Campus

Kwijl

Druk (3)De bestrating schiet voorbij. Vertraagt en versnelt bij iedere brug. Gracht na gracht. Sanja kijkt naar de trappende kuiten van Evelien.

Haar armen om haar middel, hoofd tegen Eveliens rug. Ze is nog steeds niet echt klaar voor een nieuwe dag, maar het is prettig om door iemand weggebracht te worden. Al zou ze nu toch wel willen weten waarheen: ,,Evelien, waarom zit ik bij jou achter op de fiets?”

,,Omdat jij al anderhalf jaar geen fiets meer hebt. En omdat we het tentamen van maandag gaan voorbereiden in de bibliotheek.”

,,Maar het heeft helemaal geen zin meer om te leren. Ik ben…”

,,Zeur niet, dat je het uitmaakt met die vent betekent nog niet dat je door hem ook nog eens een vak naastkopt?”

Sanja zucht geïrriteerd. Begint ze voor de zoveelste keer over haar ex-vriendje. Door dit soort opmerkingen lijkt haar moeder alweer dichtbij. Gisteravond was misschien beslissend en zichtbaar voor de buitenwereld. Maar het was al weken uit. Wachtte alleen op het moment. Zoals de meeste relaties ver over hun uiterste houdbaarheidsdatum gaan door wederzijds gebrek aan lef.

Maar Evelien kan het niet helpen. Ze weet niets van Sanja’s schorsing. Sanja heeft er met niemand over gesproken. En zal het ook aan niemand meer vertellen. Gisteren had gekund. Vannacht was mogelijk. Zelfs vanochtend nog. Maar het liegen is begonnen, het hek is van de dam. Of erop. Whatever. Sanja’s hoofd zoemt nog steeds. Gelukkig had ze geen tijd voor een ontbijt.

Sanja springt van de bagagedrager. Terwijl Evelien haar roze-paarsgevlekte opoefiets op slot zet vraagt Sanja zich nogmaals af wat ze moet doen. Want met Evelien houdt ze al jaren studeermarathons. Dat betekent tot vanavond alleen groene Balisto’s eten en koffie drinken en boven haar boek hangen.

Maar Evelien is niet meer te houden. Ze heeft zich voorgenomen Sanja geen moment van rust te gunnen. Ze mocht eens aan Ralf gaan denken. Daardoor heeft Sanja niet eens tijd om een enigszins plausibele uitvlucht te bedenken: ze is al door haar vastberaden studiepartner meegesleurd, de hal van de universiteitsbibliotheek in.

De morningaftereffecten zijn nog steeds niet voorbij. Sanja kijkt naar de bibliotheek alsof ze deze nog nooit eerder heeft gezien. De trage wenteltrap maakt het allemaal niet makkelijker. Modern kutgebouw. Een ex-huisgenoot van Sanja heeft als stage nog iets aan de tafels ontworpen. Wat precies, is haar niet echt duidelijk. Een tafel is een tafel. Zou je zeggen. Maar je weet maar nooit, het exemplaar waar ze nu achter zit loopt helemaal rondom het gat in de vloer.

Sanja kan tot onder in de bibliotheek, op het hoofd van een kalende mevrouw kijken. Dat is pas iets om je zorgen over te maken. Kaal worden. Zal wel bestraald zijn. Sanja schuift haar telefoon maar weer wat verder van zich af. Stilte. Het helblauwe tapijt lijkt het geluid wel op te zuigen. Doodstilwordt hier wel erg letterlijk genomen. Zoveel mensen, zo weinig energie. Sanja vraagt zich af of deze studenten altijd zo zijn. Is zij ook zo? Eigenlijk heeft ze nooit het gevoel gehad te studeren. Terecht, zou haar moeder zeggen.

Ze kijkt weer om zich heen: de ronde vloeropening is de enige bron van afleiding. Een jongen met rastahaar zit een verdieping lager, recht onder Sanja. Naast hem is iemand in slaap gevallen. Er glinstert een straaltje kwijl op zijn aantekeningen. Dan helemaal aan de andere kant, het verst van de trap, een jongen en een meisje met hun hoofden dicht bij elkaar. Briefjes uitwisselen. Het meisje is knap, de jongen onuitgeslapen. Ze lachen. Licht speelt door haar blonde haar. Het is alsof ze het zo uitgekozen hebben, het spotlicht van de winterzon.

Maar Sanja ziet de Vermeer-like kwaliteit van de voorstelling niet meer, haar mond verkrampt. Want de jongen is een ranzige klootzak en het meisje een hoer. Tenminste, dat roept Sanja als ze haar boek nog enigszins nuttig probeert te maken. Ralf kijkt op en ziet ruim twaalfhonderd gram papier in zijn richting gegooid worden. De pagina’s wapperen in het zonlicht, een opgevouwen vel met aantekeningen maakt zich los van het projectiel. En dwarrelt er zinloos achteraan.

