Education

‘Ik ben een Star Trek-groupie’

Veel mensen die wel eens hebben onderhandeld, over de prijs van een huis of over de hoogte van een salaris, zullen het gevoel herkennen dat er meer in had gezeten.

Als ze maar meer grip hadden gehad op de onderhandelingen. De nieuwe hoogleraar mens-machine-interactie prof.dr. Catholijn Jonker ontwikkelt een onderhandelaar op zakformaat, die dat mogelijk moet maken.

U bent sinds ruim een half jaar hoogleraar mens-machine-interactie. Is echte interactie tussen mens een machine wel mogelijk?

“Als de definitie van interactie is, dat je de ander kunt beïnvloeden door je eigen handelen, dan zeker. Je interacteert al met een tekstverwerkingsprogramma. Dat geef je bepaalde commando’s, waarop dat ding reageert. Zo verandert het de toestand van de wereld. Wat ervoor zorgt dat jij weer andere handelingen gaat verrichten.”

Uw ‘pocket negotiator’ moet onderhandelingen vrij maken van emotie. Over wat voor onderhandelingen hebben we het dan?

“Dat kan over van alles gaan: van wereldwijde klimaatonderhandelingen, tot de prijs van een huis, arbeidsvoorwaarden of de taakverdeling in een huishouden.”

De sofware die u ontwikkelt, moet op de mobiele telefoon mee te nemen zijn, vandaar de naam ‘pocket negotiator’. Zo kun je overal hulp krijgen bij het onderhandelen. Maakt dat het leven echt gemakkelijker?

“Niet gemakkelijker, wel beter. Je bent evenveel tijd kwijt aan onderhandelingen, maar je zet die tijd op een effectievere manier in. Mensen schieten vaak direct in de onderhandeling, zonder eerst hun huiswerk te doen.”

Huiswerk?

“Het beantwoorden van vragen als: wat zijn je belangen en wat je alternatieven? En hoe zit dat met de andere partij? Neem het voorbeeld van de taakverdeling in het huishouden. Verdelen we het per klus of per week? Wat zijn mijn voorkeuren en wat zijn die van de ander? Wat wil je niet toegeven en waar zit de rek? En welk belang hecht je aan de relatie? Je kunt wel het onderste uit de kan willen halen, maar is het dat wel waard? De software kan al deze zaken meewegen door je er bewust van te maken dat ze spelen. Als je alle aspecten in kaart hebt gebracht, krijg je een beeld van de onderhandelingsruimte en mogelijkheden voor het maken van een deal. De computer kan je een advies geven voor een bod, dat beide partijen happy maakt. Hoe belangrijk is dat niet in de dagelijkse sfeer?”

Emotie speelt wel degelijk een rol in onderhandelingen. Kan de computer snappen dat iemand gevoelsmatig iets wil dat objectief gezien niet handig is?

“De computer snapt er niks van. Hij zal ook emoties rationeel behandelen. Hij kan ordening scheppen en overzicht houden. Dat kan een mens moeilijker. In proeven zien we dat mensen er samen niet de ideale deal uit halen.”

Kunnen computers net zo slim worden als mensen?

“Ik probeer een synergie te maken tussen mens en machine. Wat kunnen wij niet zo goed, maar willen we wel? In sommige opzichten is een computer slimmer, in andere niet. Een computer kan meer berekeningen per seconde maken, maar hij kan niet zien of de tegenpartij het bij de onderhandelingen een beetje naar zijn zin heeft. Een computer kan wel leren. Het is niet gek als we ze op den duur de tijd te geven om zich te ontwikkelen. Een mens doet er immers ook jaren over om een goed wereldbeeld op te bouwen.”

Dan bouw je een mens na.

“Het namaken van menselijke intelligentie is voor mij geen drijfveer. De beste manier om dat te doen, is om een kind op de wereld te zetten. Het is wel zinvol om kennis over menselijke intelligentie in computers te stoppen. Hoe verstaan mensen bijvoorbeeld taal? Dat moeten we snappen om het computers te kunnen leren.”

Computers die voor ons denken. Moeten we bang zijn dat machines straks de wereld overnemen? Dat wij mensen allemaal worden geassimileerd?

