Campus

Stampende legerparades op het Rode Plein

,,Het instrument van de dirigent is het orkest”, zegt Daan Admiraal. Onder zijn leiding brengt Krashna Musika volgende week in de Maria van Jessekerk een Russisch programma met onder andere de Zevende Symfonie van Dmitri Sjostakovitsj.


1 Igor Strawinsky

Hoe lang hij al dirigent is bij Krashna Musika? Al heel lang, zegt Daan Admiraal in de woonkamer van zijn huis in Heemstede. Een jaar of vijftien, schat hij. Zijn vrouw is ook aanwezig, druk bezig met het inpakken van de sinterklaas-cadeautjes voor hun drie kinderen. Volgens mij sinds 1974, mengt ze zich ertussen. Al zo lang? Dat kan niet, reageert hij.

Admiraal is begonnen als hoboïst. Hij weet nog goed hoe hij als jongetje van acht ging kamperen in Zeeland. Op de pont naar Schouwen-Duiveland hoorde hij een harmonie-orkest spelen. Geweldig vond hij het. Hij wilde ook een trombone. Het was een impuls. Dat het een ander blaasinstrument werd, kwam doordat hij thuis een symfonie van Bach hoorde. ,,De hobo-solo van Aakon Stotijn ging recht door mijn hart.”

Al op zijn 22ste zat hij als hoboïst in het Gelderse Orkest. Op een hobo spelen vergelijkt hij met een sport. Fysiek is het zwaar. Als je lang blaast voel je spanning in de hals. Je hebt voortdurend de druk om te spelen. Als instrumentalist ben je helemaal op jezelf teruggeworpen. Met je instrument heb je een verhouding. Het is een liefdesrelatie, maar ook altijd weer een gevecht.

Toen een medespeler hem de vraag stelde hoe lang hij nog moest tot zijn pensioen, vroeg hij zich af of hij zijn leven lang hoboïst wilde blijven. Hij wilde dirigeren, besloot hij. Het was een pijnlijk proces om de hobo aan de wilgen te hangen. Tot een jaar of zes geleden heeft hij gespeeld, toen was de relatie verbroken. ,,Het etmaal is te kort.”

Dirigeren is heel anders. ,,Het instrument van de dirigent is het orkest”, zegt hij, ,,en dat is bijna nooit aanwezig.” Een hobo is een stuk materie, een orkest is een groep mensen. Die moet je je wil opleggen. Dat vergt een andere aanpak. Je moet goed met mensen kunnen omgaan.
Autoriteiten

Een programma samenstellen voor koor en orkest is niet zo eenvoudig als het lijkt. Het repertoire is beperkt. Verder hoort bij een amateurmuziekgezelschap iedereen aan bod te komen. Ook de derde klarinet moet een partij meeblazen. De programma-commissie van Krashna bepaalt de keus, maar koordirigent Leo Rijkaart en Admiraal hebben naar eigen zeggen veel invloed. Dit jaar is gekozen voor een Russisch programma met werk van Strawinsky en Sjostakovitsj.

Beiden hebben gemeen dat ze zijn geboren in en rond St. Petersburg en begonnen te componeren in de traditie van de Russische laat-romantiek. Daarmee houden de overeenkomsten op. Igor Strawinsky (1882-1971), een generatie ouder dan Sjostakovitsj, is de grote vernieuwer, de man van l’art pour l’art, die met zijn meesterwerk ‘Le sacre du printemps’ een groot schandaal veroorzaakte.


2 Dmitri Sjostakovitsj

Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) heeft ook een experimentele fase gekend, maar hij is diverse malen door het Sovjet-regime teruggefloten. Zijn hele leven had hij een moeilijke verhouding met de autoriteiten. Het verhaal gaat dat hij vlak voor de Tweede Wereldoorlog gekleed in bed lag, met een koffer naast zich, bang dat hij werd opgepakt. ,,In zekere zin is hij te laat geboren”, zegt Admiraal.

Anders dan Strawinsky is Sjostakovitsj altijd in zijn geboorteland gebleven. Hij heeft zelfs overheidsfuncties bekleed. Zo was hij enige tijd voorzitter van de Sovjetrussische componistenbond. Dat kon hij ook niet weigeren, meent Admiraal. Het regime vond hem ondanks alles een groot componist en kon hem goed gebruiken voor propaganda-doeleinden.