Druk (3)

De bestrating schiet voorbij. Vertraagt en versnelt bij iedere brug. Gracht na gracht. Sanja kijkt naar de trappende kuiten van Evelien. Haar armen om haar middel, hoofd tegen Eveliens rug. Ze is nog steeds niet echt klaar voor een nieuwe dag, maar het is prettig om door iemand weggebracht te worden. Al zou ze nu toch wel willen weten waarheen: ,,Evelien, waarom zit ik bij jou achter op de fiets?”

,,Omdat jij al anderhalf jaar geen fiets meer hebt. En omdat we het tentamen van maandag gaan voorbereiden in de bibliotheek.”

,,Maar het heeft helemaal geen zin meer om te leren. Ik ben…”

,,Zeur niet, dat je het uitmaakt met die vent betekent nog niet dat je door hem ook nog eens een vak naastkopt?”

Sanja zucht geïrriteerd. Begint ze voor de zoveelste keer over haar ex-vriendje. Door dit soort opmerkingen lijkt haar moeder alweer dichtbij. Gisteravond was misschien beslissend en zichtbaar voor de buitenwereld. Maar het was al weken uit. Wachtte alleen op het moment. Zoals de meeste relaties ver over hun uiterste houdbaarheidsdatum gaan door wederzijds gebrek aan lef.

Maar Evelien kan het niet helpen. Ze weet niets van Sanja’s schorsing. Sanja heeft er met niemand over gesproken. En zal het ook aan niemand meer vertellen. Gisteren had gekund. Vannacht was mogelijk. Zelfs vanochtend nog. Maar het liegen is begonnen, het hek is van de dam. Of erop. Whatever. Sanja’s hoofd zoemt nog steeds. Gelukkig had ze geen tijd voor een ontbijt.

Sanja springt van de bagagedrager. Terwijl Evelien haar roze-paarsgevlekte opoefiets op slot zet vraagt Sanja zich nogmaals af wat ze moet doen. Want met Evelien houdt ze al jaren studeermarathons. Dat betekent tot vanavond alleen groene Balisto’s eten en koffie drinken en boven haar boek hangen.

Maar Evelien is niet meer te houden. Ze heeft zich voorgenomen Sanja geen moment van rust te gunnen. Ze mocht eens aan Ralf gaan denken. Daardoor heeft Sanja niet eens tijd om een enigszins plausibele uitvlucht te bedenken: ze is al door haar vastberaden studiepartner meegesleurd, de hal van de universiteitsbibliotheek in.

De morningaftereffecten zijn nog steeds niet voorbij. Sanja kijkt naar de bibliotheek alsof ze deze nog nooit eerder heeft gezien. De trage wenteltrap maakt het allemaal niet makkelijker. Modern kutgebouw. Een ex-huisgenoot van Sanja heeft als stage nog iets aan de tafels ontworpen. Wat precies, is haar niet echt duidelijk. Een tafel is een tafel. Zou je zeggen. Maar je weet maar nooit, het exemplaar waar ze nu achter zit loopt helemaal rondom het gat in de vloer.

Sanja kan tot onder in de bibliotheek, op het hoofd van een kalende mevrouw kijken. Dat is pas iets om je zorgen over te maken. Kaal worden. Zal wel bestraald zijn. Sanja schuift haar telefoon maar weer wat verder van zich af. Stilte. Het helblauwe tapijt lijkt het geluid wel op te zuigen. Doodstilwordt hier wel erg letterlijk genomen. Zoveel mensen, zo weinig energie. Sanja vraagt zich af of deze studenten altijd zo zijn. Is zij ook zo? Eigenlijk heeft ze nooit het gevoel gehad te studeren. Terecht, zou haar moeder zeggen.

Ze kijkt weer om zich heen: de ronde vloeropening is de enige bron van afleiding. Een jongen met rastahaar zit een verdieping lager, recht onder Sanja. Naast hem is iemand in slaap gevallen. Er glinstert een straaltje kwijl op zijn aantekeningen. Dan helemaal aan de andere kant, het verst van de trap, een jongen en een meisje met hun hoofden dicht bij elkaar. Briefjes uitwisselen. Het meisje is knap, de jongen onuitgeslapen. Ze lachen. Licht speelt door haar blonde haar. Het is alsof ze het zo uitgekozen hebben, het spotlicht van de winterzon.

Maar Sanja ziet de Vermeer-like kwaliteit van de voorstelling niet meer, haar mond verkrampt. Want de jongen is een ranzige klootzak en het meisje een hoer. Tenminste, dat roept Sanja als ze haar boek nog enigszins nuttig probeert te maken. Ralf kijkt op en ziet ruim twaalfhonderd gram papier in zijn richting gegooid worden. De pagina’s wapperen in het zonlicht, een opgevouwen vel met aantekeningen maakt zich los van het projectiel. En dwarrelt er zinloos achteraan.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.