Education

Rector magnificus vertrekt met ruzie

Meningsverschillen binnen het college van bestuur hebben geleid tot het vervroegd aftreden van rector magnificus Blaauwendraad.De raad van toezicht is nu voornemens binnenkort een nieuwe rector en een nieuw derde collegelid te benoemen.

De raad, onder voorzitterschap van voormalig Shell-topman Slechte, heeft daarvoor de adviesprocedures bij de ondernemingsraad, de studentenraad, de decanen (‘groepsraad’) en de raad van hoogleraren in gang gezet.

Het aftreden van prof.dr.ir. J. Blaauwendraad komt amper twee maanden na het vertrek van collegelid drs. M. Veenendaal, die haar functie neerlegde omdat zij en collegevoorzitter De Voogd het niet eens konden worden over de ,,uitwerking en uitvoering” van eerder genomen besluiten. Ook tussen de rector en de collegevoorzitter zijn problemen gerezen die de twee kennelijk noch onderling, noch onder leiding van de raad van toezicht konden of wilden oplossen.

De raad van toezicht, in functie sinds afgelopen mei, wikkelt dus op dit moment zijn tweede bestuurscrisis af. Het vertrek van Veenendaal heeft de raad niet als een incident gezien, maar als aanleiding voor gesprekken over de achterliggende oorzaken. De conclusies die de raad van toezicht nu getrokken heeft zijn duidelijk anders dan die van collegevoorzitter De Voogd begin september. De voorzitter liet toen weten dat voorlopig geen vervulling van de vacature van derde collegelid te verwachten was. Een ‘tweemans-college’ achtte De Voogd vooralsnog ook werkbaar, omdat hij spoedig na het vertrek van Veenendaal de grote reorganisatieprocessen aan de TU onder het toezicht had geplaatst van prof.ir. W.L. Dalmijn.

De raad van toezicht vond echter de slechte samenwerking van collegevoorzitter en rector van dien aard dat een andere koers noodzakelijk was, en heeft in die situatie uiteindelijk gekozen ten gunste van de collegevoorzitter. Dat werd wellicht vergemakkelijkt doordat rector Blaauwendraad al had duidelijk gemaakt niet langer dan twee jaar in functie te willen blijven en eigenlijk al in de zomer van 1998 te willen opstappen. Dat leek de raad van toezicht geen goed plan, want de TU zou dan ruim een jaar met een onvolledig of de facto demissionair bestuur doorwerken. Daarom heeft de raad besloten schoon schip te maken; het vertrek van Blaauwendraad moet in de optiek van de raad leiden tot het formeren van een ,,harmonieus functionerend” team.

Aan die harmonie moet bijdragen dat de samenwerking tussen voorzitter De Voogd en de twee nieuwe collegeleden zal worden geschoeid op de basis van een ,,regeerakkoord”. Dat werkdocument zal hun werkwijze, hun doelstellingen en hun taakverdeling vastleggen.

Voorzitter De Voogd zegt dat hij deze aanpak heeft voorgesteld, om ,,na al deze woelige jaren” het college als een hecht team te kunnen presenteren. Het stuk zal in een later stadium gepubliceerd worden, meldt de voorzitter. Hetzal ook benadrukken dat besluitvorming binnen het college vooral collegiaal tot stand moet komen, dat het overleg met de decanen van de Groepsraad goed gestalte moet krijgen, en dat de medezeggenschap op alle niveaus gestimuleerd zal worden. De collegevoorzitter zal volgens dit document alleen in uitzonderingsgevallen als voorzitter de doorslaggevende stem uitbrengen.

Een andere ,,vernieuwing” in het volgende college zal zijn dat de traditionele portefeuille-indeling wordt losgelaten. De drie collegeleden worden in gelijke mate betrokken bij het onderwijs en onderzoek (de ‘kernactiviteiten’ van de universiteit), en ook in gelijke mate bij de ondersteunende activiteiten (personeelszaken, financiën, huisvesting). Tot nog toe was met name het derde collegelid altijd degene die uitsluitend met zaken als personeel en/of financiën belast was en buiten de kernactiviteiten bleef. In die situatie komt nu dus verandering.

Jaar na Wakker

Rector Blaauwendraad blijft zijn functie uitoefenen totdat zijn opvolger benoemd is. Waarschijnlijk is dat de rectoraatsoverdracht zal plaatsvinden tijdens de Diesviering in januari. Dan zal het precies een jaar geleden zijn dat Blaauwendraad zijn functie overnam van prof.ir. K. F. Wakker. Ook Wakker heeft tijdens zijn ambtsperiode van ruim drie jaar wel meningsverschillen gekend met deze cvb-voorzitter. ,,Wil je iets veranderen, dan moet je niet voor de muziek uitlopen”, zo verwoordde hij hun verschillende optiek begin dit jaar in een afscheidsinterview. Maar zijn collegeperiode, waarin ook het vertrek van ir. J. Kromhout als derde collegelid viel, kenschetste Wakker ook als ,,buitengewoon boeiend”. De besprekingen waren altijd ,,rijk aan gedachten – we konden de problemen van alle kanten bekijken”. Een dergelijk rapport heeft De Voogd met Blaauwendraad nadien duidelijk niet kunnen opbouwen.

