Education

OCP krijgt eenhoofdige leiding

Interim-decaan Dalmijn van Ontwerp, Constructie en Productie gaat in zijn eentje de faculteit leiden. Hij formeert geen nieuw managementteam.

Met de nieuwe bestuuropzet poogt Dalmijn de crisis op te lossen, waarin OCP deze zomer belandde. Het voltallige managementsteam legde toen zijn functie neer.

Van de oude top keert voorlopig alleen dr.ir. S.A. Miedema, opleidingsdirecteur van WbMT, terug op zijn post. IO-opleidingsdirecteur Buijs hervat z’n taken niet. Zijn functie wordt overgenomen door prof.ir. J.J. Jacobs, de kersverse voorzitter van de onderdeelscommissie (ondernemingsraad) van OCP.

Drs. K.B.F. Baele (WbMT) en mr. M.M. Langendonk (IO) keren niet terug als faculteitsdirecteur; hun functie bestaat niet meer. Ook decaan Dirken is van het toneel verdwenen; hij liet al eerder weten niet terug te willen komen. Wat vice-decaan Klein Woud gaat doen, is onbekend. Zijn functie is eveneens geschrapt.

Breekpunt in het geschil dat tot de bestuurscrisis leidde, vormde de aanstelling van een faculteitsdirecteur. Decaan Dirken hield vast aan zo’n functionaris voor alle beheerstaken, terwijl het cvb de functie juist uit de organisatie wilde schrappen. In de nieuwe opzet komt zo’n faculteitsdirecteur niet meer voor. De decaan stuurt voortaan rechtstreeks de hoofden van de ondersteunende diensten aan. Ook overlegt hij direct met de hoofden van onderzoeksafdelingen.

De drie opleidingen van OCP (Industrieel Ontwerpen, Werktuigbouw en Maritieme Techniek) krijgen ieder hun eigen opleidingsdirecteur. Deze kan in de toekomst ,,tevens vice-decaan zijn”, aldus Dalmijn. Maar de vice-decaan heeft, benadrukt hij, geen bemoeienis met het algehele management. Hij fungeert als ‘aanspreekpunt’ voor bijvoorbeeld de studievereniging, afstudeercoördinatoren en het bedrijfsleven. Dalmijn: ,,Maar ik mandateer niemand.”

Opleidingsdirecteur Miedema van Werktuigbouw vindt zijn beslissing om terug te keren niet vreemd (,,eigenlijk ben ik nooit gestopt; het werk gaat toch door”). Zijn reden om ontslag aan te vragen was niet de bestuurscrisis, legt hij uit. Nieuwe regelgeving bepaalde dat hij, als niet-hoogleraar, geen opleidingsdirecteur kon blijven. Maar nu decaan en rector hem gevraagd hebben de onderwijsvernieuwing bij Werktuigbouw af te maken (Miedema zette het projectgestuurd onderwijs op) blijft hij voorlopig voor twee jaar aan.

Miedema heeft geen zeggenschap meer over Maritieme Techniek; onderhandelingen met een kandidaat daar zijn druk gaande. Overigens zijn de benoemingen voor de opleidingsdirecteuren pas definitief, als de studentenraad positief adviseert.

De voormalig secretarissen-beheerder, Baele en Langendonk, zullen de decaan de komende maanden bijstaan bij de invoering van de MOD-plannen, schrijft Dalmijn in een nieuwsbrief. Maar zij dragen daarbij nadrukkelijk geenmanagementverantwoordelijkheid meer. Dalmijn neemt zelf de MOD-touwtjes in handen. ,,Indien nodig zal ik me laten bijstaan door een oud-beheerder”.

Dalmijn vermoedt dat het MOD-project in januari is afgerond. Tot die tijd spreekt hij van een ‘overgangssituatie’. Hoewel de organisatie op papier rond is, vertoont de bemensing namelijk nog gaten op cruciale posten. Er zijn nog geen hoofden Personeel en Financiën – zware taken in de nieuwe opzet. Volgens de decaan ligt er een afspraak met het college van bestuur dat deze vacatures met voorrang en uiterlijk 1 januari worden ingevuld.

