Education

Ook universiteitsraad twijfelt over clustering

De universiteitsraad van de TU heeft twijfels over de aanpak van het college van bestuur om op korte termijn faculteiten te laten samenwerken in clusters.

Vanuit de raad zijn vijftien vragen over dit onderwerp gesteld. Een daarvan luidt:,,Is dit offer het resultaat wel waard, en wat is het afbreukrisico?”

De vraagpunten vanuit de u-raad lopen grotendeels parallel met de kritiek die anderhalve maand geleden al door het college van decanen is geformuleerd. Dat schreef toen onder meer dat het clusterplan voldoende inhoudelijke argumenten mist, en een volstrekt onrealistisch tijdpad meegekregen had.

Dat laatste is inmiddels al uitgekomen; het cvb had toegezegd medio oktober een voorlopig standpunt te bepalen over de scenario’s (en de reacties daarop) die door de commissie-Dirken en door hemzelf waren gelanceerd. Zover is het echter nog niet gekomen.

Het voorlopige standpunt moet het startpunt worden van een bestuurlijk bliksemproces. In februari ’97 zou dat in een besluit van de universiteitsraad moeten uitmonden.

De universiteitsraad, dat het clusterproces op dit moment via een ‘informele klankbordgroep’ volgt, schrijft nu aan het cvb dat er geen analyse is gemaakt aan hand waarvan eventuele plannen en resultaten beoordeeld kunnen worden. ,,Bij deze operatie (het terugbrengen van het aantal faculteiten van dertien tot vijf à zeven) zijn de revenuen niet a priori duidelijk en staan wellicht gedurende lange tijd niet in verhouding tot de aandacht die het proces vraagt: is dit offer het resultaat wel waard, en wat is het afbreukrisico?”

Bovendien stelt de u-raad de vraag of het wel nodig is om complete faculteiten te fuseren. Levert het bundelen van alleen de ondersteunende diensten al niet voldoende voordeel op, zo vraagt de raad. En als het college van bestuur dan toch die complete fusies wenst, waarom laat het zich dan leiden door secundaire zaken als ondersteuning en huisvesting, en stelt het niet de samenwerkingsmogelijkheden in onderwijs en onderzoek primair?
Nieuwe laag

Evenals bij de decanen leeft ook in de universiteitsraad de vrees dat clustering zal leiden tot het ontstaan van een nieuwe bureaucratische laag in de organisatie. Als het niet lukt om geclusterde faculteiten in één gebouw bij elkaar onder te brengen, leidt dat dan niet tot ,,het ontstaan van een extra ondersteuningslaag die de door het cvb beoogde besparingen te niet doet?”

De universiteitsraad heeft het cvb gevraagd de vragen te beantwoorden voordat het zijn voorlopige standpunt bepaalt. ,,We hebben op dit moment nog het gevoel dat we langs elkaar heen praten”, aldus u-raadsvoorzitter Van Iperen. (R.M.)

Richard Meijer

De universiteitsraad van de TU heeft twijfels over de aanpak van het college van bestuur om op korte termijn faculteiten te laten samenwerken in clusters. Vanuit de raad zijn vijftien vragen over dit onderwerp gesteld. Een daarvan luidt:,,Is dit offer het resultaat wel waard, en wat is het afbreukrisico?”

De vraagpunten vanuit de u-raad lopen grotendeels parallel met de kritiek die anderhalve maand geleden al door het college van decanen is geformuleerd. Dat schreef toen onder meer dat het clusterplan voldoende inhoudelijke argumenten mist, en een volstrekt onrealistisch tijdpad meegekregen had.

Dat laatste is inmiddels al uitgekomen; het cvb had toegezegd medio oktober een voorlopig standpunt te bepalen over de scenario’s (en de reacties daarop) die door de commissie-Dirken en door hemzelf waren gelanceerd. Zover is het echter nog niet gekomen.

Het voorlopige standpunt moet het startpunt worden van een bestuurlijk bliksemproces. In februari ’97 zou dat in een besluit van de universiteitsraad moeten uitmonden.

De universiteitsraad, dat het clusterproces op dit moment via een ‘informele klankbordgroep’ volgt, schrijft nu aan het cvb dat er geen analyse is gemaakt aan hand waarvan eventuele plannen en resultaten beoordeeld kunnen worden. ,,Bij deze operatie (het terugbrengen van het aantal faculteiten van dertien tot vijf à zeven) zijn de revenuen niet a priori duidelijk en staan wellicht gedurende lange tijd niet in verhouding tot de aandacht die het proces vraagt: is dit offer het resultaat wel waard, en wat is het afbreukrisico?”

Bovendien stelt de u-raad de vraag of het wel nodig is om complete faculteiten te fuseren. Levert het bundelen van alleen de ondersteunende diensten al niet voldoende voordeel op, zo vraagt de raad. En als het college van bestuur dan toch die complete fusies wenst, waarom laat het zich dan leiden door secundaire zaken als ondersteuning en huisvesting, en stelt het niet de samenwerkingsmogelijkheden in onderwijs en onderzoek primair?
Nieuwe laag

Evenals bij de decanen leeft ook in de universiteitsraad de vrees dat clustering zal leiden tot het ontstaan van een nieuwe bureaucratische laag in de organisatie. Als het niet lukt om geclusterde faculteiten in één gebouw bij elkaar onder te brengen, leidt dat dan niet tot ,,het ontstaan van een extra ondersteuningslaag die de door het cvb beoogde besparingen te niet doet?”

De universiteitsraad heeft het cvb gevraagd de vragen te beantwoorden voordat het zijn voorlopige standpunt bepaalt. ,,We hebben op dit moment nog het gevoel dat we langs elkaar heen praten”, aldus u-raadsvoorzitter Van Iperen. (R.M.)

Richard Meijer

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.