supervisor zijn overweldigend. Groen: “We maken gebruik van de technologie van Unreal Tournament 3 voor Playstation3. Daar hebben we alles uitgehaald. De modellen, regels, wapens, karakters en auto’s gooiden we weg. De enorme hoeveelheid complexe codes die dan nog overblijven gebruikten we als basis voor ons spel.” Groen wijst op de bomen. “Zie je hoe de bladeren in de wind waaien?” Hij klikt vervolgens op de goot met water, waarin het water kabbelt. “Dat realisme is belangrijk voor de spelers. Het zorgt ervoor dat toezichthouders helemaal ondergedompeld worden in het spel. Dat is cruciaal omdat een serious game mensen traint alsof het echt gebeurt.”

Robot wikkelt gewapend rubber
Robot wikkelt gewapend rubber

Robot wikkelt gewapend rubber

Naam bedrijf: Taniq
Startjaar: 2006
Oprichters: Siebe Nooij (algemeen directeur), Coen ten Herkel (technisch directeur), Søren Blomaard (operationeel directeur)
Product/dienst: Service aan elastomeer producenten bij het ontwerp en maken van vezelversterkte producten
Omzet: Niet vrijgegeven
Aantal personeelsleden: Acht

De werkplaats van Taniq aan de Rotterdamseweg wordt gedomineerd door een reusachtige robot. Daarnaast staat een rek met sterke vezels als aramide, nylon en polyester op spoelen. In de vrieskist liggen rubber strips. Algemeen directeur ir. Siebe Nooij (civiele techniek) legt uit hoe de productie van gewapende rubbervormen in zijn werk gaat: “We beginnen met een gekromd oppervlak. Daar brengen we rubber strips op aan. Dan volgen de vezels voor de versteviging en een rubberlaag aan de buitenkant. Vervolgens gaat het hele ding de oven in om het af te bakken. Als een broodje.” De oven vulkaniseert de rubber waardoor de strips versmelten tot een homogene laag. “De rubber zorgt voor afsluiting, de vezels vangen de kracht op in hun rekrichting.”

Zoals Nooij het vertelt, klinkt het productieproces vrij eenvoudig. Maar de kennis ligt in de optimale wikkeling van de versterkingsvezels, ook bij moeilijkere, zogenaamde ‘gebalgde’ vormen. “We verwerken de vezels op de meest efficiënte wijze. Daardoor kost het ontwerp minder materiaal”, stelt Nooij. “Dat maakt het product goedkoper en lichter, het wordt flexibeler of het kan een hogere druk aan.”

Het alternatief is de meer ambachtelijke productie van gewapende rubbervormen zoals die voornamelijk in China plaatsvindt. Hier maken mensen gewapende slangen uit de rubberstrips en versterkingsvezels met de hand. Nooij benadrukt dat productie met robot superieur is. Niet alleen omdat de kwaliteit constant is, maar ook omdat de configuratie van de vezels optimaal is.
Het patent waar Taniq mee begonnen is, beschrijft de optimale configuratie van versterkingsvezels. In 2005 volgden de oprichters van het bedrijf het vak ‘turning technology into business’. Daar hoorden ze over het patent dat de optimale wikkeling van versterkingsvezels bij ingewikkelde oppervlakten beschreef. De opdracht was om daar een commerciële toepassing bij te verzinnen. Oorspronkelijk dachten ze aan vezelversterkte kolommen voor gebouwen, maar daar zat niemand op te wachten.

Ook toen de oprichters de toepassing in rubber hadden bedacht, duurde het nog een tijd voordat er een product uitkwam waar behoefte aan was. Of beter: waar het patent zou helpen om een beter product te maken waar mensen ook meer voor willen betalen.
Siebe Nooij herinnert zich: “Ons eerste idee was een soort luchtvering te maken voor auto’s. Daar bestond weinig interesse voor. In plaats daarvan kwam men met de suggestie van turboslangen. Daarbij was onze techniek wel van waarde.”

Het begin was het moeilijkst. “Eerst moesten we zelf naar klanten en toepassingen op zoek, nu worden we ook gevonden”, zegt Nooij. “Het netwerk aan klanten groeit vanuit Europa naar de Verenigde Staten en Zuid-Amerika.” Een andere manier om hun techniek onder de aandacht te brengen zijn de vakbladen in de rubberindustrie. Een goed geschreven artikel over een nieuwe ontwikkeling wordt vaak geplaatst. In de ervaring van Taniq werkt zo’n artikel beter dan een advertentie.
“In het begin was er vaak wel een stukje naïviteit”, constateert Nooij. Aanvankelijk namen ze wel eens projecten aan die ze onderschat hadden. “Daar leer je van. Soms betekende dat langere dagen maken om waar te maken wat we hadden aangeboden.” Tegenwoordig gaat dat beter, en zien de ondernemers al in de offertefase of een klus te ingewikkeld of te duur wordt.
Sinds ongeveer een jaar is Taniq zo ver dat het een complete dienstverlening aan kan bieden: niet alleen meer de productontwikkeling en de licenties, maar ook de aanschaf van de robot met randapparatuur, software en afterservice. “Als ze voor het hele traject bij één partij terecht kunnen, geeft dat de klant een zekerder gevoel”, weet Nooij.

In de toekomst wil Taniq ook met andere materialen werken zoals polyurethaan. Daarnaast willen ze onderzoeken of hun wapeningstechnieken toepasbaar zijn bij stijve composieten om complexe vormen mee te maken.
Het bedrijf bestaat nu vier jaar. Over de volgende vier jaar hoopt Nooij dat ‘een hoop van onze robots over de hele wereld staan te produceren.’ Verder kijkt hij uit naar een product dat ze niet in licentie laten produceren, maar zelf maken. Wat voor iets dat zou moeten zijn, kan Nooij niet aangeven. “Het moet een uniek product zijn. We wachten op een kans.” 

Taniq is op zoek naar drie stagiairs, bij voorkeur van de studierichtingen werktuigbouwkunde, industrieel ontwerpen of luchtvaart- en ruimtevaarttechniek. 

www.taniq.com

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.