Aan het eind van zijn leven heeft Sjostakovitsj dingen gedaan die hem niet in dank zijn afgenomen. Hij heeft de dissident Sacharov laten vallen. Aan de andere kant heeft hij in stilte ook mensen geholpen. Als je naar foto’s kijkt, vertelt Admiraal, zie je dat zijn mondhoeken naarmate hij ouder wordt steeds verder naar beneden trekken. Als jongetje straalt hij ironie uit, als oudere man sarcasme.
Kater

Sjostakovitsj had een koortsachtige, neurotische geest. Uit zijn werk spreekt een hectische energie. Bepaalde aspecten van zijn symfonieën vervullen Admiraal met weerzin. Deze kunnen soms erg pompeus zijn, met dwingend slagwerk en koper dat langdurig en hard speelt. ,,Dan moet ik altijd denken aan de stampende legerparades op het Rode Plein.”

De Zevende, Achtste en Negende Symfonie staan bekend als de oorlogssymfonieën. Hij schreef deze tijdens de Tweede Wereldoorlog. ,,Mijn symfonieën zijn in meerderheid grafmonumenten”, verkondigde Sjostakovitsj, ,,de Zevende en de Achtste zijn mijn Requiem.” Bijzonder aan de Zevende vindt Admiraal dat deze min of meer positief eindigt en dat er troostrijke passages in zitten.

Het eerste deel van de Zevende is beroemd vanwege het invasie-thema. Het begint met een onschuldig melodietje dat eindeloos herhaald steeds sterker aanzwelt. De Sovjets interpreteerden het als de inval van de nazi’s. De componist heeft dat nooit bevestigd. Er zijn aanwijzingen dat het evengoed kan slaan op de terreur van Stalin. ,,Hij is de meester van de dubbele bodem”, zegt Admiraal.

Bij een oorlogssymfonie verwacht je dat deze eindigt als een overwinningshymne, maar bij de Zevende is dat slechts ten dele het geval. De finale vergelijkt Admiraal met het gevoel dat joden hebben tijdens bevrijdingsdag. Terwijl iedereen feest viert, zitten zij met een kater. ,,Het is alsof je met je hoofd tegen een balk loopt.”

Om zich bij de noten iets voor de geest te halen, heeft Admiraal veel beelden gebruikt. Dat past, want de muziek van Shostakovitsj is erg visueel. De beelden draagt hij over aan het orkest. Wat hij leuk vindt aan een studentenorkest is dat het om een leeftijdsgroep gaat die veel energie heeft. ,,Als dirigent ben je een energiepomp, maar je krijgt ook erg veel energie terug.”

Koor en orkest van Krashna Musika geven wo. 16 en do. 17 dec. om 20.15 uur in de Maria van Jessekerk een uitvoering van de Zevende Symfonie van Shostakovich, en van Psalmen Symfonie en Mis van Strawinsky.

,


1 Igor Strawinsky

Hoe lang hij al dirigent is bij Krashna Musika? Al heel lang, zegt Daan Admiraal in de woonkamer van zijn huis in Heemstede. Een jaar of vijftien, schat hij. Zijn vrouw is ook aanwezig, druk bezig met het inpakken van de sinterklaas-cadeautjes voor hun drie kinderen. Volgens mij sinds 1974, mengt ze zich ertussen. Al zo lang? Dat kan niet, reageert hij.

Admiraal is begonnen als hoboïst. Hij weet nog goed hoe hij als jongetje van acht ging kamperen in Zeeland. Op de pont naar Schouwen-Duiveland hoorde hij een harmonie-orkest spelen. Geweldig vond hij het. Hij wilde ook een trombone. Het was een impuls. Dat het een ander blaasinstrument werd, kwam doordat hij thuis een symfonie van Bach hoorde. ,,De hobo-solo van Aakon Stotijn ging recht door mijn hart.”

