Education

Leven als God in Delft

Ogenschijnlijk staan de oude elektro- en scheikundegebouwen van de TU leeg. Maar achter de ingegooide ramen en verzakte kozijnen wonen studenten in hun eigen kasteel. "Ik woon hier als God in Delft."

“Hier zat het vol met duiven”, zegt ir. Robert Alewijnse, architect-directeur van DP6 architectuurstudio. Hij wijst naar de plek waar een reusachtige gele loopkraan op rails onder het zeven meter hoge plafond staat. “Alles zat onder de dikke poeplagen. De muren zaten vol graffiti en beneden in de kelder lagen stapels bierglazen.” Nu is daar niets meer van te zien. In het nieuwe kantoor van DP6 staan enorme boekenkasten tegen de linkerzijwand, aan de andere kant staan grote houten bureaus met flatscreens voor de architecten. Het dak is vernieuwd, de graffiti is bedekt met een laag verf en alle ramen hebben dubbel glas gekregen.

Na acht jaar leegstand wordt er weer geleefd in de Dynamohal. Het gebouw, vroeger een van de paradepaardjes van elektrotechniek, werd in 1902 gebouwd naar ontwerp van rijksarchitect Van Lokhorst. Toen elektrotechniek in 1965 verhuisde, werd de Dynamohal tot 1998 gebruikt als sporthal. In het hoofdgebouw (Kanaalweg 2b) zat na 1965 de inmiddels opgeheven faculteit Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen (WTM). In 1998 vertrok WTM naar de Jaffalaan. Daarna namen de duiven definitief het gebouw over.

Binnen een half jaar bouwde DP6 de hal om van een zwijnenstal tot een trendy kantoor. Als het aan huisvester Duwo en de TU ligt, gebeurt er met de andere gebouwen aan de Kanaalweg hetzelfde. Het hele gebied moet een echte campus worden met een conferentiehotel, studentenwoningen en een moderne brasserie. Met veel groen tussen de gebouwen en een studentikoze sfeer moet het een klein Oxford aan de Schie worden. Maar tot nog toe hebben alleen DP6 en buurman Duwo, op Kanaalweg 4, hun intrek genomen in de statige panden.

“Wij zijn de pioniers in dit gebied en dat is leuk”, zegt Alewijnse. Hij studeerde bouwkunde aan de TU. “Eindelijk wordt hier iets gedaan. Wij hebben veel geld gepompt in dit rijksmonument, en daarvoor hadden we ook een nieuw gebouw kunnen neerzetten. Dat geld is het alleen maar waard als de rest ook gaat bouwen en daar twijfel ik niet aan. Nu is de omgeving nog niks, maar dit is zo’n prachtige plek dat het niet lang meer zal duren.”
Catacomben

Niet iedereen hoopt dat de verbouwing snel zal beginnen. Zeker student werktuigbouwkunde Leo de la Chambre niet. Hij woont, samen met twaalf huisgenoten, tijdelijk in het reusachtige pand Kanaalweg 2b. “Ik woon hier als een God in Delft”, zegt De la Chambre. “Ik heb waanzinnig veel ruimte, voor waanzinnig weinig geld.” De la Chambre heeft een antikraakcontract bij Duwo en betaalt honderd euro inclusief gas, water en licht per maand. Hij woont in de voormalige conciërgewoning aan de voorkant, met uitzicht op de Schie. De kamers aan de Kanaalweg zijn majestueus te noemen, met plafonds van soms wel vier meter hoog. Sommige kamers meten veertig vierkante meter en het trappenhuis heeft schitterende glas-in-loodramen.

Drieëneenhalf jaar geleden namen de studenten hun intrek. Ze hielpen mee met de voorbereiding van het 31ste lustrum van het Delftsch Studenten Corps dat in het oude gebouw gevierd werd, en bleven na het feest plakken. De studenten bouwden de tientallen suffe kantoortjes en collegezalen om tot spetterende bars, waar twee weken lang tot in de vroege uurtjes werd gefeest. Ze gingen uit hun dak in de ‘retro disco inferno’ en in de cocktailbar hing een groot aquarium met piranha’s boven de dansende studenten.