Met de nieuwe bestuuropzet poogt Dalmijn de crisis op te lossen, waarin OCP deze zomer belandde. Het voltallige managementsteam legde toen zijn functie neer.

Van de oude top keert voorlopig alleen dr.ir. S.A. Miedema, opleidingsdirecteur van WbMT, terug op zijn post. IO-opleidingsdirecteur Buijs hervat z’n taken niet. Zijn functie wordt overgenomen door prof.ir. J.J. Jacobs, de kersverse voorzitter van de onderdeelscommissie (ondernemingsraad) van OCP.

Drs. K.B.F. Baele (WbMT) en mr. M.M. Langendonk (IO) keren niet terug als faculteitsdirecteur; hun functie bestaat niet meer. Ook decaan Dirken is van het toneel verdwenen; hij liet al eerder weten niet terug te willen komen. Wat vice-decaan Klein Woud gaat doen, is onbekend. Zijn functie is eveneens geschrapt.

Breekpunt in het geschil dat tot de bestuurscrisis leidde, vormde de aanstelling van een faculteitsdirecteur. Decaan Dirken hield vast aan zo’n functionaris voor alle beheerstaken, terwijl het cvb de functie juist uit de organisatie wilde schrappen. In de nieuwe opzet komt zo’n faculteitsdirecteur niet meer voor. De decaan stuurt voortaan rechtstreeks de hoofden van de ondersteunende diensten aan. Ook overlegt hij direct met de hoofden van onderzoeksafdelingen.

De drie opleidingen van OCP (Industrieel Ontwerpen, Werktuigbouw en Maritieme Techniek) krijgen ieder hun eigen opleidingsdirecteur. Deze kan in de toekomst ,,tevens vice-decaan zijn”, aldus Dalmijn. Maar de vice-decaan heeft, benadrukt hij, geen bemoeienis met het algehele management. Hij fungeert als ‘aanspreekpunt’ voor bijvoorbeeld de studievereniging, afstudeercoördinatoren en het bedrijfsleven. Dalmijn: ,,Maar ik mandateer niemand.”

Opleidingsdirecteur Miedema van Werktuigbouw vindt zijn beslissing om terug te keren niet vreemd (,,eigenlijk ben ik nooit gestopt; het werk gaat toch door”). Zijn reden om ontslag aan te vragen was niet de bestuurscrisis, legt hij uit. Nieuwe regelgeving bepaalde dat hij, als niet-hoogleraar, geen opleidingsdirecteur kon blijven. Maar nu decaan en rector hem gevraagd hebben de onderwijsvernieuwing bij Werktuigbouw af te maken (Miedema zette het projectgestuurd onderwijs op) blijft hij voorlopig voor twee jaar aan.

Miedema heeft geen zeggenschap meer over Maritieme Techniek; onderhandelingen met een kandidaat daar zijn druk gaande. Overigens zijn de benoemingen voor de opleidingsdirecteuren pas definitief, als de studentenraad positief adviseert.

De voormalig secretarissen-beheerder, Baele en Langendonk, zullen de decaan de komende maanden bijstaan bij de invoering van de MOD-plannen, schrijft Dalmijn in een nieuwsbrief. Maar zij dragen daarbij nadrukkelijk geenmanagementverantwoordelijkheid meer. Dalmijn neemt zelf de MOD-touwtjes in handen. ,,Indien nodig zal ik me laten bijstaan door een oud-beheerder”.

Dalmijn vermoedt dat het MOD-project in januari is afgerond. Tot die tijd spreekt hij van een ‘overgangssituatie’. Hoewel de organisatie op papier rond is, vertoont de bemensing namelijk nog gaten op cruciale posten. Er zijn nog geen hoofden Personeel en Financiën – zware taken in de nieuwe opzet. Volgens de decaan ligt er een afspraak met het college van bestuur dat deze vacatures met voorrang en uiterlijk 1 januari worden ingevuld.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.