Soms gaan dingen mis. Dan denk je dat een feest op donderdag is, maar is het eigenlijk op zaterdag. Ik fiets voor de tweede keer deze week richting Sranti, een Surinaams buurthuis.
Waar ik donderdag al een avond hebben zitten drinken met de lokale Surinaamse bevolking en heb geluisterd naar de spannende verhalen van ‘De lachende Papua’, een beroepsmilitair en verkenner in het Nederlandse leger en onderscheiden door de Amerikaanse regering. En stamgast van buurthuis Sranti.
“Tot zaterdag”, riepen de gasten toen ik weer naar buiten stapte.
En zo komt het dat ik zaterdag opnieuw het buurthuis binnenstap. “Kijk, daar is ze weer!” Dit keer lijkt het meer op een feest. Er klinkt swingende muziek en achterin de zaal staat een dj met een keyboard. Ik word begroet door twee lieve Surinaamse studentes. “Wat leuk dat jullie er zijn! Kijk rond en veel plezier.” Ietwat onwennig beweeg ik me naar de bar. Mijn vriendin en ik zijn de enige blanken, of Hollanders zogezegd. De rest van het publiek is overwegend Surinaams, en student. Er wordt volop gegeten. Nasi, bami en kip. “Dat is toch niet Surinaams?”, vraag ik aan de barman. “Jawel hoor. De Surinaamse keuken kent vele invloeden, waaronder Chinese. Dit is net zo Surinaams als roti met kousenband.” Surinamers houden van feesten en lekker eten, vertelt Priscilla Miranda mij. Als studente technische bestuurskunde moest ze erg wennen in Nederland. “Het weer, de gesloten mensen, weinig natuur”, verzucht ze. “Maar jullie zijn wel veel beter georganiseerd.”
De Vereniging Surinaamse Studenten Amsterdam (VSSA) is opgericht voor studenten die vanuit Suriname hier komen studeren. Om steun bij elkaar te vinden in dit koude kikkerland. Zonder kousenband. Bestuurslid Jinaraja studeert in Amsterdam. “Ik mis Suriname heel erg. Vooral mijn familie. Maar de kansen liggen hier in Nederland en je kunt hier meer leren en verdienen. Suriname is maar klein en een derdewereldland.”
Dat weten ze in Suriname ook. De voorman van jeugdzaken is speciaal uit Suriname gekomen om vanavond een praatje te houden. Hij spreekt in een vrije mix van Engels, Nederlands en Sranangtongo, ofwel Surinaams. “Wat jullie hier doen is geweldig. Maar blijf niet in Europa hangen na je studie. Suriname heeft jullie nodig. Ingenieurs, Informatici, jullie zullen voor altijd Surinamers blijven.” Twee Surinaamse luchtvaart- en ruimtevaartstudenten treden op als het duo Black Cats. Met grote armbewegingen en serieuze gezichten rappen zij rake teksten in het Engels en Sranangtongo. Onder luid gejuich van de meneer van jeugdzaken. Het is niet superdruk, maar iedereen lijkt het heel gezellig te hebben. “We zijn net een grote familie. Iedereen kent elkaar.” Er wordt nog tot laat in de avond gegeten en gedanst op échte Surinaamse krakers. Ik dans de merengue met mannen met soepele heupen. Het is laat als we weer naar buiten lopen. We worden uitgezwaaid: “Tot de volgende keer!” (AN)
Weet je een feest? Mail dan naar anna_catharina@hotmail.com
Soms gaan dingen mis. Dan denk je dat een feest op donderdag is, maar is het eigenlijk op zaterdag. Ik fiets voor de tweede keer deze week richting Sranti, een Surinaams buurthuis. Waar ik donderdag al een avond hebben zitten drinken met de lokale Surinaamse bevolking en heb geluisterd naar de spannende verhalen van ‘De lachende Papua’, een beroepsmilitair en verkenner in het Nederlandse leger en onderscheiden door de Amerikaanse regering. En stamgast van buurthuis Sranti.
“Tot zaterdag”, riepen de gasten toen ik weer naar buiten stapte.
En zo komt het dat ik zaterdag opnieuw het buurthuis binnenstap. “Kijk, daar is ze weer!” Dit keer lijkt het meer op een feest. Er klinkt swingende muziek en achterin de zaal staat een dj met een keyboard. Ik word begroet door twee lieve Surinaamse studentes. “Wat leuk dat jullie er zijn! Kijk rond en veel plezier.” Ietwat onwennig beweeg ik me naar de bar. Mijn vriendin en ik zijn de enige blanken, of Hollanders zogezegd. De rest van het publiek is overwegend Surinaams, en student. Er wordt volop gegeten. Nasi, bami en kip. “Dat is toch niet Surinaams?”, vraag ik aan de barman. “Jawel hoor. De Surinaamse keuken kent vele invloeden, waaronder Chinese. Dit is net zo Surinaams als roti met kousenband.” Surinamers houden van feesten en lekker eten, vertelt Priscilla Miranda mij. Als studente technische bestuurskunde moest ze erg wennen in Nederland. “Het weer, de gesloten mensen, weinig natuur”, verzucht ze. “Maar jullie zijn wel veel beter georganiseerd.”
De Vereniging Surinaamse Studenten Amsterdam (VSSA) is opgericht voor studenten die vanuit Suriname hier komen studeren. Om steun bij elkaar te vinden in dit koude kikkerland. Zonder kousenband. Bestuurslid Jinaraja studeert in Amsterdam. “Ik mis Suriname heel erg. Vooral mijn familie. Maar de kansen liggen hier in Nederland en je kunt hier meer leren en verdienen. Suriname is maar klein en een derdewereldland.”
Dat weten ze in Suriname ook. De voorman van jeugdzaken is speciaal uit Suriname gekomen om vanavond een praatje te houden. Hij spreekt in een vrije mix van Engels, Nederlands en Sranangtongo, ofwel Surinaams. “Wat jullie hier doen is geweldig. Maar blijf niet in Europa hangen na je studie. Suriname heeft jullie nodig. Ingenieurs, Informatici, jullie zullen voor altijd Surinamers blijven.” Twee Surinaamse luchtvaart- en ruimtevaartstudenten treden op als het duo Black Cats. Met grote armbewegingen en serieuze gezichten rappen zij rake teksten in het Engels en Sranangtongo. Onder luid gejuich van de meneer van jeugdzaken. Het is niet superdruk, maar iedereen lijkt het heel gezellig te hebben. “We zijn net een grote familie. Iedereen kent elkaar.” Er wordt nog tot laat in de avond gegeten en gedanst op échte Surinaamse krakers. Ik dans de merengue met mannen met soepele heupen. Het is laat als we weer naar buiten lopen. We worden uitgezwaaid: “Tot de volgende keer!” (AN)
Weet je een feest? Mail dan naar anna_catharina@hotmail.com

Comments are closed.