“Toen we hier net woonden, hebben we een luik opengemaakt”, zegt medebewoner student technische natuurkunde Willem Auping. “Toen bleek dat hier schitterende catacomben onder zitten, met boogpoortjes. Onder het hele gebouw door. Je kunt hier een luik opentrekken en aan de achterkant van het gebouw weer via een luik naar boven.”

Ook de uitstekende torentjes, de blikvangers van het gebouw, fascineren de bewoners. “Via die torentjes kon je een collegezaal binnen sneaken“, zegt Auping. “Supercool. Het zijn een soort geheime vluchtwegen. Tijdens het lustrum vroeg een student van een Utrechtse zustervereniging: ‘waarom vieren jullie je lustrum in een kasteel?’ En zo voelt het ook om hier te wonen, alsof het een echt kasteel is.”

Het grootste gedeelte van het gebouw staat leeg. Soms komt er een toneelvereniging repeteren en bovenin wordt een Delftse studentensoap opgenomen. “Maar verder schijten de duiven het hele gebouw onder. Dat is echt doodzonde”, vindt Auping. De studenten verwachten dat ze nog een tijd in hun kasteel kunnen wonen. Duwo, die de kamers aan ze verhuurt, heeft een opzegtermijn van drie maanden.

In het pand Kanaalweg 2b staat een conferentiehotel gepland. “Als er nu conferenties worden gehouden, wijken mensen vaak uit naar Rotterdam en Den Haag”, zegt Tom Smeulders van Duwo. “Dat is straks niet meer nodig. Buitenlandse gasten wil je ook de schitterende Delftse binnenstad laten zien, daarom is deze locatie ideaal.” Duwo is in onderhandeling met mogelijke kopers van het gebouw, maar tot nog toe durft niemand het aan. Aan de verkoopprijs ligt het niet, wel aan de hoge renovatiekosten van het rijksmonument. Smeulders maakt zich geen zorgen: “Ik denk dat de bouw in de loop van volgend jaar start.”
Sprookjespand

Ook het gebouw aan het De Vries van Heijstplantsoen stond enkele jaren leeg. Daar kwam verandering in toen een groep van voornamelijk studenten de stoute schoenen aantrok en het pand kraakte. Op de gevel van de villa staat nog het opschrift: “Gebouw voor Scheikundige propedeuse”. Maar studenten scheikunde komen er allang niet meer.

“Ik woonde eerst in een ander kraakpand in het centrum van Delft”, zegt Doris Denenkamp, student aan de Hogeschool voor Kunsten in Utrecht. “Maar we moesten daar weg van de politie. Toen we dit pand voor het eerst binnenkwamen via een kelderraampje, was ik helemaal overdonderd. Het licht viel bij het trappenhuis door de glas-in-loodramen naar binnen. Het was hier zo mooi, dat ik me afvroeg of kraken wel zou lukken.”

De krakers slaagden in hun poging en al snel veranderde het verlaten sprookjesachtige pand in een levendig cultuurcentrum. “Een paar keer per week bellen mensen aan om te vragen of ze bij ons een oefenruimte mogen inrichten”, zegt Martijn Kerkhof, student culturele maatschappelijke vorming aan de Hogeschool Inholland in Den Haag. Kriskras door het gebouw zitten nu een hiphopstudio, een opnamestudio voor internettelevisie en wordt experimenteel theater opgevoerd. Een oude collegezaal op de eerste verdieping met krappe houten banken is ingericht als filmhuis voor de alternatieve films die Denenkamp maakt. Het ruikt er naar sterke drank en op de vloer liggen lege glazen tussen kratjes bier.

Maar wonen in een oud TU-gebouw heeft een keerzijde. “Grote ruimtes zijn geweldig, maar daardoor is het hier in de winter ijskoud”, zegt Denenkamp. “Er is geen centrale verwarming. Daarom maken we ‘s winters een soort bedoeïententen. En je kleren krijg je amper droog omdat het zo vochtig is. Als het regent moet ik hozen in mijn kamer.”