Al op zijn 22ste zat hij als hoboïst in het Gelderse Orkest. Op een hobo spelen vergelijkt hij met een sport. Fysiek is het zwaar. Als je lang blaast voel je spanning in de hals. Je hebt voortdurend de druk om te spelen. Als instrumentalist ben je helemaal op jezelf teruggeworpen. Met je instrument heb je een verhouding. Het is een liefdesrelatie, maar ook altijd weer een gevecht.

Toen een medespeler hem de vraag stelde hoe lang hij nog moest tot zijn pensioen, vroeg hij zich af of hij zijn leven lang hoboïst wilde blijven. Hij wilde dirigeren, besloot hij. Het was een pijnlijk proces om de hobo aan de wilgen te hangen. Tot een jaar of zes geleden heeft hij gespeeld, toen was de relatie verbroken. ,,Het etmaal is te kort.”

Dirigeren is heel anders. ,,Het instrument van de dirigent is het orkest”, zegt hij, ,,en dat is bijna nooit aanwezig.” Een hobo is een stuk materie, een orkest is een groep mensen. Die moet je je wil opleggen. Dat vergt een andere aanpak. Je moet goed met mensen kunnen omgaan.
Autoriteiten

Een programma samenstellen voor koor en orkest is niet zo eenvoudig als het lijkt. Het repertoire is beperkt. Verder hoort bij een amateurmuziekgezelschap iedereen aan bod te komen. Ook de derde klarinet moet een partij meeblazen. De programma-commissie van Krashna bepaalt de keus, maar koordirigent Leo Rijkaart en Admiraal hebben naar eigen zeggen veel invloed. Dit jaar is gekozen voor een Russisch programma met werk van Strawinsky en Sjostakovitsj.

Beiden hebben gemeen dat ze zijn geboren in en rond St. Petersburg en begonnen te componeren in de traditie van de Russische laat-romantiek. Daarmee houden de overeenkomsten op. Igor Strawinsky (1882-1971), een generatie ouder dan Sjostakovitsj, is de grote vernieuwer, de man van l’art pour l’art, die met zijn meesterwerk ‘Le sacre du printemps’ een groot schandaal veroorzaakte.


2 Dmitri Sjostakovitsj

Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) heeft ook een experimentele fase gekend, maar hij is diverse malen door het Sovjet-regime teruggefloten. Zijn hele leven had hij een moeilijke verhouding met de autoriteiten. Het verhaal gaat dat hij vlak voor de Tweede Wereldoorlog gekleed in bed lag, met een koffer naast zich, bang dat hij werd opgepakt. ,,In zekere zin is hij te laat geboren”, zegt Admiraal.

Anders dan Strawinsky is Sjostakovitsj altijd in zijn geboorteland gebleven. Hij heeft zelfs overheidsfuncties bekleed. Zo was hij enige tijd voorzitter van de Sovjetrussische componistenbond. Dat kon hij ook niet weigeren, meent Admiraal. Het regime vond hem ondanks alles een groot componist en kon hem goed gebruiken voor propaganda-doeleinden.

Aan het eind van zijn leven heeft Sjostakovitsj dingen gedaan die hem niet in dank zijn afgenomen. Hij heeft de dissident Sacharov laten vallen. Aan de andere kant heeft hij in stilte ook mensen geholpen. Als je naar foto’s kijkt, vertelt Admiraal, zie je dat zijn mondhoeken naarmate hij ouder wordt steeds verder naar beneden trekken. Als jongetje straalt hij ironie uit, als oudere man sarcasme.
Kater

Sjostakovitsj had een koortsachtige, neurotische geest. Uit zijn werk spreekt een hectische energie. Bepaalde aspecten van zijn symfonieën vervullen Admiraal met weerzin. Deze kunnen soms erg pompeus zijn, met dwingend slagwerk en koper dat langdurig en hard speelt. ,,Dan moet ik altijd denken aan de stampende legerparades op het Rode Plein.”

De Zevende, Achtste en Negende Symfonie staan bekend als de oorlogssymfonieën. Hij schreef deze tijdens de Tweede Wereldoorlog. ,,Mijn symfonieën zijn in meerderheid grafmonumenten”, verkondigde Sjostakovitsj, ,,de Zevende en de Achtste zijn mijn Requiem.” Bijzonder aan de Zevende vindt Admiraal dat deze min of meer positief eindigt en dat er troostrijke passages in zitten.

