Education

Onderzoek Bouwkunde volgens visitatiecommissie ‘zeer goed’

Een internationaal samengestelde visitatiecommissie heeft het onderzoek aan de faculteit bouwkunde en het onderzoeksinstituut OTB hoog gewaardeerd, zo blijkt uit een nieuw rapport.

De commissie heeft in het kader van de Quality Assurance Netherlands Universities (Qanu) gekeken naar zeventien onderzoeksgroepen: tien aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft, drie aan het onderzoeksinstituut OTB van de TU Delft en vier aan de TU Eindhoven. Op de faculteit Bouwkunde in Delft krijgen met name de onderzoeksgroepen blob en ict van prof.dr. Mick Eekhout en context en moderniteit van prof.ir. Max Risselada en prof.ir. Umberto Barbieri een erg hoog waardering. Sowieso scoren de onderzoeksgroepen op onderdelen als ‘productiviteit’ en ‘relevantie’ zelden lager dan ‘goed’.

In de algemene beoordelingen valt op dat de commissie bij de faculteit Bouwkunde van de TU Delft het ‘leiderschap’ en de ‘academische reputatie’ op onderzoeksgebied als ‘excellent’ heeft beoordeeld. Op die punten wordt de zusterfaculteit in Eindhoven voorbij gestreefd.

“Vergeleken met de vorige onderzoeksvisitatie hebben we over de hele linie vooruitgang geboekt”, constateert decaan Hans Beunderman. “Het college van bestuur is hier ook blij mee.”

Op de vraag of hij verrast was door de beoordeling wil Beunderman een ‘genuanceerd’ antwoord geven. “Als de beoordeling nog gunstiger was geweest, zouden we denken dat we ons doel al bereikt hebben. Als de beoordeling slechter was geweest, had dat een kater opgeleverd na al onze inspanningen.”

Het beeld is niet tot in elk detail rooskleurig. Bij de onderzoeksgroep environments mist de visitatiecommissie nog samenhang. Beunderman: “Die relatief lage score zal natuurlijk wel besproken worden.” De onderzoeksgroep design knowledge systems van prof. Alexander Tzonis levert ‘excellente’ kwaliteit, maar over de levensvatbaarheid is de onderzoeksvisitatiecommissie zeer pessimistisch, omdat het programma dit jaar wordt beëindigd als Tzonis met pensioen gaat. Beunderman vindt die lage beoordeling onterecht.

Volgens Beunderman laat het rapport duidelijk zien dat de faculteit Bouwkunde sinds 1998 een veel sterkere positie heeft verworven, ook binnen de TU Delft. “Er worden minder grappen gemaakt over Bouwkunde. Waar de faculteit eens de vreemde eend in de bijt was en die positie vaak ook koesterde, is nu met succes aansluiting gezocht bij de rest van de universiteit.”

Het ontbrak de faculteit vroeger aan een ‘krachtige onderzoekstraditie’, vindt Beunderman. “Het onderzoek was te versnipperd: projecten in plaats van programma’s. En onderzoeksvisitatiecommissies kijken niet naar kleine projecten. De discussie over de onderzoeksportfolio heeft geholpen aan die cultuur van ‘iedereen doet zijn eigen ding’ een einde te maken.” (JP)

www.qanu.nl

Bouwkunde: van ‘vreemde eend in de bijt’ tot één met de rest van de universiteit, volgens decaan Hans Beunderman. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

De commissie heeft in het kader van de Quality Assurance Netherlands Universities (Qanu) gekeken naar zeventien onderzoeksgroepen: tien aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft, drie aan het onderzoeksinstituut OTB van de TU Delft en vier aan de TU Eindhoven. Op de faculteit Bouwkunde in Delft krijgen met name de onderzoeksgroepen blob en ict van prof.dr. Mick Eekhout en context en moderniteit van prof.ir. Max Risselada en prof.ir. Umberto Barbieri een erg hoog waardering. Sowieso scoren de onderzoeksgroepen op onderdelen als ‘productiviteit’ en ‘relevantie’ zelden lager dan ‘goed’.

In de algemene beoordelingen valt op dat de commissie bij de faculteit Bouwkunde van de TU Delft het ‘leiderschap’ en de ‘academische reputatie’ op onderzoeksgebied als ‘excellent’ heeft beoordeeld. Op die punten wordt de zusterfaculteit in Eindhoven voorbij gestreefd.

“Vergeleken met de vorige onderzoeksvisitatie hebben we over de hele linie vooruitgang geboekt”, constateert decaan Hans Beunderman. “Het college van bestuur is hier ook blij mee.”

Op de vraag of hij verrast was door de beoordeling wil Beunderman een ‘genuanceerd’ antwoord geven. “Als de beoordeling nog gunstiger was geweest, zouden we denken dat we ons doel al bereikt hebben. Als de beoordeling slechter was geweest, had dat een kater opgeleverd na al onze inspanningen.”

Het beeld is niet tot in elk detail rooskleurig. Bij de onderzoeksgroep environments mist de visitatiecommissie nog samenhang. Beunderman: “Die relatief lage score zal natuurlijk wel besproken worden.” De onderzoeksgroep design knowledge systems van prof. Alexander Tzonis levert ‘excellente’ kwaliteit, maar over de levensvatbaarheid is de onderzoeksvisitatiecommissie zeer pessimistisch, omdat het programma dit jaar wordt beëindigd als Tzonis met pensioen gaat. Beunderman vindt die lage beoordeling onterecht.

Volgens Beunderman laat het rapport duidelijk zien dat de faculteit Bouwkunde sinds 1998 een veel sterkere positie heeft verworven, ook binnen de TU Delft. “Er worden minder grappen gemaakt over Bouwkunde. Waar de faculteit eens de vreemde eend in de bijt was en die positie vaak ook koesterde, is nu met succes aansluiting gezocht bij de rest van de universiteit.”

Het ontbrak de faculteit vroeger aan een ‘krachtige onderzoekstraditie’, vindt Beunderman. “Het onderzoek was te versnipperd: projecten in plaats van programma’s. En onderzoeksvisitatiecommissies kijken niet naar kleine projecten. De discussie over de onderzoeksportfolio heeft geholpen aan die cultuur van ‘iedereen doet zijn eigen ding’ een einde te maken.” (JP)

www.qanu.nl

Bouwkunde: van ‘vreemde eend in de bijt’ tot één met de rest van de universiteit, volgens decaan Hans Beunderman. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.