Education

Paarse coalitie steunt prestatiebeurs Ritzen

De prestatiebeurs voor studenten kan snel worden ingevoerd, ondanks zeer vergaande kritiek van de Raad van State op het plan van minister Ritzen. Het belangrijkste adviesorgaan van de regering noemt de beslissing om het wetsvoorstel door te voeren ‘hoogst twijfelachtig’.

Maar de paarse coalitiegenoten in de Tweede Kamer reageren luchtig. Ritzen kan op hun rugdekking rekenen.

Nieuwe studenten krijgen volgens de plannen van Ritzen vanaf het studiejaar 1995-’96 in het eerste jaar alleen een beurs als zij de helft van hun studiepunten halen. In 1997-’98 wordt de norm in het eerste jaar zelfs opgeschroefd naar zeventig procent. Om voor de resterende drie cursusjaren een beurs te krijgen moeten studenten hun volledige studie binnen zes jaar afronden. Halen zij de norm niet dan moeten zij hun voorwaardelijk uitbetaalde beurs terugbetalen als rentedragende lening.

Voor studenten die nu al studeren gaat de temponorm in het studiejaar 1997-’98 ook omhoog. Zij moeten dan ieder jaar zeventig procent van hun studiepunten halen. Halen zij die norm niet, dan wordt hun beurs over het hele studiejaar omgezet in een rentedragende lening. Studenten moeten nu jaarlijks een kwart van hun studiepunten halen. In het studiejaar 1996-’97 gaat de norm omhoog naar vijftig procent.

Volgens de Raad van State is invoering van de prestatiebeurs bovenop de bestaande tempobeurs ondoenlijk. De uitvoering van de studiefinanciering wordt dan zo ingewikkeld dat Ritzen er niet in zal slagen de door hem gewenste bezuinigingen binnen te halen, voorspelt de Raad. Zelf denkt Ritzen in 1995 178 miljoen gulden te bezuinigen met de prestatiebeurs, oplopend tot ruim een miljard in 2005.

Ernstige kritiek heeft de Raad van State ook op de wijze waarop het wetsvoorstel voor de prestatiebeurs tot stand is gekomen: met studenten, universiteiten en hogescholen is nauwelijks overlegd. Dat zet de discussie die Ritzen de komende tijd wil voeren over een geheel nieuw stelsel van studiefinanciering volgens het adviesorgaan enorm onder druk. ,,Is het per saldo niet veel verstandiger om eerst de discussie te voeren, alvorens over te gaan tot weer een wijziging van het stelsel”, vraagt de Raad zich af.

In de Tweede Kamer wordt door de regeringspartijen luchtig gereageerd op de kritiek. Volgens M. de Vries (VVD) en J. Jorritsma (D66) verschilt de uitvoering van de prestatiebeurs niet veel van de huidige tempobeurs. Voor de Informatie Beheer Groep (IBG) in Groningen, verantwoordelijk voor de uitbetaling van de beurzen, zullen er daarom volgens hen weinig problemen zijn. Alleen W. van Gelder (PvdA) wil van Ritzen nadere garanties op het gebied van de uitvoerbaarheid. Verder wijzen de kamerleden er op dat de beslissing over invoering van de prestatiebeurs al is genomen bij de goedkeuring van het regeerakkoord. Uitstel van de maatregel ten gunste van eenbrede discussie over de studiefinanciering wijzen zij daarom van de hand. (HOP/M.W.)

Marcel Wiegman

De prestatiebeurs voor studenten kan snel worden ingevoerd, ondanks zeer vergaande kritiek van de Raad van State op het plan van minister Ritzen. Het belangrijkste adviesorgaan van de regering noemt de beslissing om het wetsvoorstel door te voeren ‘hoogst twijfelachtig’. Maar de paarse coalitiegenoten in de Tweede Kamer reageren luchtig. Ritzen kan op hun rugdekking rekenen.

Nieuwe studenten krijgen volgens de plannen van Ritzen vanaf het studiejaar 1995-’96 in het eerste jaar alleen een beurs als zij de helft van hun studiepunten halen. In 1997-’98 wordt de norm in het eerste jaar zelfs opgeschroefd naar zeventig procent. Om voor de resterende drie cursusjaren een beurs te krijgen moeten studenten hun volledige studie binnen zes jaar afronden. Halen zij de norm niet dan moeten zij hun voorwaardelijk uitbetaalde beurs terugbetalen als rentedragende lening.

Voor studenten die nu al studeren gaat de temponorm in het studiejaar 1997-’98 ook omhoog. Zij moeten dan ieder jaar zeventig procent van hun studiepunten halen. Halen zij die norm niet, dan wordt hun beurs over het hele studiejaar omgezet in een rentedragende lening. Studenten moeten nu jaarlijks een kwart van hun studiepunten halen. In het studiejaar 1996-’97 gaat de norm omhoog naar vijftig procent.

Volgens de Raad van State is invoering van de prestatiebeurs bovenop de bestaande tempobeurs ondoenlijk. De uitvoering van de studiefinanciering wordt dan zo ingewikkeld dat Ritzen er niet in zal slagen de door hem gewenste bezuinigingen binnen te halen, voorspelt de Raad. Zelf denkt Ritzen in 1995 178 miljoen gulden te bezuinigen met de prestatiebeurs, oplopend tot ruim een miljard in 2005.

Ernstige kritiek heeft de Raad van State ook op de wijze waarop het wetsvoorstel voor de prestatiebeurs tot stand is gekomen: met studenten, universiteiten en hogescholen is nauwelijks overlegd. Dat zet de discussie die Ritzen de komende tijd wil voeren over een geheel nieuw stelsel van studiefinanciering volgens het adviesorgaan enorm onder druk. ,,Is het per saldo niet veel verstandiger om eerst de discussie te voeren, alvorens over te gaan tot weer een wijziging van het stelsel”, vraagt de Raad zich af.

In de Tweede Kamer wordt door de regeringspartijen luchtig gereageerd op de kritiek. Volgens M. de Vries (VVD) en J. Jorritsma (D66) verschilt de uitvoering van de prestatiebeurs niet veel van de huidige tempobeurs. Voor de Informatie Beheer Groep (IBG) in Groningen, verantwoordelijk voor de uitbetaling van de beurzen, zullen er daarom volgens hen weinig problemen zijn. Alleen W. van Gelder (PvdA) wil van Ritzen nadere garanties op het gebied van de uitvoerbaarheid. Verder wijzen de kamerleden er op dat de beslissing over invoering van de prestatiebeurs al is genomen bij de goedkeuring van het regeerakkoord. Uitstel van de maatregel ten gunste van eenbrede discussie over de studiefinanciering wijzen zij daarom van de hand. (HOP/M.W.)

Marcel Wiegman

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.