De eerste maand zaten de krakers zonder water en licht. “Toen hebben we veel rondgedwaald”, zegt Kerkhof. “Na vijf dagen ontdekten we nog kamers die we niet kenden. Dat was wel spooky. De zolder bijvoorbeeld, daar kun je op met een klaptrap. Die gaat alleen naar beneden als je een hendel aan de muur overhaalt. Net als in een film. Het gebouw is zo groot, dat je hier de hele dag niemand tegen hoeft te komen.”

Op de eerste verdieping is een laboratorium, met houten kasten en hoge waterkranen. Op de gang hangen borden met de uitleg van ‘synthetische wasmiddelen op detergenten’.
Zwartboek

Ook de bekende filmregisseur Paul Verhoeven liet zijn oog vallen op het imposante gebouw. Hij nam er een aantal scènes op voor zijn film ‘Zwartboek’. In een van de oude collegezalen waar de vloer is uitgebroken, bouwde Verhoevens crew een groot cellencomplex. De krakers keken hun ogen uit. “Het was hier één groot circus”, zei Kerkhof. “Het parkeerterrein stond vol met grote vrachtwagens. Ze waren heel aardig, Verhoeven hebben we de hand geschud. En de catering kookte af en toe ook voor ons.”

“Maar de opnames waren ongelooflijk saai”, zegt Denenkamp. “Op het binnenterrein is een executiescène die op papier heel spannend leek. Nou, echt niet. Steeds weer werd de scène onderbroken of een nieuw camerastandpunt ingenomen.”

Voor de krakers komt het einde van het wonen in hun ‘sprookjesvilla’ al in zicht. In november moeten ze het pand verlaten. Dan wordt het achterste gedeelte van het pand gesloopt, zodat de Michiel de Ruyterweg kan worden verbreed en de nieuwe tramlijn de TU-wijk in kan. De villa, aan de voorkant, blijft staan. In een U-vorm bouwt Duwo daar nieuwe studentenwoningen omheen.

“Met pijn in het hart gaan we hier weg”, zegt Denenkamp. “Ik hoop nog steeds op uitstel. Zo’n plek als dit is bijna niet te vinden. En ik vind het vooral jammer, omdat alle culturele dingen hier nu beginnen te lopen. Deze ruimte is perfect voor een culturele broedplaats, iedereen heeft hier de ruimte om prachtige dingen te maken. Het is ongelooflijk zonde dat dit verdwijnt.”

“Hier zat het vol met duiven”, zegt ir. Robert Alewijnse, architect-directeur van DP6 architectuurstudio. Hij wijst naar de plek waar een reusachtige gele loopkraan op rails onder het zeven meter hoge plafond staat. “Alles zat onder de dikke poeplagen. De muren zaten vol graffiti en beneden in de kelder lagen stapels bierglazen.” Nu is daar niets meer van te zien. In het nieuwe kantoor van DP6 staan enorme boekenkasten tegen de linkerzijwand, aan de andere kant staan grote houten bureaus met flatscreens voor de architecten. Het dak is vernieuwd, de graffiti is bedekt met een laag verf en alle ramen hebben dubbel glas gekregen.

Na acht jaar leegstand wordt er weer geleefd in de Dynamohal. Het gebouw, vroeger een van de paradepaardjes van elektrotechniek, werd in 1902 gebouwd naar ontwerp van rijksarchitect Van Lokhorst. Toen elektrotechniek in 1965 verhuisde, werd de Dynamohal tot 1998 gebruikt als sporthal. In het hoofdgebouw (Kanaalweg 2b) zat na 1965 de inmiddels opgeheven faculteit Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen (WTM). In 1998 vertrok WTM naar de Jaffalaan. Daarna namen de duiven definitief het gebouw over.

Binnen een half jaar bouwde DP6 de hal om van een zwijnenstal tot een trendy kantoor. Als het aan huisvester Duwo en de TU ligt, gebeurt er met de andere gebouwen aan de Kanaalweg hetzelfde. Het hele gebied moet een echte campus worden met een conferentiehotel, studentenwoningen en een moderne brasserie. Met veel groen tussen de gebouwen en een studentikoze sfeer moet het een klein Oxford aan de Schie worden. Maar tot nog toe hebben alleen DP6 en buurman Duwo, op Kanaalweg 4, hun intrek genomen in de statige panden.