Het eerste deel van de Zevende is beroemd vanwege het invasie-thema. Het begint met een onschuldig melodietje dat eindeloos herhaald steeds sterker aanzwelt. De Sovjets interpreteerden het als de inval van de nazi’s. De componist heeft dat nooit bevestigd. Er zijn aanwijzingen dat het evengoed kan slaan op de terreur van Stalin. ,,Hij is de meester van de dubbele bodem”, zegt Admiraal.

Bij een oorlogssymfonie verwacht je dat deze eindigt als een overwinningshymne, maar bij de Zevende is dat slechts ten dele het geval. De finale vergelijkt Admiraal met het gevoel dat joden hebben tijdens bevrijdingsdag. Terwijl iedereen feest viert, zitten zij met een kater. ,,Het is alsof je met je hoofd tegen een balk loopt.”

Om zich bij de noten iets voor de geest te halen, heeft Admiraal veel beelden gebruikt. Dat past, want de muziek van Shostakovitsj is erg visueel. De beelden draagt hij over aan het orkest. Wat hij leuk vindt aan een studentenorkest is dat het om een leeftijdsgroep gaat die veel energie heeft. ,,Als dirigent ben je een energiepomp, maar je krijgt ook erg veel energie terug.”

Koor en orkest van Krashna Musika geven wo. 16 en do. 17 dec. om 20.15 uur in de Maria van Jessekerk een uitvoering van de Zevende Symfonie van Shostakovich, en van Psalmen Symfonie en Mis van Strawinsky.


1 Igor Strawinsky

Hoe lang hij al dirigent is bij Krashna Musika? Al heel lang, zegt Daan Admiraal in de woonkamer van zijn huis in Heemstede. Een jaar of vijftien, schat hij. Zijn vrouw is ook aanwezig, druk bezig met het inpakken van de sinterklaas-cadeautjes voor hun drie kinderen. Volgens mij sinds 1974, mengt ze zich ertussen. Al zo lang? Dat kan niet, reageert hij.

Admiraal is begonnen als hoboïst. Hij weet nog goed hoe hij als jongetje van acht ging kamperen in Zeeland. Op de pont naar Schouwen-Duiveland hoorde hij een harmonie-orkest spelen. Geweldig vond hij het. Hij wilde ook een trombone. Het was een impuls. Dat het een ander blaasinstrument werd, kwam doordat hij thuis een symfonie van Bach hoorde. ,,De hobo-solo van Aakon Stotijn ging recht door mijn hart.”

Al op zijn 22ste zat hij als hoboïst in het Gelderse Orkest. Op een hobo spelen vergelijkt hij met een sport. Fysiek is het zwaar. Als je lang blaast voel je spanning in de hals. Je hebt voortdurend de druk om te spelen. Als instrumentalist ben je helemaal op jezelf teruggeworpen. Met je instrument heb je een verhouding. Het is een liefdesrelatie, maar ook altijd weer een gevecht.

Toen een medespeler hem de vraag stelde hoe lang hij nog moest tot zijn pensioen, vroeg hij zich af of hij zijn leven lang hoboïst wilde blijven. Hij wilde dirigeren, besloot hij. Het was een pijnlijk proces om de hobo aan de wilgen te hangen. Tot een jaar of zes geleden heeft hij gespeeld, toen was de relatie verbroken. ,,Het etmaal is te kort.”

Dirigeren is heel anders. ,,Het instrument van de dirigent is het orkest”, zegt hij, ,,en dat is bijna nooit aanwezig.” Een hobo is een stuk materie, een orkest is een groep mensen. Die moet je je wil opleggen. Dat vergt een andere aanpak. Je moet goed met mensen kunnen omgaan.
Autoriteiten

Een programma samenstellen voor koor en orkest is niet zo eenvoudig als het lijkt. Het repertoire is beperkt. Verder hoort bij een amateurmuziekgezelschap iedereen aan bod te komen. Ook de derde klarinet moet een partij meeblazen. De programma-commissie van Krashna bepaalt de keus, maar koordirigent Leo Rijkaart en Admiraal hebben naar eigen zeggen veel invloed. Dit jaar is gekozen voor een Russisch programma met werk van Strawinsky en Sjostakovitsj.

