Wubbo Ockels bv krijgt van de gemeente Rotterdam een miljoen euro om een demonstratiemodel van een laddermolenschip te bouwen. De onderneming van de hoogleraar betrekt als eerste het nieuw op te zetten ‘innovatielab’ op het RDM-terrein.
Rotterdam heeft de ambitie de CO2-uitstoot in de stad de komende decennia drastisch te verminderen. Ook de uitstoot door schepen in de haven, want de zeevaart is een belangrijke luchtvervuiler. De oplossing moet komen van een technologie waar prof.dr. Wubbo Ockels (Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek) al tien jaar aan sleutelt: de laddermolen, een constructie van radiografisch bestuurbare vliegers die de hoge windsnelheden op honderden meters hoogte helpen om te zetten in energie. “Op kleine schaal heeft mijn vakgroep bewezen dat zoiets kan”, zegt Ockels. Nu wil hij laten zien dat met een laddermolen genoeg energie kan worden gegenereerd om een schip te laten varen.
Op het RDM-terrein werkt een groep TU-onderzoekers de komende twee jaar aan een demonstratiemodel. In de beginfase zal de boot . qua formaat vergelijkbaar met een rondvaartboot . op diesel varen. Ockels wil afstudeerders van verschillende faculteiten bij het project betrekken.
Niet de TU Delft, maar de bv van Wubbo Ockels ontvangt van de gemeente Rotterdam de subsidie. “Omdat Ockels via zijn bv patenthouder is van de laddermolentechnologie, lag dat juridisch gezien voor de hand”, zegt Monica Botter van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR). Ockels moet wel partners vinden die vier miljoen extra in het project willen steken.
“Die bv heb ik jaren geleden opgericht, en ik weet nog steeds niet of het ooit wat wordt”, zegt Ockels relativerend. “Maar zo’n bv kan andere bedrijven die technologie voor duurzame energie ontwikkelen naar het RDM-terrein helpen lokken.” Dat streven past in de ambities van de gemeente Rotterdam.
In het ‘innovatielab’ op het RDM-terrein wil Rotterdam daartoe innovatieve bedrijven en kennisinstellingen bijeenbrengen. Ockels: “Ik hoop dat het RDM-terrein zich ontwikkelt tot een 21ste-eeuws gilde, waar niet alleen kennisinstituten en hightech bedrijven te vinden zijn, maar ook hbo- en mbo-instellingen, ambachtsmensen, schoonmakers en noem maar op. Om zoiets te creëren moet je eerst voor economische bedrijvigheid zorgen.”
In een brief aan directeur prof.dr.ir. Tim van der Hagen (TNW) heeft Ockels het 3TU-onderzoeksinstituut voor technologie voor duurzame energie uitgenodigd om financieel en inhoudelijk een bijdrage te leveren aan het project. “Maar ik kan me voorstellen dat men even wil wachten. We zitten nog in een pioniersfase. De kracht van een instelling als het 3TU-onderzoeksinstituut ligt meer in de fases van groei en consolideren.”
Ockels denkt dat uiteindelijk zelfs mammoettankers kunnen worden aangedreven via een laddermolen. “Dan moet de spanwijdte van de vliegers misschien honderd meter bedragen.” Obstakels ziet hij zeker. “Maar je moet je ambities altijd net iets hoger leggen dan wat je mogelijk acht.”
Rotterdam heeft de ambitie de CO2-uitstoot in de stad de komende decennia drastisch te verminderen. Ook de uitstoot door schepen in de haven, want de zeevaart is een belangrijke luchtvervuiler. De oplossing moet komen van een technologie waar prof.dr. Wubbo Ockels (Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek) al tien jaar aan sleutelt: de laddermolen, een constructie van radiografisch bestuurbare vliegers die de hoge windsnelheden op honderden meters hoogte helpen om te zetten in energie. “Op kleine schaal heeft mijn vakgroep bewezen dat zoiets kan”, zegt Ockels. Nu wil hij laten zien dat met een laddermolen genoeg energie kan worden gegenereerd om een schip te laten varen.
Op het RDM-terrein werkt een groep TU-onderzoekers de komende twee jaar aan een demonstratiemodel. In de beginfase zal de boot . qua formaat vergelijkbaar met een rondvaartboot . op diesel varen. Ockels wil afstudeerders van verschillende faculteiten bij het project betrekken.
Niet de TU Delft, maar de bv van Wubbo Ockels ontvangt van de gemeente Rotterdam de subsidie. “Omdat Ockels via zijn bv patenthouder is van de laddermolentechnologie, lag dat juridisch gezien voor de hand”, zegt Monica Botter van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR). Ockels moet wel partners vinden die vier miljoen extra in het project willen steken.
“Die bv heb ik jaren geleden opgericht, en ik weet nog steeds niet of het ooit wat wordt”, zegt Ockels relativerend. “Maar zo’n bv kan andere bedrijven die technologie voor duurzame energie ontwikkelen naar het RDM-terrein helpen lokken.” Dat streven past in de ambities van de gemeente Rotterdam.
In het ‘innovatielab’ op het RDM-terrein wil Rotterdam daartoe innovatieve bedrijven en kennisinstellingen bijeenbrengen. Ockels: “Ik hoop dat het RDM-terrein zich ontwikkelt tot een 21ste-eeuws gilde, waar niet alleen kennisinstituten en hightech bedrijven te vinden zijn, maar ook hbo- en mbo-instellingen, ambachtsmensen, schoonmakers en noem maar op. Om zoiets te creëren moet je eerst voor economische bedrijvigheid zorgen.”
In een brief aan directeur prof.dr.ir. Tim van der Hagen (TNW) heeft Ockels het 3TU-onderzoeksinstituut voor technologie voor duurzame energie uitgenodigd om financieel en inhoudelijk een bijdrage te leveren aan het project. “Maar ik kan me voorstellen dat men even wil wachten. We zitten nog in een pioniersfase. De kracht van een instelling als het 3TU-onderzoeksinstituut ligt meer in de fases van groei en consolideren.”
Ockels denkt dat uiteindelijk zelfs mammoettankers kunnen worden aangedreven via een laddermolen. “Dan moet de spanwijdte van de vliegers misschien honderd meter bedragen.” Obstakels ziet hij zeker. “Maar je moet je ambities altijd net iets hoger leggen dan wat je mogelijk acht.”

Comments are closed.