“Wij zijn de pioniers in dit gebied en dat is leuk”, zegt Alewijnse. Hij studeerde bouwkunde aan de TU. “Eindelijk wordt hier iets gedaan. Wij hebben veel geld gepompt in dit rijksmonument, en daarvoor hadden we ook een nieuw gebouw kunnen neerzetten. Dat geld is het alleen maar waard als de rest ook gaat bouwen en daar twijfel ik niet aan. Nu is de omgeving nog niks, maar dit is zo’n prachtige plek dat het niet lang meer zal duren.”
Catacomben

Niet iedereen hoopt dat de verbouwing snel zal beginnen. Zeker student werktuigbouwkunde Leo de la Chambre niet. Hij woont, samen met twaalf huisgenoten, tijdelijk in het reusachtige pand Kanaalweg 2b. “Ik woon hier als een God in Delft”, zegt De la Chambre. “Ik heb waanzinnig veel ruimte, voor waanzinnig weinig geld.” De la Chambre heeft een antikraakcontract bij Duwo en betaalt honderd euro inclusief gas, water en licht per maand. Hij woont in de voormalige conciërgewoning aan de voorkant, met uitzicht op de Schie. De kamers aan de Kanaalweg zijn majestueus te noemen, met plafonds van soms wel vier meter hoog. Sommige kamers meten veertig vierkante meter en het trappenhuis heeft schitterende glas-in-loodramen.

Drieëneenhalf jaar geleden namen de studenten hun intrek. Ze hielpen mee met de voorbereiding van het 31ste lustrum van het Delftsch Studenten Corps dat in het oude gebouw gevierd werd, en bleven na het feest plakken. De studenten bouwden de tientallen suffe kantoortjes en collegezalen om tot spetterende bars, waar twee weken lang tot in de vroege uurtjes werd gefeest. Ze gingen uit hun dak in de ‘retro disco inferno’ en in de cocktailbar hing een groot aquarium met piranha’s boven de dansende studenten.

“Toen we hier net woonden, hebben we een luik opengemaakt”, zegt medebewoner student technische natuurkunde Willem Auping. “Toen bleek dat hier schitterende catacomben onder zitten, met boogpoortjes. Onder het hele gebouw door. Je kunt hier een luik opentrekken en aan de achterkant van het gebouw weer via een luik naar boven.”

Ook de uitstekende torentjes, de blikvangers van het gebouw, fascineren de bewoners. “Via die torentjes kon je een collegezaal binnen sneaken“, zegt Auping. “Supercool. Het zijn een soort geheime vluchtwegen. Tijdens het lustrum vroeg een student van een Utrechtse zustervereniging: ‘waarom vieren jullie je lustrum in een kasteel?’ En zo voelt het ook om hier te wonen, alsof het een echt kasteel is.”

Het grootste gedeelte van het gebouw staat leeg. Soms komt er een toneelvereniging repeteren en bovenin wordt een Delftse studentensoap opgenomen. “Maar verder schijten de duiven het hele gebouw onder. Dat is echt doodzonde”, vindt Auping. De studenten verwachten dat ze nog een tijd in hun kasteel kunnen wonen. Duwo, die de kamers aan ze verhuurt, heeft een opzegtermijn van drie maanden.

In het pand Kanaalweg 2b staat een conferentiehotel gepland. “Als er nu conferenties worden gehouden, wijken mensen vaak uit naar Rotterdam en Den Haag”, zegt Tom Smeulders van Duwo. “Dat is straks niet meer nodig. Buitenlandse gasten wil je ook de schitterende Delftse binnenstad laten zien, daarom is deze locatie ideaal.” Duwo is in onderhandeling met mogelijke kopers van het gebouw, maar tot nog toe durft niemand het aan. Aan de verkoopprijs ligt het niet, wel aan de hoge renovatiekosten van het rijksmonument. Smeulders maakt zich geen zorgen: “Ik denk dat de bouw in de loop van volgend jaar start.”
Sprookjespand

Ook het gebouw aan het De Vries van Heijstplantsoen stond enkele jaren leeg. Daar kwam verandering in toen een groep van voornamelijk studenten de stoute schoenen aantrok en het pand kraakte. Op de gevel van de villa staat nog het opschrift: “Gebouw voor Scheikundige propedeuse”. Maar studenten scheikunde komen er allang niet meer.

