Campus

Kunzt met een kleine z

‘Zuiver en puur’ is voor veel kunstenaars de hoogst bereikbare kwalificering. De werken van de tentoonstelling Binnenste Buiten voldoen precies aan dat criterium. De artiesten zijn amateurs en daarbij verstandelijk gehandicapt.

Kleurrijk

Het kleurgebruik en het lijnenspel doen sterk denken aan Corneille en anderen van de COBRA-school. Een argeloze bezoeker van Stedelijk Museum Het Prinsenhof zou dan ook zonder meer ‘misleid’ kunnen worden door de kleurrijke schilderijen van Paulus de Groot, Marian den Heijer en hun collega’s. In werkelijkheid bezocht geen van hen een academie.

Stichting Craeyenburch, net buiten Nootdorp, is een woongemeenschap voor mensen met een verstandelijke handicap. Er huizen er nu zo’n 480. Het kleine dorp stelt zich ten doel het leven van haar bewoners zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de ‘gewone’ samenleving. Integratie dus, een sleutelwoord bij de viering van het 25-jarig bestaan van de Stichting.


1 Paulus de Groot: ‘Engel’

Verstandelijk gehandicapt is een rekbaar begrip in Craeyenburch. Het gaat niet alleen om mensen met het syndroom van Down, maar ook om diegenen die met een geestelijke afwijking geboren zijn of mensen die een ongeluk hebben gehad waarbij hun hersens beschadigd zijn. Ze variëren in leeftijd van twintig tot tachtig jaar.

In de toekomst wil Craeyenburch de toegangspoorten tot haar terrein opengooien voor ‘gewone mensen’, en haar eigen bewoners laten opnemen in de maatschappij. Het besloten karakter moet er vanaf. Daarom treedt Craeyenburch naar buiten met een serie tentoonstellingen van kunstwerken gemaakt door bewoners. Het zijn de resultaten van een project dat nu vier jaar loopt, waarbij een aantal bewoners is opgeleid tot beeldend kunstenaar. In het Prinsenhof is een van de tentoonstellingen te bezichtigen: Binnenste Buiten.

Beeldend kunstenares Hanneke Kuiper begeleidt de groep artiesten op Craeyenburch. ,,We zijn nu vier jaar bezig, met weinig middelen, maar iedereen is positief over de resultaten.” Niet in de laatste plaats de deelnemers. ,,Hier op Craeyenburch leven we meestal in groepen. Er wordt met circa twintig man gewerkt, gegeten en ontspannen. In de kunstlessen zijn de groepen kleiner: ongeveer acht mensen. Daardoor kan ik ze individueel aandacht geven.”
Abstract

De verschillen onderling zijn groot. Ieder heeft zijn eigen persoonlijke werkwijze. ,,Er zijn erbij die op de automatische piloot werken. Die vinden de herhaling van de beweging prettig. Anderen zijn veel meer bezig met wat ze nu eigenlijk afbeelden.” De gebruikte materialen variëren van acryl- en aquarelverf tot inkt en potloden. Daar komt volgend jaar, na de positieve reacties van dit jaar, misschien nog olieverfbij.

De geestelijke leeftijd van de aankomend kunstenaars ligt tussen vijf en tien jaar. Ze zijn uiteraard trage leerlingen, daarbij is er maar ruimte voor drie keer drie uur les per week. Nieuwe technieken moeten ze al doende onder de knie krijgen, het onderwijs wordt eenvoudig gehouden. Kuiper: ,,Met sommigen kun je over zaken als compositie praten, maar voor de meesten is dat te abstract.”

Sommigen kunnen niet praten, een enkeling kan schrijven. Toch is de tentoonstelling geen moment meelijwekkend. Wel een keer aandoenlijk, vooral bij de titel van een felgroen werk van Marian den Heijer: Moderne Kunzt.


2 ‘Moderne Kunzt’ van Marian de Heijer

Eén kwelling komt bij de geestelijk gehandicapten bijna niet voor: faalangst. Kuiper: ,,Bij ‘gewone’ kunstenaars zie je vaak dat ze niet weten wat ze nu weer moeten maken en als ze daar dan achter zijn, dat ze niet weten hoe ze moeten beginnen. Die zijn bang voor het lege vel.” Deze horror vacui is de Craeyenburchers vreemd. ,,Hun inspiratie halen ze uit dingen die ze meemaken, die ze hebben gezien bij uitstapjes of uit boeken die we hier op het atelier hebben liggen. Soms moet ik veel met ze praten, suggesties doen, maar ze beginnen uiteindelijk altijd zonder terughoudendheid.”

,,Voor sommigen is het de enige manier van communiceren die ze hebben”, zegt Kuiper. Dat het Craeyenburchse project hier uitkomst biedt, is duidelijk te zien. De werken in Het Prinsenhof zijn fris, recht voor zijn raap en bovenal: uitgesproken.

De tentoonstelling ‘Binnenste Buiten’ in Stedelijk Museum Het Prinsenhof duurt nog tot 2 januari. Andere tentoonstellingen zijn tot eind volgende week te bezoeken in de Synagoge, de Vrije Academie en het Bestuurskantoor te Delft, in het gemeentehuis van Nootdorp en het hoofdgebouw van de stichting Craeyenburch in diezelfde plaats, en in het Parochiehuis van Pijnacker.

