Houdt de TU nog wel van studenten? Die vraag kwam bij het ontplooiingsdebat aan de orde door alle eerdere discussies over kennismakingstijd, garantiemaanden en harde knip. De liefde bleek complex.
Een lange tafel met daar achter negen panelleden in de schijnwerpers. Een catwalk voor discussieleider Coen Vermeeren. En een grote zaal in Speakers boordevol studenten die staan te popelen om te zeggen dat de TU ontplooiing in de weg staat door allerlei maatregelen. Ziedaar het door studentenpartij Oras georganiseerde ontplooiingsdebat, vorige week woensdag.
Daarbij leverden de harde knip (de voorwaarde dat een bachelor afgerond is voor de start van een master) en de herverdeling van garantiemaanden de felste discussies op. Zo stond panellid Maarten van der Beek, voorzitter van studievereniging Christiaan Huygens, vierkant achter de stelling dat ‘studierendementverhogende maatregelen zoals de harde knip tot gevolg zullen hebben dat de student zich minder gaat verbreden naast zijn studie’.
Van der Beek zei dat een studievereniging ontplooiing kan bieden door contacten met andere bedrijven. “De harde knip maakt de drempel voor studenten hoger, omdat ze geen studievertraging willen oplopen.”
Drs. Ben van Doesburgh, oud-topman van Procter&Gamble, brak een lans voor activiteiten naast een studie door te zeggen dat hij niet was aangenomen op grond van zijn studieresultaten. “Die waren matig. Nee, ik heb geroeid, functies vervuld in een studentenvereniging en dingen georganiseerd voor Studium Generale. Juist dat heeft mij succesvol gemaakt bij mijn sollicitatie.”
Panellid Joris Snijders deed daar als voorzitter van studenten roeivereniging Proteus-Eretes nog een schepje bovenop door te zeggen dat wedstrijdroeien in vijf jaar kan uitgroeien tot deelname aan de Olympische Spelen. “Dat kan alleen in je studentenleven, omdat je dan de tijd hebt.”
De harde knip was volgens collegelid drs. Paul Rullmann helemaal geen studierendementverhogende maatregel. “De gemiddelde student hier doet 7,2 jaar over zijn studie, terwijl er nominaal vijf jaar voor staat. Dat is een kwestie van timemanagement en daar heb je heel je leven wat aan.”
Dat activiteiten van Delftse studentenverenigingen Delft juist promoten, was voor panellid Pieter Prickaerts, voorzitter van Virgiel, reden om het volledig eens te zijn met de stelling dat de TU niet het Delftse studentenleven onder druk kan zetten en er tegelijkertijd mee te koop kan blijven lopen. “Het is raar dat je precies datgene wat jouw kracht is, gaat korten.” Hij doelde op 11 procent korting op garantiemaanden voor verenigingen.
Collegelid Rullmann reageerde door te zeggen dat er nog steeds een miljoen euro beschikbaar blijft voor garantiemaanden. “We herverdelen het geld voor projecten. En voor iedereen die daarvoor inschikt: je mag je zakgeld houden, maar je moet nu ook de auto wassen.”
Zijn argument dat de korting van het aantal garantiemaanden voor studentenverenigingen twee jaar geleden al was aangekondigd, leverde Rullmann hoongelach op vanuit de zaal. Snijders en Carlijn van der Sande, voormalig bestuurder van het Delftsch Studenten Corps- en Curius, spraken over ‘het wegzagen van de poten onder de stoelen van verenigingen’.
Dat deed rector magnificus prof.dr.ir. Jacob Fokkema denken aan de vraag die hij in een voorbereidend gesprek voor het debat kreeg voorgelegd: ‘Houden jullie nog wel van ons?’ “Nou, ik kan jullie verzekeren dat is niets mis is met onze liefde.” Hij zei dat de TU graag betaalt voor Nuna, ook als er geen succes mee wordt behaald.
Rullmann zei dat hij het al knap vond dat de universiteit een bezuiniging van meer dan twintig miljoen euro niet afwentelt op studenten. “Ik kan me niet voorstellen dat ontplooiing alleen maar afhangt van garantiemaanden van het college. Als je je wilt ontplooien, zou ik zeggen: ontplooi je.” Hij liet zich niet verleiden tot het verhogen van het bedrag voor garantiemaanden, ondanks verzoeken daartoe vanuit de zaal. “We betalen al meer dan welke universiteit ook.”
