Staatssecretaris Zijlstra gaat geen maximum stellen aan het instellingscollegegeld voor schakelprogramma’s die langer dan een half jaar duren. Dat zei hij maandag in de Tweede Kamer.
Schakelprogramma’s zijn bedoeld voor hbo’ers die een master aan een universiteit willen volgen of voor academische bachelors die aan een masteropleiding willen beginnen die niet rechtstreeks op hun bacheloropleiding aansluit.
“Een schakelprogramma moet geen verkapte vooropleiding worden”, herhaalde de staatssecretaris vanmiddag in het debat over zijn strategische agenda. Voor korte schakelprogramma’s betalen studenten het lage, wettelijke collegegeldtarief. Voor langere programma’s mogen universiteiten zelf het prijskaartje bepalen.
Melkkoeien
Maar studenten zijn afhankelijk van de universiteiten, reageerde kamerlid Carola Schouten van de ChristenUnie. Zij vreest dat universiteiten te weinig geprikkeld worden om korte schakelprogramma’s aan te bieden, als ze voor langere programma’s hoge tarieven mogen rekenen. Zou de staatssecretaris misschien een maximum willen stellen aan het collegegeld voor programma’s tussen de dertig en zestig studiepunten?
Maar voor zo’n ‘tussenstap’ voelt Zijlstra niets. Hij vindt dat universiteiten en hogescholen zelf afspraken moeten maken met de heldere grens van dertig studiepunten voor ogen. “Tegen mevrouw Schouten zeg ik wel: op het moment dat wij zien dat ze hun best niet doen, dan gaan wij wel aan de kar hangen.” Schakelprogramma’s mogen geen ‘melkkoeien’ worden.
Dat schrijft promovendus Anita de Vries aan de Vrije Universiteit op grond van onderzoek onder 1200 studenten. Volgens haar veronderstellen onderwijsinstellingen ten onrechte dat intelligentie en aanleg bepalen hoe succesvol studenten zijn.
Hogere cijfers
Niet alleen halen integere studenten hogere cijfers, ze spieken minder, plegen geen plagiaat en leveren opdrachten vaker op tijd in. “Het is tijd dat onderwijsinstellingen en studenten bewust worden van de rol die iemands persoonlijkheid speelt bij studiesucces”, zegt De Vries.
Allochtone studenten
Zij heeft ook specifiek naar de groep allochtone studenten gekeken. Zij bleken meer studieproblemen te hebben en vaker hun opleiding staken, terwijl ze even integer waren als autochtone studenten. Hun studiesucces hangt kennelijk minder samen met hun karakter.
“Dat suggereert dat de persoonlijke omstandigheden van allochtone studenten moeilijker zijn”, zegt De Vries. “Ze krijgen bijvoorbeeld minder steun van hun ouders of hebben geen goede plek om te studeren.”
Persoonlijkheidstest
Om de integriteit van studenten te meten, liet De Vries hen een persoonlijkheidstest invullen. Daar stonden stellingen op, waarvan de studenten moesten zeggen hoezeer die op henzelf van toepassing waren. Bijvoorbeeld: “Als het mij beter uitkomt, lieg ik wel eens.”
Status en geld
De Vries adviseert niet om de integriteit van studenten bij te schaven, ‘want dat is heel moeilijk’. Maar minder integere studenten blijken ook minder vaak een opleiding te kiezen die hen werkelijk interesseert. Ze geven de voorkeur aan opleidingen waar ze status en geld mee denken te verwerven. Wie een studie kiest voor het geld en de status, heeft uiteindelijk vaker moeite om de opleiding af te maken. De Vries pleit daarom voor een betere intake en begeleiding in het begin van de opleiding.

Comments are closed.