“Ik ben een Star Trek-groupie. Het is toch een soort andere wereld waarvan je voor mogelijk houdt dat die ooit zal bestaan. Zal de mens ooit de ruimte kiezen? Een interessante vraag. Het lijkt me heerlijk om tegen een computer te praten die precies begrijpt wat je bedoelt. Het duurt nog minstens vijftig jaar voordat we zover zijn. Ik denk niet dat we dan geassimileerd worden. Aan de andere kant: mensen zijn heus zo onnozel om beslissingen over te laten aan individuen die geen goede bedoelingen hebben. Dus waarom niet aan machines, die misschien niet zo slim zijn of zo goed uitgeprogrammeerd als wij dachten? Wat mij ontzettend verontrust is de kwaliteit van software. Kijk eens hoe vaak een computer nog crasht. Van auto’s zouden we dat niet accepteren.”

Toch vertrouwen we software.

“Hoe vaak gebeurt het je niet dat je ergens aan de balie staat met een vraag en dat iemand zegt: ‘Dit kan niet volgens de computer, dus ik kan niets voor u doen.’ Pardon? Het moet wel een hulpapparaat zijn.”

Hoe weet u dat u software ontwerpt, die niet misbruikt kan worden?

“Technologie kan altijd worden misbruikt. Met een hamer kun je ook iemand de hersens inslaan. We moeten goed uitzoeken of het systeem dat we ontwerpen precies is wat we willen en of het geen dingen doet die tegen onze belangen ingaan.”

In uw vrije tijd doet u ook onderzoek, naar het gedrag van honden. Er ligt er ook eentje hier op uw kamer. Waarom?

“Dat komt voort uit mijn belangstelling voor dat dier. Ik zie een hond als een soort alien intelligence. Voor ons is het erg lastig om buiten de menselijke kaders te denken. Deze hond dwingt mij om me in zijn schoenen te verplaatsen. Op de lange termijn wil ik een goed model maken van hoe honden leren, interacteren en communiceren. Dat kan ik gebruiken in mijn werk, want het vermogen om je in te leven in een ander is ontzettend belangrijk bij het maken van een goede user interface. Zeker ict’ers hebben er een handje van om te denken ‘ik zou het zo doen, dus een ander ook’. Maar alfa’s en bèta’s zijn bijna een andere soort.”

Er zijn bar weinig vrouwelijke hoogleraren in Nederland. Ook de TU Delft wil er meer. Hoe kan de universiteit die binnenhalen?

“Ik weet niet hoe je iets aan de rolverdeling in Nederland kunt doen, ik ben geen sociale wetenschapper. Er lopen hier nauwelijks vrouwen rond, maar degene die er zijn, zijn wel goed. Al zeggen ze dat zelf niet snel. Ik vind dat ook altijd erg lastig. Vrouwen zijn eerder vals bescheiden. De TU moet zich dat realiseren. Promovenda’s zijn er nog wel. Het gaat mis daarna, met de stap naar universitair docent. Het is moeilijk om kinderen en carrière te combineren. Ik vind het knap als vrouwen dat kunnen.”

Op een curriculum vitae zie je de opvoeding van kinderen niet terug.

“Het is niet fair om het cv van een werkende moeder zonder compensatie naast dat van iemand zonder kinderen te leggen. Als iemand naast zijn baan kinderen heeft opgevoed, is haar cv misschien een derde korter. Maar je kunt niet zeggen dat die vrouw het vermogen mist om nieuw onderzoek te publiceren. Ze heeft nog steeds een fantastisch cv. Alleen één die overeenkomt met veertig uur werk per week en niet met zestig uur. Maar het gaat niet alleen om het aantal publicaties, het gaat vooral om het vermogen om onderzoek vlot te trekken en ideeën neer te leggen. Bovendien zijn vrouwen betere managers. Wat dat betreft heeft de vrouwelijke hoogleraar de toekomst, want de managementtaak neemt alleen maar toe.”
WIE IS CATHOLIJN JONKER?

