Education

Ruimtetoerist

Net terug uit de ruimte werd aan Buzz Aldrin, Neil Armstrong en Michael Collins gevraagd of ze de reactie op hun maanlanding wilden zien. “Waarom niet, dachten we laconiek.

We hebben toch niets beters te doen. We waren maar wat aan het kaarten”, zei dr. Edwin ‘Buzz’ Aldrin (76) afgelopen dinsdag tijdens zijn lezing over de maanlanding (1969). “We waren stomverbaasd over wat we zagen: juichende mensen, uit verre landen: Indiërs, Australiërs en Europeanen. Ik tikte Neil op zijn schouder en zei tegen hem: ‘Look Neil, we missed the whole thing’.”

Aldrin, de tweede man op de maan, heeft in Delft een sterrenstatus. Hij kreeg staande ovaties en werd zelfs toegejuicht vanuit het publiek. “Het voelt alsof ik in het voorprogramma sta van een rockster. Alsof de Rolling Stones komen”, zei prof.dr. Wubbo Ockels.

Aldrin bestuurde de Apollo 11, die naar de maan vloog. In tegenstelling tot de schuchtere Armstrong, staat Aldrin bekend om zijn extraverte persoonlijkheid. Dat bleek ook de voorbeelden die hij gaf in zijn lezing. Toen Nasa vroeg of hij klaar was om weer terug naar huis te gaan, antwoordde hij gevat: “Houston, ik geloof dat we als eerste aan de beurt zijn bij de startbaan.”

Tijdens het opstijgen, zag Armstrong dat hun Amerikaanse vlag op de maan omviel. “Dat hebben we maar een tijd voor ons gehouden. Het leek ons niet verstandig om dat direct aan de grote klok te hangen.” Aldrin zei altijd te denken dat hij na de maanlanding anders naar de maan zou kijken. “Maar dat was niet zo. Wel bestaan er sindsdien drie soorten manen voor mij: de maan die we naderden in onze Apollo, die waar we omheen vlogen en de maan waar we op liepen.”

Na zijn maanreis raakte de astronaut aan de drank en werd hij depressief. Die problemen overwon hij eind jaren zeventig. Sindsdien zat hij in diverse belangrijke commissies en schreef hij een sciencefictionboek, ‘Encounter with Tiber’.

Tegenwoordig propagandeert hij ruimtetoerisme. Reizen naar Mars en de maan moeten volgens hem mogelijk zijn. Aldrin eindigde zijn lezing met een toekomstvisioen. “Over vijfhonderd jaar zal de aarde voor ons zijn, wat Mekka is voor de moslims en Jeruzalem voor joden en christenen: het heilige der heiligen.” De mensheid is volgens hem tegen die tijd over verschillende zonnestelsels verspreid. “Maar de aarde is de plek waar ze vandaan komen en daarom het begin van de interstellaire geschiedenis.”

Robert Visscher

Vrijdag 16 maart houdt VSV Leonardo da Vinci, studievereniging van de opleiding luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, het symposium ‘Space for Society’, met als spreker onder anderen Nobelprijswinnaar prof.dr. Gerard ’t Hooft.

www.space4society.nl

www.buzzaldrin.com

Net terug uit de ruimte werd aan Buzz Aldrin, Neil Armstrong en Michael Collins gevraagd of ze de reactie op hun maanlanding wilden zien. “Waarom niet, dachten we laconiek. We hebben toch niets beters te doen. We waren maar wat aan het kaarten”, zei dr. Edwin ‘Buzz’ Aldrin (76) afgelopen dinsdag tijdens zijn lezing over de maanlanding (1969). “We waren stomverbaasd over wat we zagen: juichende mensen, uit verre landen: Indiërs, Australiërs en Europeanen. Ik tikte Neil op zijn schouder en zei tegen hem: ‘Look Neil, we missed the whole thing’.”

Aldrin, de tweede man op de maan, heeft in Delft een sterrenstatus. Hij kreeg staande ovaties en werd zelfs toegejuicht vanuit het publiek. “Het voelt alsof ik in het voorprogramma sta van een rockster. Alsof de Rolling Stones komen”, zei prof.dr. Wubbo Ockels.

Aldrin bestuurde de Apollo 11, die naar de maan vloog. In tegenstelling tot de schuchtere Armstrong, staat Aldrin bekend om zijn extraverte persoonlijkheid. Dat bleek ook de voorbeelden die hij gaf in zijn lezing. Toen Nasa vroeg of hij klaar was om weer terug naar huis te gaan, antwoordde hij gevat: “Houston, ik geloof dat we als eerste aan de beurt zijn bij de startbaan.”

Tijdens het opstijgen, zag Armstrong dat hun Amerikaanse vlag op de maan omviel. “Dat hebben we maar een tijd voor ons gehouden. Het leek ons niet verstandig om dat direct aan de grote klok te hangen.” Aldrin zei altijd te denken dat hij na de maanlanding anders naar de maan zou kijken. “Maar dat was niet zo. Wel bestaan er sindsdien drie soorten manen voor mij: de maan die we naderden in onze Apollo, die waar we omheen vlogen en de maan waar we op liepen.”

Na zijn maanreis raakte de astronaut aan de drank en werd hij depressief. Die problemen overwon hij eind jaren zeventig. Sindsdien zat hij in diverse belangrijke commissies en schreef hij een sciencefictionboek, ‘Encounter with Tiber’.

Tegenwoordig propagandeert hij ruimtetoerisme. Reizen naar Mars en de maan moeten volgens hem mogelijk zijn. Aldrin eindigde zijn lezing met een toekomstvisioen. “Over vijfhonderd jaar zal de aarde voor ons zijn, wat Mekka is voor de moslims en Jeruzalem voor joden en christenen: het heilige der heiligen.” De mensheid is volgens hem tegen die tijd over verschillende zonnestelsels verspreid. “Maar de aarde is de plek waar ze vandaan komen en daarom het begin van de interstellaire geschiedenis.”

Robert Visscher

Vrijdag 16 maart houdt VSV Leonardo da Vinci, studievereniging van de opleiding luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, het symposium ‘Space for Society’, met als spreker onder anderen Nobelprijswinnaar prof.dr. Gerard ’t Hooft.

www.space4society.nl

www.buzzaldrin.com

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.