De belangstelling voor een bacheloropleiding aan de TU Delft overtreft alle verwachtingen. Het aantal vooraanmeldingen ligt dit jaar negentien procent hoger dan vorig jaar rond deze tijd.
De TU Eindhoven heeft nu twaalf procent meer vooraanmeldingen, maar Universiteit Twente (de technische vakken) negen procent minder.
Het aantal vooraanmeldingen bedraagt voor Delft 1641, dat zijn er 267 meer dan vorig jaar rond deze tijd. Eindhoven noteert er 109 meer en komt uit op 981. Twente trekt vooralsnog 543 scholieren, 54 minder dan vorig jaar. De vooraanmeldingen zijn geen inschrijvingen. Het gaat om een soort belangstellingsregistratie van voornamelijk vwo-scholieren. Het is mogelijk dat zij zich uiteindelijk toch bij een andere studie inschrijven.
In Delft zijn vooral bouwkunde (totaal 320, +34 procent), industrieel ontwerpen (253, +37 procent) en werktuigbouwkunde (234, +27 procent) aantrekkelijk voor scholieren. Het college van bestuur is verrast door deze snelle groei, zo liet collegelid Paul Rullmann vorige week in een overleg met de studentenraad weten.
Decaan Cees de Bont van Industrieel Ontwerpen noemt het aantal vooraanmelders ‘meer dan ideaal’. “Vorig jaar zaten we rond de 285, nu houden we rekening met 310 studenten die colleges volgen. Als we daar overheen gaan, moeten we echt improviseren. Opties zijn: extra docentcapaciteit en grotere groepen. Je wilt mensen niet afschrikken tijdens een eerste college, maar je zou bijna zeggen: ‘Zou je dit echt wel gaan studeren?’ We hebben niet het recht te zeggen dat we al vol zitten.”
De decaan ziet ook een probleem met ruimtes. “Onze gebouwen zijn open van half acht ’s ochtends tot half tien ’s avonds, maar je kunt moeilijk van mensen vragen of ze zulke dagen draaien. Wat betreft de bezettingsgraad zitten we behoorlijk aan onze taks. Eerlijk gezegd zou je bijna moeten praten over een numerus fixus. Je kunt natuurlijk ook niet ongelimiteerd industrieel ontwerpers op de arbeidsmarkt zetten. Huisvesting is ook een belangrijk aandachtspunt.”
Een verklaring voor de grote belangstelling heeft collegelid Rullmann niet. “Je hoopt dat het door beleid komt”, zei hij vorige week tijdens een overleg met de studentenraad. “We hebben de marketing sterk geprofessionaliseerd, op het nieuws zie je ons ook vaak sterk naar buiten treden.” Decaan De Bont denkt dat ook het tv-programma ‘Delft Blauw’, de mond-tot-mondreclame en de manier waarop studenten in de ontvangstweek worden ontvangen aan het succes bijdragen.
De studentenraad vroeg zich af of eerste aanmelders voorrang hebben indien mensen geweigerd moeten worden. “Als je merkt dat het te ver gaat, dan moeten we de inschrijvingen stoppen”, zei Rullmann. “Maar er is een enorm verschil tussen het aantal aanmeldingen en toelatingen. Dit jaar hebben we bijvoorbeeld zo’n vierhonderd tot vijfhonderd buitenlandse studenten, terwijl het aantal aanmeldingen boven de 2000 lag.”
De TU Eindhoven heeft nu twaalf procent meer vooraanmeldingen, maar Universiteit Twente (de technische vakken) negen procent minder.
Het aantal vooraanmeldingen bedraagt voor Delft 1641, dat zijn er 267 meer dan vorig jaar rond deze tijd. Eindhoven noteert er 109 meer en komt uit op 981. Twente trekt vooralsnog 543 scholieren, 54 minder dan vorig jaar. De vooraanmeldingen zijn geen inschrijvingen. Het gaat om een soort belangstellingsregistratie van voornamelijk vwo-scholieren. Het is mogelijk dat zij zich uiteindelijk toch bij een andere studie inschrijven.
In Delft zijn vooral bouwkunde (totaal 320, +34 procent), industrieel ontwerpen (253, +37 procent) en werktuigbouwkunde (234, +27 procent) aantrekkelijk voor scholieren. Het college van bestuur is verrast door deze snelle groei, zo liet collegelid Paul Rullmann vorige week in een overleg met de studentenraad weten.
Decaan Cees de Bont van Industrieel Ontwerpen noemt het aantal vooraanmelders ‘meer dan ideaal’. “Vorig jaar zaten we rond de 285, nu houden we rekening met 310 studenten die colleges volgen. Als we daar overheen gaan, moeten we echt improviseren. Opties zijn: extra docentcapaciteit en grotere groepen. Je wilt mensen niet afschrikken tijdens een eerste college, maar je zou bijna zeggen: ‘Zou je dit echt wel gaan studeren?’ We hebben niet het recht te zeggen dat we al vol zitten.”
De decaan ziet ook een probleem met ruimtes. “Onze gebouwen zijn open van half acht ’s ochtends tot half tien ’s avonds, maar je kunt moeilijk van mensen vragen of ze zulke dagen draaien. Wat betreft de bezettingsgraad zitten we behoorlijk aan onze taks. Eerlijk gezegd zou je bijna moeten praten over een numerus fixus. Je kunt natuurlijk ook niet ongelimiteerd industrieel ontwerpers op de arbeidsmarkt zetten. Huisvesting is ook een belangrijk aandachtspunt.”
Een verklaring voor de grote belangstelling heeft collegelid Rullmann niet. “Je hoopt dat het door beleid komt”, zei hij vorige week tijdens een overleg met de studentenraad. “We hebben de marketing sterk geprofessionaliseerd, op het nieuws zie je ons ook vaak sterk naar buiten treden.” Decaan De Bont denkt dat ook het tv-programma ‘Delft Blauw’, de mond-tot-mondreclame en de manier waarop studenten in de ontvangstweek worden ontvangen aan het succes bijdragen.
De studentenraad vroeg zich af of eerste aanmelders voorrang hebben indien mensen geweigerd moeten worden. “Als je merkt dat het te ver gaat, dan moeten we de inschrijvingen stoppen”, zei Rullmann. “Maar er is een enorm verschil tussen het aantal aanmeldingen en toelatingen. Dit jaar hebben we bijvoorbeeld zo’n vierhonderd tot vijfhonderd buitenlandse studenten, terwijl het aantal aanmeldingen boven de 2000 lag.”

Comments are closed.