Excessen
De stelling dat de huidige Delftse studentencultuur, met haar kennismakingstijd en constitutieborrels, niet meer van deze tijd is en zich moet aanpassen aan het internationale karakter van de TU, leverde wat minder felle debatten op.
Fokkema begon over de uit de hand gelopen kennismakingstijd bij het corps, maar zei dat hij en het corps juist weer wat nader tot elkaar waren gekomen. Hij schrijft weer een voorwoord in de almanak van de vereniging en dat leverde hem applaus op.
Alle aanwezigen waren het er over eens dat excessen niet wenselijk zijn. Rullmann zei dat de TU zich niet wil associëren met ‘dronken zooi en glazen gerinkel’. Maarten van der Beek, voorzitter van studievereniging Christiaan Huygens, zei dat het bij constitutieborrels gaat om besloten borrels.
“Als internationale studenten borrels niet begrijpen, bij wie ligt dan de taak voor een discussie: bij de studenten zelf of bij de TU?”, gooide Van der Sande het probleem in de groep. Rullmann reageerde door te zeggen dat als er ongewenst gedrag bij borrels plaatsheeft, de TU het recht heeft om te zeggen: ‘Ga maar in het weiland staan’. “De decaan kan zeggen dat hij het niet in huis wil hebben.”
‘Een eenzijdige beslissing’, noemde Virgiel-voorzitter Prickaerts dit. “Schei toch uit! Die borrel en hoe je je daar gedraagt, is een eenzijdige beslissing”, reageerde Rullmann geïrriteerd. Fokkema suste de boel door te zeggen dat het gedurende het grootste deel van het jaar ‘perfect’ gaat.
Tot slot leverde de stelling ‘Verenigingen vervullen een dusdanig belangrijke rol voor de TU dat onafhankelijkheid voor de TU zeer onwenselijk is’ weinig vuurwerk meer op. Studenten concludeerden dat zij niet zonder een goede band met de TU kunnen.
Een lange tafel met daar achter negen panelleden in de schijnwerpers. Een catwalk voor discussieleider Coen Vermeeren. En een grote zaal in Speakers boordevol studenten die staan te popelen om te zeggen dat de TU ontplooiing in de weg staat door allerlei maatregelen. Ziedaar het door studentenpartij Oras georganiseerde ontplooiingsdebat, vorige week woensdag.
Daarbij leverden de harde knip (de voorwaarde dat een bachelor afgerond is voor de start van een master) en de herverdeling van garantiemaanden de felste discussies op. Zo stond panellid Maarten van der Beek, voorzitter van studievereniging Christiaan Huygens, vierkant achter de stelling dat ‘studierendementverhogende maatregelen zoals de harde knip tot gevolg zullen hebben dat de student zich minder gaat verbreden naast zijn studie’.
Van der Beek zei dat een studievereniging ontplooiing kan bieden door contacten met andere bedrijven. “De harde knip maakt de drempel voor studenten hoger, omdat ze geen studievertraging willen oplopen.”
Drs. Ben van Doesburgh, oud-topman van Procter&Gamble, brak een lans voor activiteiten naast een studie door te zeggen dat hij niet was aangenomen op grond van zijn studieresultaten. “Die waren matig. Nee, ik heb geroeid, functies vervuld in een studentenvereniging en dingen georganiseerd voor Studium Generale. Juist dat heeft mij succesvol gemaakt bij mijn sollicitatie.”
Panellid Joris Snijders deed daar als voorzitter van studenten roeivereniging Proteus-Eretes nog een schepje bovenop door te zeggen dat wedstrijdroeien in vijf jaar kan uitgroeien tot deelname aan de Olympische Spelen. “Dat kan alleen in je studentenleven, omdat je dan de tijd hebt.”
De harde knip was volgens collegelid drs. Paul Rullmann helemaal geen studierendementverhogende maatregel. “De gemiddelde student hier doet 7,2 jaar over zijn studie, terwijl er nominaal vijf jaar voor staat. Dat is een kwestie van timemanagement en daar heb je heel je leven wat aan.”
