De overheid denkt te negatief over inspraak van belanghebbenden bij de aanleg van infrastructuur. Omwonenden zijn niet altijd tegen, zegt dr.ir. Jan Nederveen (Techniek, Bestuur en Management).
“De groep die vierkant ‘nee’ zegt tegen de aanleg van een weg of spoorlijn wordt uitvergroot”, zegt Nederveen, die deze week promoveerde. “Dat doet geen recht aan de mensen die genuanceerder denken.”
Nederveen trekt zijn conclusie na analyse van 33 duizend inspraakreacties. Bewoners en andere belanghebbenden reageerden tussen 1993 en 2001 op 51 plannen voor de aanleg van een weg of spoorweg.
Volgens Nederveen verwacht de overheid dat iedereen bij voorbaat tegen haar plannen is, en neemt zij de inspraak daarom niet serieus genoeg. Daarmee snijdt de overheid zichzelf in de vingers, vindt hij. “Als je de insprekers uit het proces drukt, raak je veel informatie kwijt. Tijdens de inspraak voor de Betuweroute werd bijvoorbeeld gezegd dat de lijn weinig gebruikt zou worden. Dat bleek waarheid te worden.”
Als de overheid beter naar belanghebbenden zou luisteren, zou ze er achter komen dat het met de zogenoemde NIMBY-reactie (not in my backyard) wel meevalt, denkt Nederveen. “De hoogteligging van een weg blijkt heel belangrijk voor de waardering ervan. Mensen hoeven niet altijd een tunnel. Ook de weg omhoog tillen kan positief gewaardeerd worden. En een ingegraven weg wordt vaak net zo goed gevonden als een tien keer duurdere tunnel.”
Om planners van nieuwe infrastructuur tegemoet te komen, maakte Nederveen een model dat de sterke en zwakke punten van een geplande weg blootlegt. Door het plan in het model in te vullen, kan de ontwerper inschatten hoe omwonenden verschillende onderdelen . bijvoorbeeld een geluidswal . waarderen.
Nederveen verwacht niet dat zijn model beperkt houdbaar is. “De waardering van plannen is in de laatste tien jaar niet erg veranderd. Wel de argumenten. Nu is luchtvervuiling belangrijk. Twee jaar geleden, na de vuurwerkramp in Enschede, was dat de externe veiligheid. De komende jaren gaat het vast over waterberging.”
“De groep die vierkant ‘nee’ zegt tegen de aanleg van een weg of spoorlijn wordt uitvergroot”, zegt Nederveen, die deze week promoveerde. “Dat doet geen recht aan de mensen die genuanceerder denken.”
Nederveen trekt zijn conclusie na analyse van 33 duizend inspraakreacties. Bewoners en andere belanghebbenden reageerden tussen 1993 en 2001 op 51 plannen voor de aanleg van een weg of spoorweg.
Volgens Nederveen verwacht de overheid dat iedereen bij voorbaat tegen haar plannen is, en neemt zij de inspraak daarom niet serieus genoeg. Daarmee snijdt de overheid zichzelf in de vingers, vindt hij. “Als je de insprekers uit het proces drukt, raak je veel informatie kwijt. Tijdens de inspraak voor de Betuweroute werd bijvoorbeeld gezegd dat de lijn weinig gebruikt zou worden. Dat bleek waarheid te worden.”
Als de overheid beter naar belanghebbenden zou luisteren, zou ze er achter komen dat het met de zogenoemde NIMBY-reactie (not in my backyard) wel meevalt, denkt Nederveen. “De hoogteligging van een weg blijkt heel belangrijk voor de waardering ervan. Mensen hoeven niet altijd een tunnel. Ook de weg omhoog tillen kan positief gewaardeerd worden. En een ingegraven weg wordt vaak net zo goed gevonden als een tien keer duurdere tunnel.”
Om planners van nieuwe infrastructuur tegemoet te komen, maakte Nederveen een model dat de sterke en zwakke punten van een geplande weg blootlegt. Door het plan in het model in te vullen, kan de ontwerper inschatten hoe omwonenden verschillende onderdelen . bijvoorbeeld een geluidswal . waarderen.
Nederveen verwacht niet dat zijn model beperkt houdbaar is. “De waardering van plannen is in de laatste tien jaar niet erg veranderd. Wel de argumenten. Nu is luchtvervuiling belangrijk. Twee jaar geleden, na de vuurwerkramp in Enschede, was dat de externe veiligheid. De komende jaren gaat het vast over waterberging.”
Comments are closed.