De snelste supercomputer ter wereld arriveerde gisteren – met vier weken vertraging – op zijn werkplek bij het Rekencentrum in Delft. De Cray T3E, een op massaal parallellisme gebaseerde reuzenrekenaar, vormt de spil van het nieuwe High Performance Applied Computing-centrum van de TU.
br />
1 Medewerkers van Cray installeren de computer bij het Rekencentrum
De door het Amerikaanse Cray Research gebouwde super is een aanwinst voor de vakgroepen die veel rekenkracht gebruiken. Met vooralsnog 64 processoren behoort de cijfervreter tot de klasse van de zogeheten massaal parallelle machines.
Grootschalige parallelle verwerking is voor onderzoeksgebieden als seismiek en vloeistofmechanica een veelbelovende manier om de daarin gebruikelijke datavloed te kunnen hanteren. Directeur van het HPAC-centrum is prof.dr.ir. S. de Leeuw, hoogleraar bij de vakgroep computational physics.
Met de aanschaf van de Cray en de instelling van de HPAC-groep werpt de TU zich bovendien op als kandidaat voor de vestiging van een nationaal HPCN-centrum (HPCN: High Performance Computing & Networking). Ook Groningen, dat vorig jaar een ‘traditionele’ vectormachine van Cray kocht, en de UvA, in het bezit van zowel een parallelle Parsytec als een gedistribueerde IBM SP-2, investeren om die reden in supercomputers.
Elke universiteit experimenteert met andere architectuur en vanuit haar eigen sterkte. Zo legt Delft het accent op de toepassingen van de superrekenmachine, terwijl Amsterdam meer aandacht heeft voor de computerkundige aspecten. Alle universiteiten ontvangen subsidie van NWO-dochter NCF (stichting Nationale Computerfaciliteiten).
Vooruitgang
Directe vergelijking van supercomputers is moeilijk, en van parallelle machines helemaal, doordat niet elk probleem zich even goed leent voor een parallelle oplossing. Cijfers illustreren evenwel de potentiële vooruitgang. De huidige nationale supercomputer, een Cray C90, haalt vier gigaflops (vier miljard berekeningen per seconde). IBM’s gedistribueerde SP-2 is opgebouwd uit werkstations met processors die 266 megaflops halen, terwijl de parallelle T3E, met 600-megaflopschips, kan doorgroeien tot 2048 processors en een theoretische pieksnelheid heeft van 1,2 teraflops.
Het officiële landelijke supercomputercentrum blijft voorlopig het Amsterdamse rekencentrum Sara – niet te verwarren met het UvA-instituut IC3A (Interdisciplinary Center for Complex Computing facilities), de Amsterdamse concurrent van het HPAC. De nationale supercomputer, gemeenschappelijk rekentuig van de Nederlandse wetenschap, krijgt een verjongingskuur. Het aantalprocessors van de pas twee jaar oude C90 wordt uitgebreid tot twaalf, het werkgeheugen tot acht gigabyte en de schijfruimte komt op tweehonderd ‘gieg’. Verwacht wordt dat de onderzoekers – vooral uit exacte en technische disciplines – zo nog drie jaar met het apparaat vooruit kunnen. De upgrade gaat de landelijke onderzoekfinancier NWO 5,1 miljoen gulden kosten. (G.J.t.D./F.S.)
De snelste supercomputer ter wereld arriveerde gisteren – met vier weken vertraging – op zijn werkplek bij het Rekencentrum in Delft. De Cray T3E, een op massaal parallellisme gebaseerde reuzenrekenaar, vormt de spil van het nieuwe High Performance Applied Computing-centrum van de TU.
1 Medewerkers van Cray installeren de computer bij het Rekencentrum
De door het Amerikaanse Cray Research gebouwde super is een aanwinst voor de vakgroepen die veel rekenkracht gebruiken. Met vooralsnog 64 processoren behoort de cijfervreter tot de klasse van de zogeheten massaal parallelle machines.
Grootschalige parallelle verwerking is voor onderzoeksgebieden als seismiek en vloeistofmechanica een veelbelovende manier om de daarin gebruikelijke datavloed te kunnen hanteren. Directeur van het HPAC-centrum is prof.dr.ir. S. de Leeuw, hoogleraar bij de vakgroep computational physics.
Met de aanschaf van de Cray en de instelling van de HPAC-groep werpt de TU zich bovendien op als kandidaat voor de vestiging van een nationaal HPCN-centrum (HPCN: High Performance Computing & Networking). Ook Groningen, dat vorig jaar een ‘traditionele’ vectormachine van Cray kocht, en de UvA, in het bezit van zowel een parallelle Parsytec als een gedistribueerde IBM SP-2, investeren om die reden in supercomputers.
Elke universiteit experimenteert met andere architectuur en vanuit haar eigen sterkte. Zo legt Delft het accent op de toepassingen van de superrekenmachine, terwijl Amsterdam meer aandacht heeft voor de computerkundige aspecten. Alle universiteiten ontvangen subsidie van NWO-dochter NCF (stichting Nationale Computerfaciliteiten).
Vooruitgang
Directe vergelijking van supercomputers is moeilijk, en van parallelle machines helemaal, doordat niet elk probleem zich even goed leent voor een parallelle oplossing. Cijfers illustreren evenwel de potentiële vooruitgang. De huidige nationale supercomputer, een Cray C90, haalt vier gigaflops (vier miljard berekeningen per seconde). IBM’s gedistribueerde SP-2 is opgebouwd uit werkstations met processors die 266 megaflops halen, terwijl de parallelle T3E, met 600-megaflopschips, kan doorgroeien tot 2048 processors en een theoretische pieksnelheid heeft van 1,2 teraflops.
Het officiële landelijke supercomputercentrum blijft voorlopig het Amsterdamse rekencentrum Sara – niet te verwarren met het UvA-instituut IC3A (Interdisciplinary Center for Complex Computing facilities), de Amsterdamse concurrent van het HPAC. De nationale supercomputer, gemeenschappelijk rekentuig van de Nederlandse wetenschap, krijgt een verjongingskuur. Het aantalprocessors van de pas twee jaar oude C90 wordt uitgebreid tot twaalf, het werkgeheugen tot acht gigabyte en de schijfruimte komt op tweehonderd ‘gieg’. Verwacht wordt dat de onderzoekers – vooral uit exacte en technische disciplines – zo nog drie jaar met het apparaat vooruit kunnen. De upgrade gaat de landelijke onderzoekfinancier NWO 5,1 miljoen gulden kosten. (G.J.t.D./F.S.)

Comments are closed.