“Ik woonde eerst in een ander kraakpand in het centrum van Delft”, zegt Doris Denenkamp, student aan de Hogeschool voor Kunsten in Utrecht. “Maar we moesten daar weg van de politie. Toen we dit pand voor het eerst binnenkwamen via een kelderraampje, was ik helemaal overdonderd. Het licht viel bij het trappenhuis door de glas-in-loodramen naar binnen. Het was hier zo mooi, dat ik me afvroeg of kraken wel zou lukken.”

De krakers slaagden in hun poging en al snel veranderde het verlaten sprookjesachtige pand in een levendig cultuurcentrum. “Een paar keer per week bellen mensen aan om te vragen of ze bij ons een oefenruimte mogen inrichten”, zegt Martijn Kerkhof, student culturele maatschappelijke vorming aan de Hogeschool Inholland in Den Haag. Kriskras door het gebouw zitten nu een hiphopstudio, een opnamestudio voor internettelevisie en wordt experimenteel theater opgevoerd. Een oude collegezaal op de eerste verdieping met krappe houten banken is ingericht als filmhuis voor de alternatieve films die Denenkamp maakt. Het ruikt er naar sterke drank en op de vloer liggen lege glazen tussen kratjes bier.

Maar wonen in een oud TU-gebouw heeft een keerzijde. “Grote ruimtes zijn geweldig, maar daardoor is het hier in de winter ijskoud”, zegt Denenkamp. “Er is geen centrale verwarming. Daarom maken we ‘s winters een soort bedoeïententen. En je kleren krijg je amper droog omdat het zo vochtig is. Als het regent moet ik hozen in mijn kamer.”

De eerste maand zaten de krakers zonder water en licht. “Toen hebben we veel rondgedwaald”, zegt Kerkhof. “Na vijf dagen ontdekten we nog kamers die we niet kenden. Dat was wel spooky. De zolder bijvoorbeeld, daar kun je op met een klaptrap. Die gaat alleen naar beneden als je een hendel aan de muur overhaalt. Net als in een film. Het gebouw is zo groot, dat je hier de hele dag niemand tegen hoeft te komen.”

Op de eerste verdieping is een laboratorium, met houten kasten en hoge waterkranen. Op de gang hangen borden met de uitleg van ‘synthetische wasmiddelen op detergenten’.
Zwartboek

Ook de bekende filmregisseur Paul Verhoeven liet zijn oog vallen op het imposante gebouw. Hij nam er een aantal scènes op voor zijn film ‘Zwartboek’. In een van de oude collegezalen waar de vloer is uitgebroken, bouwde Verhoevens crew een groot cellencomplex. De krakers keken hun ogen uit. “Het was hier één groot circus”, zei Kerkhof. “Het parkeerterrein stond vol met grote vrachtwagens. Ze waren heel aardig, Verhoeven hebben we de hand geschud. En de catering kookte af en toe ook voor ons.”

“Maar de opnames waren ongelooflijk saai”, zegt Denenkamp. “Op het binnenterrein is een executiescène die op papier heel spannend leek. Nou, echt niet. Steeds weer werd de scène onderbroken of een nieuw camerastandpunt ingenomen.”

Voor de krakers komt het einde van het wonen in hun ‘sprookjesvilla’ al in zicht. In november moeten ze het pand verlaten. Dan wordt het achterste gedeelte van het pand gesloopt, zodat de Michiel de Ruyterweg kan worden verbreed en de nieuwe tramlijn de TU-wijk in kan. De villa, aan de voorkant, blijft staan. In een U-vorm bouwt Duwo daar nieuwe studentenwoningen omheen.

“Met pijn in het hart gaan we hier weg”, zegt Denenkamp. “Ik hoop nog steeds op uitstel. Zo’n plek als dit is bijna niet te vinden. En ik vind het vooral jammer, omdat alle culturele dingen hier nu beginnen te lopen. Deze ruimte is perfect voor een culturele broedplaats, iedereen heeft hier de ruimte om prachtige dingen te maken. Het is ongelooflijk zonde dat dit verdwijnt.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.