Beiden hebben gemeen dat ze zijn geboren in en rond St. Petersburg en begonnen te componeren in de traditie van de Russische laat-romantiek. Daarmee houden de overeenkomsten op. Igor Strawinsky (1882-1971), een generatie ouder dan Sjostakovitsj, is de grote vernieuwer, de man van l’art pour l’art, die met zijn meesterwerk ‘Le sacre du printemps’ een groot schandaal veroorzaakte.


2 Dmitri Sjostakovitsj

Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) heeft ook een experimentele fase gekend, maar hij is diverse malen door het Sovjet-regime teruggefloten. Zijn hele leven had hij een moeilijke verhouding met de autoriteiten. Het verhaal gaat dat hij vlak voor de Tweede Wereldoorlog gekleed in bed lag, met een koffer naast zich, bang dat hij werd opgepakt. ,,In zekere zin is hij te laat geboren”, zegt Admiraal.

Anders dan Strawinsky is Sjostakovitsj altijd in zijn geboorteland gebleven. Hij heeft zelfs overheidsfuncties bekleed. Zo was hij enige tijd voorzitter van de Sovjetrussische componistenbond. Dat kon hij ook niet weigeren, meent Admiraal. Het regime vond hem ondanks alles een groot componist en kon hem goed gebruiken voor propaganda-doeleinden.

Aan het eind van zijn leven heeft Sjostakovitsj dingen gedaan die hem niet in dank zijn afgenomen. Hij heeft de dissident Sacharov laten vallen. Aan de andere kant heeft hij in stilte ook mensen geholpen. Als je naar foto’s kijkt, vertelt Admiraal, zie je dat zijn mondhoeken naarmate hij ouder wordt steeds verder naar beneden trekken. Als jongetje straalt hij ironie uit, als oudere man sarcasme.
Kater

Sjostakovitsj had een koortsachtige, neurotische geest. Uit zijn werk spreekt een hectische energie. Bepaalde aspecten van zijn symfonieën vervullen Admiraal met weerzin. Deze kunnen soms erg pompeus zijn, met dwingend slagwerk en koper dat langdurig en hard speelt. ,,Dan moet ik altijd denken aan de stampende legerparades op het Rode Plein.”

De Zevende, Achtste en Negende Symfonie staan bekend als de oorlogssymfonieën. Hij schreef deze tijdens de Tweede Wereldoorlog. ,,Mijn symfonieën zijn in meerderheid grafmonumenten”, verkondigde Sjostakovitsj, ,,de Zevende en de Achtste zijn mijn Requiem.” Bijzonder aan de Zevende vindt Admiraal dat deze min of meer positief eindigt en dat er troostrijke passages in zitten.

Het eerste deel van de Zevende is beroemd vanwege het invasie-thema. Het begint met een onschuldig melodietje dat eindeloos herhaald steeds sterker aanzwelt. De Sovjets interpreteerden het als de inval van de nazi’s. De componist heeft dat nooit bevestigd. Er zijn aanwijzingen dat het evengoed kan slaan op de terreur van Stalin. ,,Hij is de meester van de dubbele bodem”, zegt Admiraal.

Bij een oorlogssymfonie verwacht je dat deze eindigt als een overwinningshymne, maar bij de Zevende is dat slechts ten dele het geval. De finale vergelijkt Admiraal met het gevoel dat joden hebben tijdens bevrijdingsdag. Terwijl iedereen feest viert, zitten zij met een kater. ,,Het is alsof je met je hoofd tegen een balk loopt.”

Om zich bij de noten iets voor de geest te halen, heeft Admiraal veel beelden gebruikt. Dat past, want de muziek van Shostakovitsj is erg visueel. De beelden draagt hij over aan het orkest. Wat hij leuk vindt aan een studentenorkest is dat het om een leeftijdsgroep gaat die veel energie heeft. ,,Als dirigent ben je een energiepomp, maar je krijgt ook erg veel energie terug.”

Koor en orkest van Krashna Musika geven wo. 16 en do. 17 dec. om 20.15 uur in de Maria van Jessekerk een uitvoering van de Zevende Symfonie van Shostakovich, en van Psalmen Symfonie en Mis van Strawinsky.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.