Education

IRI gereed voor eeuwsprong

Terwijl op de meeste beheerseenheden er alleen over het millennium-probleem wordt gepraat, is het IRI al klaar voor 2000. Met de aanpak van het millenniumprobleem is het IRI er vroeg bij. In 1997 zijn Dick van Linge en Tim Delorme begonnen met de inventarisatie van de risico’s.

Zij zijn respectievelijk hoofd bedrijfsvoering en medewerker ontwikkeling bij de Hoger Onderwijs Reactor (HOR).

Volgens de directeur, prof.dr.ir. A.H.M. Verkooijen, had de kernfysische dienst van het ministerie van Sociale Zaken het IRI in een vroeg stadium geattendeerd op de millenniumproblematiek. ,,Het was natuurlijk al langer bekend dat deze datum voor problemen kon zorgen. Het krijgt nu méér bekendheid omdat 1 januari 2000 heel dichtbij komt.”
Simulatie

Van Linge en Delorme zijn begonnen met alle systemen, die direct of indirect met de HOR te maken hebben, door te lichten. Dat betrof de hulpsystemen, de stralingsbescherming- en beveiligingssystemen.

Het IRI heeft een deel van de systemen zelf gebouwd en dat maakte de inventarisatie makkelijker. De zelf vervaardigde systemen zijn door het IRI getest met simulaties. Delorme: ,,Wij konden testopstellingen maken omdat wij alle beschrijvingen en tekeningen zelf in huis hadden.”

Systemen aangeleverd door derden, kon het IRI niet onderzoeken door middel van simulaties. De leveranciers daarvan zijn benaderd en aan hen is de vraag voorgelegd: is jullie product wel of niet millenniumproof? De meesten hebben een certificaat afgegeven waarin ze verklaren dat op 1 januari 2000 hun product niet voor problemen gaat zorgen. Behalve één van hen. Verkooijen: ,,Die heeft het toegangscontrolesysteem geplaatst. Onderzoek wees uit dat op 1 januari 2000 niemand het gebouw meer in of uit kan. Het systeem is tien jaar oud en wij hebben besloten om dit het komende jaar te vervangen.”

Bij een groot deel van de apparatuur, waarmee de reactor wordt omringd, speelde de millenniumproblematiek overigens helemaal niet. De reden hiervoor is simpel: bij de HOR wordt nog veel gebruik gemaakt van analoge en niet van digitale systemen. Van Linge: ,,Dat geldt voor de beveiliging en voor een groot deel van de meet- en regelapparaten. Hierin zitten geen microprocessoren en daarom heb je evenmin een 2000- probleem.”

In juni 1998 heeft het IRI reeds de totale inventarisatie afgerond. Binnenkort moeten ze de resultaten voorleggen aan de kernfysische dienst. Van Linge: ,,Deze dienst controleert onze bevindingen en de beslissingen die wij hebben genomen. De HOR staat onder een extra scherpe controle van de overheid, net als de andere plaatsen waar met kernenergie wordt gewerkt.”
Onverwacht

Terugkijkend lijken de millenniumproblemen bij het IRI erg mee te vallen. Verkooijen: ,,Alleen de pc’s op onze bureaus zijn nog niet onder handen genomen. Hiermee wachten wij, net als de rest van de TU, op de adviezen van de millenniumcommissie. Misschien komen we daar nog voor rare zaken te staan.”

Verkooijen beaamt dat het millenniumrisico achteraf niet groot was. Aan de andere kant had dat ene risico-object, dat zij hebben gevonden, voor veel problemen kunnen zorgen. ,,Wat kan je doen als plotseling niemand meer een gebouw kan verlaten of binnenkomen? Door zo’n onverwachte situatie worden wij liever niet overvallen.”

Met de aanpak van het millenniumprobleem is het IRI er vroeg bij. In 1997 zijn Dick van Linge en Tim Delorme begonnen met de inventarisatie van de risico’s. Zij zijn respectievelijk hoofd bedrijfsvoering en medewerker ontwikkeling bij de Hoger Onderwijs Reactor (HOR).

Volgens de directeur, prof.dr.ir. A.H.M. Verkooijen, had de kernfysische dienst van het ministerie van Sociale Zaken het IRI in een vroeg stadium geattendeerd op de millenniumproblematiek. ,,Het was natuurlijk al langer bekend dat deze datum voor problemen kon zorgen. Het krijgt nu méér bekendheid omdat 1 januari 2000 heel dichtbij komt.”
Simulatie

Van Linge en Delorme zijn begonnen met alle systemen, die direct of indirect met de HOR te maken hebben, door te lichten. Dat betrof de hulpsystemen, de stralingsbescherming- en beveiligingssystemen.

Het IRI heeft een deel van de systemen zelf gebouwd en dat maakte de inventarisatie makkelijker. De zelf vervaardigde systemen zijn door het IRI getest met simulaties. Delorme: ,,Wij konden testopstellingen maken omdat wij alle beschrijvingen en tekeningen zelf in huis hadden.”

Systemen aangeleverd door derden, kon het IRI niet onderzoeken door middel van simulaties. De leveranciers daarvan zijn benaderd en aan hen is de vraag voorgelegd: is jullie product wel of niet millenniumproof? De meesten hebben een certificaat afgegeven waarin ze verklaren dat op 1 januari 2000 hun product niet voor problemen gaat zorgen. Behalve één van hen. Verkooijen: ,,Die heeft het toegangscontrolesysteem geplaatst. Onderzoek wees uit dat op 1 januari 2000 niemand het gebouw meer in of uit kan. Het systeem is tien jaar oud en wij hebben besloten om dit het komende jaar te vervangen.”

Bij een groot deel van de apparatuur, waarmee de reactor wordt omringd, speelde de millenniumproblematiek overigens helemaal niet. De reden hiervoor is simpel: bij de HOR wordt nog veel gebruik gemaakt van analoge en niet van digitale systemen. Van Linge: ,,Dat geldt voor de beveiliging en voor een groot deel van de meet- en regelapparaten. Hierin zitten geen microprocessoren en daarom heb je evenmin een 2000- probleem.”

In juni 1998 heeft het IRI reeds de totale inventarisatie afgerond. Binnenkort moeten ze de resultaten voorleggen aan de kernfysische dienst. Van Linge: ,,Deze dienst controleert onze bevindingen en de beslissingen die wij hebben genomen. De HOR staat onder een extra scherpe controle van de overheid, net als de andere plaatsen waar met kernenergie wordt gewerkt.”
Onverwacht

Terugkijkend lijken de millenniumproblemen bij het IRI erg mee te vallen. Verkooijen: ,,Alleen de pc’s op onze bureaus zijn nog niet onder handen genomen. Hiermee wachten wij, net als de rest van de TU, op de adviezen van de millenniumcommissie. Misschien komen we daar nog voor rare zaken te staan.”

Verkooijen beaamt dat het millenniumrisico achteraf niet groot was. Aan de andere kant had dat ene risico-object, dat zij hebben gevonden, voor veel problemen kunnen zorgen. ,,Wat kan je doen als plotseling niemand meer een gebouw kan verlaten of binnenkomen? Door zo’n onverwachte situatie worden wij liever niet overvallen.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.