,

Kleurrijk

Het kleurgebruik en het lijnenspel doen sterk denken aan Corneille en anderen van de COBRA-school. Een argeloze bezoeker van Stedelijk Museum Het Prinsenhof zou dan ook zonder meer ‘misleid’ kunnen worden door de kleurrijke schilderijen van Paulus de Groot, Marian den Heijer en hun collega’s. In werkelijkheid bezocht geen van hen een academie.

Stichting Craeyenburch, net buiten Nootdorp, is een woongemeenschap voor mensen met een verstandelijke handicap. Er huizen er nu zo’n 480. Het kleine dorp stelt zich ten doel het leven van haar bewoners zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de ‘gewone’ samenleving. Integratie dus, een sleutelwoord bij de viering van het 25-jarig bestaan van de Stichting.


1 Paulus de Groot: ‘Engel’

Verstandelijk gehandicapt is een rekbaar begrip in Craeyenburch. Het gaat niet alleen om mensen met het syndroom van Down, maar ook om diegenen die met een geestelijke afwijking geboren zijn of mensen die een ongeluk hebben gehad waarbij hun hersens beschadigd zijn. Ze variëren in leeftijd van twintig tot tachtig jaar.

In de toekomst wil Craeyenburch de toegangspoorten tot haar terrein opengooien voor ‘gewone mensen’, en haar eigen bewoners laten opnemen in de maatschappij. Het besloten karakter moet er vanaf. Daarom treedt Craeyenburch naar buiten met een serie tentoonstellingen van kunstwerken gemaakt door bewoners. Het zijn de resultaten van een project dat nu vier jaar loopt, waarbij een aantal bewoners is opgeleid tot beeldend kunstenaar. In het Prinsenhof is een van de tentoonstellingen te bezichtigen: Binnenste Buiten.

Beeldend kunstenares Hanneke Kuiper begeleidt de groep artiesten op Craeyenburch. ,,We zijn nu vier jaar bezig, met weinig middelen, maar iedereen is positief over de resultaten.” Niet in de laatste plaats de deelnemers. ,,Hier op Craeyenburch leven we meestal in groepen. Er wordt met circa twintig man gewerkt, gegeten en ontspannen. In de kunstlessen zijn de groepen kleiner: ongeveer acht mensen. Daardoor kan ik ze individueel aandacht geven.”
Abstract

De verschillen onderling zijn groot. Ieder heeft zijn eigen persoonlijke werkwijze. ,,Er zijn erbij die op de automatische piloot werken. Die vinden de herhaling van de beweging prettig. Anderen zijn veel meer bezig met wat ze nu eigenlijk afbeelden.” De gebruikte materialen variëren van acryl- en aquarelverf tot inkt en potloden. Daar komt volgend jaar, na de positieve reacties van dit jaar, misschien nog olieverfbij.

De geestelijke leeftijd van de aankomend kunstenaars ligt tussen vijf en tien jaar. Ze zijn uiteraard trage leerlingen, daarbij is er maar ruimte voor drie keer drie uur les per week. Nieuwe technieken moeten ze al doende onder de knie krijgen, het onderwijs wordt eenvoudig gehouden. Kuiper: ,,Met sommigen kun je over zaken als compositie praten, maar voor de meesten is dat te abstract.”

Sommigen kunnen niet praten, een enkeling kan schrijven. Toch is de tentoonstelling geen moment meelijwekkend. Wel een keer aandoenlijk, vooral bij de titel van een felgroen werk van Marian den Heijer: Moderne Kunzt.


2 ‘Moderne Kunzt’ van Marian de Heijer

Eén kwelling komt bij de geestelijk gehandicapten bijna niet voor: faalangst. Kuiper: ,,Bij ‘gewone’ kunstenaars zie je vaak dat ze niet weten wat ze nu weer moeten maken en als ze daar dan achter zijn, dat ze niet weten hoe ze moeten beginnen. Die zijn bang voor het lege vel.” Deze horror vacui is de Craeyenburchers vreemd. ,,Hun inspiratie halen ze uit dingen die ze meemaken, die ze hebben gezien bij uitstapjes of uit boeken die we hier op het atelier hebben liggen. Soms moet ik veel met ze praten, suggesties doen, maar ze beginnen uiteindelijk altijd zonder terughoudendheid.”

,,Voor sommigen is het de enige manier van communiceren die ze hebben”, zegt Kuiper. Dat het Craeyenburchse project hier uitkomst biedt, is duidelijk te zien. De werken in Het Prinsenhof zijn fris, recht voor zijn raap en bovenal: uitgesproken.

De tentoonstelling ‘Binnenste Buiten’ in Stedelijk Museum Het Prinsenhof duurt nog tot 2 januari. Andere tentoonstellingen zijn tot eind volgende week te bezoeken in de Synagoge, de Vrije Academie en het Bestuurskantoor te Delft, in het gemeentehuis van Nootdorp en het hoofdgebouw van de stichting Craeyenburch in diezelfde plaats, en in het Parochiehuis van Pijnacker.