Dat activiteiten van Delftse studentenverenigingen Delft juist promoten, was voor panellid Pieter Prickaerts, voorzitter van Virgiel, reden om het volledig eens te zijn met de stelling dat de TU niet het Delftse studentenleven onder druk kan zetten en er tegelijkertijd mee te koop kan blijven lopen. “Het is raar dat je precies datgene wat jouw kracht is, gaat korten.” Hij doelde op 11 procent korting op garantiemaanden voor verenigingen.
Collegelid Rullmann reageerde door te zeggen dat er nog steeds een miljoen euro beschikbaar blijft voor garantiemaanden. “We herverdelen het geld voor projecten. En voor iedereen die daarvoor inschikt: je mag je zakgeld houden, maar je moet nu ook de auto wassen.”
Zijn argument dat de korting van het aantal garantiemaanden voor studentenverenigingen twee jaar geleden al was aangekondigd, leverde Rullmann hoongelach op vanuit de zaal. Snijders en Carlijn van der Sande, voormalig bestuurder van het Delftsch Studenten Corps- en Curius, spraken over ‘het wegzagen van de poten onder de stoelen van verenigingen’.
Dat deed rector magnificus prof.dr.ir. Jacob Fokkema denken aan de vraag die hij in een voorbereidend gesprek voor het debat kreeg voorgelegd: ‘Houden jullie nog wel van ons?’ “Nou, ik kan jullie verzekeren dat is niets mis is met onze liefde.” Hij zei dat de TU graag betaalt voor Nuna, ook als er geen succes mee wordt behaald.
Rullmann zei dat hij het al knap vond dat de universiteit een bezuiniging van meer dan twintig miljoen euro niet afwentelt op studenten. “Ik kan me niet voorstellen dat ontplooiing alleen maar afhangt van garantiemaanden van het college. Als je je wilt ontplooien, zou ik zeggen: ontplooi je.” Hij liet zich niet verleiden tot het verhogen van het bedrag voor garantiemaanden, ondanks verzoeken daartoe vanuit de zaal. “We betalen al meer dan welke universiteit ook.”
Excessen
De stelling dat de huidige Delftse studentencultuur, met haar kennismakingstijd en constitutieborrels, niet meer van deze tijd is en zich moet aanpassen aan het internationale karakter van de TU, leverde wat minder felle debatten op.
Fokkema begon over de uit de hand gelopen kennismakingstijd bij het corps, maar zei dat hij en het corps juist weer wat nader tot elkaar waren gekomen. Hij schrijft weer een voorwoord in de almanak van de vereniging en dat leverde hem applaus op.
Alle aanwezigen waren het er over eens dat excessen niet wenselijk zijn. Rullmann zei dat de TU zich niet wil associëren met ‘dronken zooi en glazen gerinkel’. Maarten van der Beek, voorzitter van studievereniging Christiaan Huygens, zei dat het bij constitutieborrels gaat om besloten borrels.
“Als internationale studenten borrels niet begrijpen, bij wie ligt dan de taak voor een discussie: bij de studenten zelf of bij de TU?”, gooide Van der Sande het probleem in de groep. Rullmann reageerde door te zeggen dat als er ongewenst gedrag bij borrels plaatsheeft, de TU het recht heeft om te zeggen: ‘Ga maar in het weiland staan’. “De decaan kan zeggen dat hij het niet in huis wil hebben.”
‘Een eenzijdige beslissing’, noemde Virgiel-voorzitter Prickaerts dit. “Schei toch uit! Die borrel en hoe je je daar gedraagt, is een eenzijdige beslissing”, reageerde Rullmann geïrriteerd. Fokkema suste de boel door te zeggen dat het gedurende het grootste deel van het jaar ‘perfect’ gaat.
Tot slot leverde de stelling ‘Verenigingen vervullen een dusdanig belangrijke rol voor de TU dat onafhankelijkheid voor de TU zeer onwenselijk is’ weinig vuurwerk meer op. Studenten concludeerden dat zij niet zonder een goede band met de TU kunnen.
Comments are closed.