Het Delftsch Studenten Muziek Gezelschap Krashna Musika komt volgende week met een uitvoering van de Tweede Symfonie van Gustav Mahler. Een monsterproduktie want het orkest telt maar liefst 120 musici en het koor tweehonderd zangers.
Het geheel staat onder leiding van de dirigenten Daan Admiraal en Leo Rijkaart.
Gustav Mahler (1860-1911) heeft zich in Nederland altijd mogen verheugen over veel belangstelling. In het buitenland was dat wel anders, daar vond men zijn muziek te lang, te moeilijk en te bombastisch. Leonard Bernstein zei hierover: ,,De muziek van Mahler is simpelweg te dicht bij huis, raakt de mensen te diep in hun emoties en hun angst voor leven en dood.”
Deze maand is het honderd jaar geleden dat zijn Tweede Symfonie in première ging. Deze symfonie is niet alleen bijzonder door de grote bezetting, maar ook door de grote tempo-veranderingen en het contrast tussen hard en zacht. In het eerste en laatste deel komen de hardste passages voor die ooit zijn geschreven. En het begin van het koor in het vijfde deel is het zachtste begin van alle koormuziek.
Om dit stuk goed tot zijn recht te laten komen moet je het in een concertzaal beluisteren, want thuis staat de geluidsapparatuur al snel ofwel tè hard ofwel tè zacht afgesteld. De Maria Jessekerk, waar het di. 19 en wo. 20 december wordt uitgevoerd, biedt een uitstekende ambiance. (M.v.d.L)
Het Delftsch Studenten Muziek Gezelschap Krashna Musika komt volgende week met een uitvoering van de Tweede Symfonie van Gustav Mahler. Een monsterproduktie want het orkest telt maar liefst 120 musici en het koor tweehonderd zangers. Het geheel staat onder leiding van de dirigenten Daan Admiraal en Leo Rijkaart.
Gustav Mahler (1860-1911) heeft zich in Nederland altijd mogen verheugen over veel belangstelling. In het buitenland was dat wel anders, daar vond men zijn muziek te lang, te moeilijk en te bombastisch. Leonard Bernstein zei hierover: ,,De muziek van Mahler is simpelweg te dicht bij huis, raakt de mensen te diep in hun emoties en hun angst voor leven en dood.”
Deze maand is het honderd jaar geleden dat zijn Tweede Symfonie in première ging. Deze symfonie is niet alleen bijzonder door de grote bezetting, maar ook door de grote tempo-veranderingen en het contrast tussen hard en zacht. In het eerste en laatste deel komen de hardste passages voor die ooit zijn geschreven. En het begin van het koor in het vijfde deel is het zachtste begin van alle koormuziek.
Om dit stuk goed tot zijn recht te laten komen moet je het in een concertzaal beluisteren, want thuis staat de geluidsapparatuur al snel ofwel tè hard ofwel tè zacht afgesteld. De Maria Jessekerk, waar het di. 19 en wo. 20 december wordt uitgevoerd, biedt een uitstekende ambiance. (M.v.d.L)

Comments are closed.