‘Klachten schoonmakers hebben met cao te maken’

Sinds het schoonmaakwerk op de TU Delft is uitbesteed aan de bedrijven CSU Cleaning Services en Gom Schoonmaken zou de werkdruk zijn opgeschroefd tot een onaanvaardbaar niveau. Dit om de kosten te drukken. FNV Bondgenoten beschuldigde de schoonmaakbedrijven er zelfs van schoonmakers onder druk te hebben gezet om ongunstige arbeidscontracten te ondertekenen.

Na een intern onderzoek en gesprekken met CSU en Gom concludeerde directeur facilitair management en vastgoed Gerrit Kahlman in een brief aan de FNV, dat beide schoonmaakbedrijven ‘zich houden aan en handelen naar wat in de cao Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf is afgesproken.’ Volgens Kahlman kan de TU niet worden verweten de Europese aanbestedingsprocedure voor het schoonmaakwerk ondeskundig of met te weinig oog voor de belangen van het personeel te hebben afgehandeld. Wel zal er een evaluatie met de schoonmaakbedrijven plaatsvinden.

Via grote opdrachtgevers in de publieke sector als de TU Delft, probeert de FNV de schoonmaakbedrijven te dwingen om hun personeel beter te behandelen. De ondernemingsraad toonde vorige week begrip voor de reactie van de TU. “Kahlman heeft de situatie uitgelegd. Hij veel kritiek kunnen weerleggen”, zei voorzitter Arie Romein van de or-commissie veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu. “De meeste problemen hebben te maken met de cao in de schoonmaakbranche.” Romein sprak de hoop uit dat de TU de ‘financiële ruimte kan vinden’ om de werkomstandigheden van de schoonmakers te verlichten. “De kwaliteit van het schoonmaakwerk is natuurlijk wel belangrijk.”

Bij de or bestaat de indruk dat de universiteit met de situatie in haar maag zit. De TU Delft zou wel extra geld willen uittrekken voor het schoonmaakwerk, maar het morrelen aan gemaakte afspraken is mogelijk in strijd met het Europese aanbestedingsrecht.

Ondertussen heeft de zaak ook de aandacht getrokken van het wetenschappelijke personeel. In een brief aan Kahlman dringt universitair hoofddocent Dirk Snelders (IO) aan op een helder verhaal over de verantwoordelijkheid van de TU Delft. “Ik begrijp dat de schoonmaakploeg niet van de TU is, maar dat ontslaat ons nog niet van de verplichting om fatsoenlijk om te gaan met mensen die de TU schoonmaken.” Snelders schrijft ook dat ‘veel docenten en onderzoekers op de TU werken in plaats van het bedrijfsleven, omdat ze graag onderdeel zijn van een samenleving die andere waarden vertegenwoordigt dan duimschroeven aandraaien en geldgraaien.’ Onderwijs en onderzoek zijn volgens Snelders ‘secure werkzaamheden, een soort monnikenwerk waarin het niet altijd kan gaan om kosteneffectiviteit. Het is naar om dat werk te moeten doen temidden van mensen die niet gemotiveerd en blij zijn op het werk.’

Sinds het schoonmaakwerk op de TU Delft is uitbesteed aan de bedrijven CSU Cleaning Services en Gom Schoonmaken zou de werkdruk zijn opgeschroefd tot een onaanvaardbaar niveau. Dit om de kosten te drukken. FNV Bondgenoten beschuldigde de schoonmaakbedrijven er zelfs van schoonmakers onder druk te hebben gezet om ongunstige arbeidscontracten te ondertekenen.

Na een intern onderzoek en gesprekken met CSU en Gom concludeerde directeur facilitair management en vastgoed Gerrit Kahlman in een brief aan de FNV, dat beide schoonmaakbedrijven ‘zich houden aan en handelen naar wat in de cao Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf is afgesproken.’ Volgens Kahlman kan de TU niet worden verweten de Europese aanbestedingsprocedure voor het schoonmaakwerk ondeskundig of met te weinig oog voor de belangen van het personeel te hebben afgehandeld. Wel zal er een evaluatie met de schoonmaakbedrijven plaatsvinden.

Via grote opdrachtgevers in de publieke sector als de TU Delft, probeert de FNV de schoonmaakbedrijven te dwingen om hun personeel beter te behandelen. De ondernemingsraad toonde vorige week begrip voor de reactie van de TU. “Kahlman heeft de situatie uitgelegd. Hij veel kritiek kunnen weerleggen”, zei voorzitter Arie Romein van de or-commissie veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu. “De meeste problemen hebben te maken met de cao in de schoonmaakbranche.” Romein sprak de hoop uit dat de TU de ‘financiële ruimte kan vinden’ om de werkomstandigheden van de schoonmakers te verlichten. “De kwaliteit van het schoonmaakwerk is natuurlijk wel belangrijk.”

Bij de or bestaat de indruk dat de universiteit met de situatie in haar maag zit. De TU Delft zou wel extra geld willen uittrekken voor het schoonmaakwerk, maar het morrelen aan gemaakte afspraken is mogelijk in strijd met het Europese aanbestedingsrecht.

Ondertussen heeft de zaak ook de aandacht getrokken van het wetenschappelijke personeel. In een brief aan Kahlman dringt universitair hoofddocent Dirk Snelders (IO) aan op een helder verhaal over de verantwoordelijkheid van de TU Delft. “Ik begrijp dat de schoonmaakploeg niet van de TU is, maar dat ontslaat ons nog niet van de verplichting om fatsoenlijk om te gaan met mensen die de TU schoonmaken.” Snelders schrijft ook dat ‘veel docenten en onderzoekers op de TU werken in plaats van het bedrijfsleven, omdat ze graag onderdeel zijn van een samenleving die andere waarden vertegenwoordigt dan duimschroeven aandraaien en geldgraaien.’ Onderwijs en onderzoek zijn volgens Snelders ‘secure werkzaamheden, een soort monnikenwerk waarin het niet altijd kan gaan om kosteneffectiviteit. Het is naar om dat werk te moeten doen temidden van mensen die niet gemotiveerd en blij zijn op het werk.’