Kleurrijk

Het kleurgebruik en het lijnenspel doen sterk denken aan Corneille en anderen van de COBRA-school. Een argeloze bezoeker van Stedelijk Museum Het Prinsenhof zou dan ook zonder meer ‘misleid’ kunnen worden door de kleurrijke schilderijen van Paulus de Groot, Marian den Heijer en hun collega’s. In werkelijkheid bezocht geen van hen een academie.

Stichting Craeyenburch, net buiten Nootdorp, is een woongemeenschap voor mensen met een verstandelijke handicap. Er huizen er nu zo’n 480. Het kleine dorp stelt zich ten doel het leven van haar bewoners zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de ‘gewone’ samenleving. Integratie dus, een sleutelwoord bij de viering van het 25-jarig bestaan van de Stichting.


1 Paulus de Groot: ‘Engel’

Verstandelijk gehandicapt is een rekbaar begrip in Craeyenburch. Het gaat niet alleen om mensen met het syndroom van Down, maar ook om diegenen die met een geestelijke afwijking geboren zijn of mensen die een ongeluk hebben gehad waarbij hun hersens beschadigd zijn. Ze variëren in leeftijd van twintig tot tachtig jaar.

In de toekomst wil Craeyenburch de toegangspoorten tot haar terrein opengooien voor ‘gewone mensen’, en haar eigen bewoners laten opnemen in de maatschappij. Het besloten karakter moet er vanaf. Daarom treedt Craeyenburch naar buiten met een serie tentoonstellingen van kunstwerken gemaakt door bewoners. Het zijn de resultaten van een project dat nu vier jaar loopt, waarbij een aantal bewoners is opgeleid tot beeldend kunstenaar. In het Prinsenhof is een van de tentoonstellingen te bezichtigen: Binnenste Buiten.

Beeldend kunstenares Hanneke Kuiper begeleidt de groep artiesten op Craeyenburch. ,,We zijn nu vier jaar bezig, met weinig middelen, maar iedereen is positief over de resultaten.” Niet in de laatste plaats de deelnemers. ,,Hier op Craeyenburch leven we meestal in groepen. Er wordt met circa twintig man gewerkt, gegeten en ontspannen. In de kunstlessen zijn de groepen kleiner: ongeveer acht mensen. Daardoor kan ik ze individueel aandacht geven.”
Abstract

De verschillen onderling zijn groot. Ieder heeft zijn eigen persoonlijke werkwijze. ,,Er zijn erbij die op de automatische piloot werken. Die vinden de herhaling van de beweging prettig. Anderen zijn veel meer bezig met wat ze nu eigenlijk afbeelden.” De gebruikte materialen variëren van acryl- en aquarelverf tot inkt en potloden. Daar komt volgend jaar, na de positieve reacties van dit jaar, misschien nog olieverfbij.

De geestelijke leeftijd van de aankomend kunstenaars ligt tussen vijf en tien jaar. Ze zijn uiteraard trage leerlingen, daarbij is er maar ruimte voor drie keer drie uur les per week. Nieuwe technieken moeten ze al doende onder de knie krijgen, het onderwijs wordt eenvoudig gehouden. Kuiper: ,,Met sommigen kun je over zaken als compositie praten, maar voor de meesten is dat te abstract.”

Sommigen kunnen niet praten, een enkeling kan schrijven. Toch is de tentoonstelling geen moment meelijwekkend. Wel een keer aandoenlijk, vooral bij de titel van een felgroen werk van Marian den Heijer: Moderne Kunzt.


2 ‘Moderne Kunzt’ van Marian de Heijer

Eén kwelling komt bij de geestelijk gehandicapten bijna niet voor: faalangst. Kuiper: ,,Bij ‘gewone’ kunstenaars zie je vaak dat ze niet weten wat ze nu weer moeten maken en als ze daar dan achter zijn, dat ze niet weten hoe ze moeten beginnen. Die zijn bang voor het lege vel.” Deze horror vacui is de Craeyenburchers vreemd. ,,Hun inspiratie halen ze uit dingen die ze meemaken, die ze hebben gezien bij uitstapjes of uit boeken die we hier op het atelier hebben liggen. Soms moet ik veel met ze praten, suggesties doen, maar ze beginnen uiteindelijk altijd zonder terughoudendheid.”

,,Voor sommigen is het de enige manier van communiceren die ze hebben”, zegt Kuiper. Dat het Craeyenburchse project hier uitkomst biedt, is duidelijk te zien. De werken in Het Prinsenhof zijn fris, recht voor zijn raap en bovenal: uitgesproken.

De tentoonstelling ‘Binnenste Buiten’ in Stedelijk Museum Het Prinsenhof duurt nog tot 2 januari. Andere tentoonstellingen zijn tot eind volgende week te bezoeken in de Synagoge, de Vrije Academie en het Bestuurskantoor te Delft, in het gemeentehuis van Nootdorp en het hoofdgebouw van de stichting Craeyenburch in diezelfde plaats, en in het Parochiehuis van Pijnacker.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.