Delft is dit jaar goed vertegenwoordigd in het Nederlands Studenten Kamerkoor (NSKK), dat dezer dagen hard repeteert voor de tournee in februari en maart.
Acht van de 33 zangers en zangeressen studeren in Delft. Maar hun ronde langs Nederlandse studentensteden slaat Delft wel over.
Volgens NSSK-bestuurslid Marloes Campo, die net is afgestudeerd bij bouwkunde en nu werkt aan de Mekelweg 10, doet het koor haar stad sinds vorig jaar niet meer aan door gebrek aan belangstelling. “De concerten werden slecht bezocht. Delft bleek moeilijk te bereiken.”
Het koor staat straks wel in Den Haag, Maastricht, Enschede, Utrecht, Groningen, Leiden en Amsterdam. Maar voor het zover is, moet er eerst nog worden gerepeteerd. “We hebben er nu twee repetitieweekenden op zitten. Ik zing zelf in het koor van Krashna Musika en het is heel raar om opeens met een heel nieuw koor te zingen. Maar het klinkt al heel snel heel mooi.”
Dat laatste komt in Campo’s ogen doordat voor het NSKK de beste zingende studenten van Nederland zijn geselecteerd. “In oktober hebben we in alle studentensteden repetities gehouden. En dit jaar bleek Delft het heel goed te doen.” Maar liefst acht Delftenaren, allemaal leden van Krashna, werden uitgekozen.
Komend weekend repeteert het koor weer en daarna een hele week in de bossen van het Brabantse Sint Michielsgestel. Dan moeten de stukken die op het programma staan erin zitten.
Het koor zingt vooral moderne muziek, legt Campo uit. Heel anders dan het repertoire van Krashna. “Moderne muziek is vrij moeilijk. Met het eigen koor doe je dat niet zo snel, maar nu zijn we met de beste zangers van Nederland.”
Het verschil is volgens Campo vooral dat ‘bijvoorbeeld Bach of Beethoven harmonieus klinken, terwijl in moderne muziek dissonanten voorkomen die de noten minder logisch laten klinken’.
Het koor zingt vijf stukken. Het ‘Agnus Dei’ van Barber heeft Campo’s persoonlijke voorkeur. “Het is een heel mooi, heel bekend stuk. Het is geschreven voor een strijkorkest en later voor stemmen herschreven. Violen kunnen gemakkelijk heel lange noten spelen. Voor een stem is dat veel moeilijker.”
De tournee start op 19 februari en wordt op 5 maart afgesloten in de kleine zaal van het Amsterdamse Concertgebouw. “Een prachtige zaal. Daar kijken we echt naar uit. Voor een amateur is het geweldig om daar op te treden.” (SB)
Delft is dit jaar goed vertegenwoordigd in het Nederlands Studenten Kamerkoor (NSKK), dat dezer dagen hard repeteert voor de tournee in februari en maart. Acht van de 33 zangers en zangeressen studeren in Delft. Maar hun ronde langs Nederlandse studentensteden slaat Delft wel over.
Volgens NSSK-bestuurslid Marloes Campo, die net is afgestudeerd bij bouwkunde en nu werkt aan de Mekelweg 10, doet het koor haar stad sinds vorig jaar niet meer aan door gebrek aan belangstelling. “De concerten werden slecht bezocht. Delft bleek moeilijk te bereiken.”
Het koor staat straks wel in Den Haag, Maastricht, Enschede, Utrecht, Groningen, Leiden en Amsterdam. Maar voor het zover is, moet er eerst nog worden gerepeteerd. “We hebben er nu twee repetitieweekenden op zitten. Ik zing zelf in het koor van Krashna Musika en het is heel raar om opeens met een heel nieuw koor te zingen. Maar het klinkt al heel snel heel mooi.”
Dat laatste komt in Campo’s ogen doordat voor het NSKK de beste zingende studenten van Nederland zijn geselecteerd. “In oktober hebben we in alle studentensteden repetities gehouden. En dit jaar bleek Delft het heel goed te doen.” Maar liefst acht Delftenaren, allemaal leden van Krashna, werden uitgekozen.
Komend weekend repeteert het koor weer en daarna een hele week in de bossen van het Brabantse Sint Michielsgestel. Dan moeten de stukken die op het programma staan erin zitten.
Het koor zingt vooral moderne muziek, legt Campo uit. Heel anders dan het repertoire van Krashna. “Moderne muziek is vrij moeilijk. Met het eigen koor doe je dat niet zo snel, maar nu zijn we met de beste zangers van Nederland.”
Het verschil is volgens Campo vooral dat ‘bijvoorbeeld Bach of Beethoven harmonieus klinken, terwijl in moderne muziek dissonanten voorkomen die de noten minder logisch laten klinken’.
Het koor zingt vijf stukken. Het ‘Agnus Dei’ van Barber heeft Campo’s persoonlijke voorkeur. “Het is een heel mooi, heel bekend stuk. Het is geschreven voor een strijkorkest en later voor stemmen herschreven. Violen kunnen gemakkelijk heel lange noten spelen. Voor een stem is dat veel moeilijker.”
De tournee start op 19 februari en wordt op 5 maart afgesloten in de kleine zaal van het Amsterdamse Concertgebouw. “Een prachtige zaal. Daar kijken we echt naar uit. Voor een amateur is het geweldig om daar op te treden.” (SB)
Comments are closed.