Meningsverschillen binnen het college van bestuur hebben geleid tot het vervroegd aftreden van rector magnificus Blaauwendraad.

De raad van toezicht is nu voornemens binnenkort een nieuwe rector en een nieuw derde collegelid te benoemen. De raad, onder voorzitterschap van voormalig Shell-topman Slechte, heeft daarvoor de adviesprocedures bij de ondernemingsraad, de studentenraad, de decanen (‘groepsraad’) en de raad van hoogleraren in gang gezet.

Het aftreden van prof.dr.ir. J. Blaauwendraad komt amper twee maanden na het vertrek van collegelid drs. M. Veenendaal, die haar functie neerlegde omdat zij en collegevoorzitter De Voogd het niet eens konden worden over de ,,uitwerking en uitvoering” van eerder genomen besluiten. Ook tussen de rector en de collegevoorzitter zijn problemen gerezen die de twee kennelijk noch onderling, noch onder leiding van de raad van toezicht konden of wilden oplossen.

De raad van toezicht, in functie sinds afgelopen mei, wikkelt dus op dit moment zijn tweede bestuurscrisis af. Het vertrek van Veenendaal heeft de raad niet als een incident gezien, maar als aanleiding voor gesprekken over de achterliggende oorzaken. De conclusies die de raad van toezicht nu getrokken heeft zijn duidelijk anders dan die van collegevoorzitter De Voogd begin september. De voorzitter liet toen weten dat voorlopig geen vervulling van de vacature van derde collegelid te verwachten was. Een ‘tweemans-college’ achtte De Voogd vooralsnog ook werkbaar, omdat hij spoedig na het vertrek van Veenendaal de grote reorganisatieprocessen aan de TU onder het toezicht had geplaatst van prof.ir. W.L. Dalmijn.

De raad van toezicht vond echter de slechte samenwerking van collegevoorzitter en rector van dien aard dat een andere koers noodzakelijk was, en heeft in die situatie uiteindelijk gekozen ten gunste van de collegevoorzitter. Dat werd wellicht vergemakkelijkt doordat rector Blaauwendraad al had duidelijk gemaakt niet langer dan twee jaar in functie te willen blijven en eigenlijk al in de zomer van 1998 te willen opstappen. Dat leek de raad van toezicht geen goed plan, want de TU zou dan ruim een jaar met een onvolledig of de facto demissionair bestuur doorwerken. Daarom heeft de raad besloten schoon schip te maken; het vertrek van Blaauwendraad moet in de optiek van de raad leiden tot het formeren van een ,,harmonieus functionerend” team.

Aan die harmonie moet bijdragen dat de samenwerking tussen voorzitter De Voogd en de twee nieuwe collegeleden zal worden geschoeid op de basis van een ,,regeerakkoord”. Dat werkdocument zal hun werkwijze, hun doelstellingen en hun taakverdeling vastleggen.

Voorzitter De Voogd zegt dat hij deze aanpak heeft voorgesteld, om ,,na al deze woelige jaren” het college als een hecht team te kunnen presenteren. Het stuk zal in een later stadium gepubliceerd worden, meldt de voorzitter. Hetzal ook benadrukken dat besluitvorming binnen het college vooral collegiaal tot stand moet komen, dat het overleg met de decanen van de Groepsraad goed gestalte moet krijgen, en dat de medezeggenschap op alle niveaus gestimuleerd zal worden. De collegevoorzitter zal volgens dit document alleen in uitzonderingsgevallen als voorzitter de doorslaggevende stem uitbrengen.

Een andere ,,vernieuwing” in het volgende college zal zijn dat de traditionele portefeuille-indeling wordt losgelaten. De drie collegeleden worden in gelijke mate betrokken bij het onderwijs en onderzoek (de ‘kernactiviteiten’ van de universiteit), en ook in gelijke mate bij de ondersteunende activiteiten (personeelszaken, financiën, huisvesting). Tot nog toe was met name het derde collegelid altijd degene die uitsluitend met zaken als personeel en/of financiën belast was en buiten de kernactiviteiten bleef. In die situatie komt nu dus verandering.

Jaar na Wakker

Rector Blaauwendraad blijft zijn functie uitoefenen totdat zijn opvolger benoemd is. Waarschijnlijk is dat de rectoraatsoverdracht zal plaatsvinden tijdens de Diesviering in januari. Dan zal het precies een jaar geleden zijn dat Blaauwendraad zijn functie overnam van prof.ir. K. F. Wakker. Ook Wakker heeft tijdens zijn ambtsperiode van ruim drie jaar wel meningsverschillen gekend met deze cvb-voorzitter. ,,Wil je iets veranderen, dan moet je niet voor de muziek uitlopen”, zo verwoordde hij hun verschillende optiek begin dit jaar in een afscheidsinterview. Maar zijn collegeperiode, waarin ook het vertrek van ir. J. Kromhout als derde collegelid viel, kenschetste Wakker ook als ,,buitengewoon boeiend”. De besprekingen waren altijd ,,rijk aan gedachten – we konden de problemen van alle kanten bekijken”. Een dergelijk rapport heeft De Voogd met Blaauwendraad nadien duidelijk niet kunnen opbouwen.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.