Catholijn Jonker (39) studeerde informatica aan de Universiteit Utrecht en promoveerde daar ook. Via de Vrije Universiteit en de Radboud Universiteit kwam zij in Delft terecht. “Ze kwamen me halen. Het onderzoek dat ik doe is hetzelfde, maar ik heb nu meer tijd voor onderzoek. Ik was in Nijmegen bijna alleen maar bezig met de opbouw en het in stand houden van de opleiding kunstmatige intelligentie. Het onderzoek moest uit de kleine uurtjes komen. De groep waar ik nu zit, draagt alleen maar bij aan een opleiding en is niet verantwoordelijk voor een hele opleiding. Nu zijn onderwijs, onderzoek en management veel meer in evenwicht.”

Jonker vindt het moeilijk een vergelijking te maken tussen de universiteiten waar ze werkte. “Je positie verandert in de loop der jaren. Een promovendus ziet veel minder van een universiteit dan een hoogleraar.” Bovendien is Jonker nog bezig met het ontdekken van de TU. “De eerste twee jaar als hoogleraar word je geleefd. De eerste maanden ga je kapot naar bed van alle nieuwe indrukken, gezichten en namen.”

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

U bent sinds ruim een half jaar hoogleraar mens-machine-interactie. Is echte interactie tussen mens een machine wel mogelijk?

“Als de definitie van interactie is, dat je de ander kunt beïnvloeden door je eigen handelen, dan zeker. Je interacteert al met een tekstverwerkingsprogramma. Dat geef je bepaalde commando’s, waarop dat ding reageert. Zo verandert het de toestand van de wereld. Wat ervoor zorgt dat jij weer andere handelingen gaat verrichten.”

Uw ‘pocket negotiator’ moet onderhandelingen vrij maken van emotie. Over wat voor onderhandelingen hebben we het dan?

“Dat kan over van alles gaan: van wereldwijde klimaatonderhandelingen, tot de prijs van een huis, arbeidsvoorwaarden of de taakverdeling in een huishouden.”

De sofware die u ontwikkelt, moet op de mobiele telefoon mee te nemen zijn, vandaar de naam ‘pocket negotiator’. Zo kun je overal hulp krijgen bij het onderhandelen. Maakt dat het leven echt gemakkelijker?

“Niet gemakkelijker, wel beter. Je bent evenveel tijd kwijt aan onderhandelingen, maar je zet die tijd op een effectievere manier in. Mensen schieten vaak direct in de onderhandeling, zonder eerst hun huiswerk te doen.”

Huiswerk?

“Het beantwoorden van vragen als: wat zijn je belangen en wat je alternatieven? En hoe zit dat met de andere partij? Neem het voorbeeld van de taakverdeling in het huishouden. Verdelen we het per klus of per week? Wat zijn mijn voorkeuren en wat zijn die van de ander? Wat wil je niet toegeven en waar zit de rek? En welk belang hecht je aan de relatie? Je kunt wel het onderste uit de kan willen halen, maar is het dat wel waard? De software kan al deze zaken meewegen door je er bewust van te maken dat ze spelen. Als je alle aspecten in kaart hebt gebracht, krijg je een beeld van de onderhandelingsruimte en mogelijkheden voor het maken van een deal. De computer kan je een advies geven voor een bod, dat beide partijen happy maakt. Hoe belangrijk is dat niet in de dagelijkse sfeer?”

Emotie speelt wel degelijk een rol in onderhandelingen. Kan de computer snappen dat iemand gevoelsmatig iets wil dat objectief gezien niet handig is?

“De computer snapt er niks van. Hij zal ook emoties rationeel behandelen. Hij kan ordening scheppen en overzicht houden. Dat kan een mens moeilijker. In proeven zien we dat mensen er samen niet de ideale deal uit halen.”

Kunnen computers net zo slim worden als mensen?

“Ik probeer een synergie te maken tussen mens en machine. Wat kunnen wij niet zo goed, maar willen we wel? In sommige opzichten is een computer slimmer, in andere niet. Een computer kan meer berekeningen per seconde maken, maar hij kan niet zien of de tegenpartij het bij de onderhandelingen een beetje naar zijn zin heeft. Een computer kan wel leren. Het is niet gek als we ze op den duur de tijd te geven om zich te ontwikkelen. Een mens doet er immers ook jaren over om een goed wereldbeeld op te bouwen.”

Dan bouw je een mens na.

“Het namaken van menselijke intelligentie is voor mij geen drijfveer. De beste manier om dat te doen, is om een kind op de wereld te zetten. Het is wel zinvol om kennis over menselijke intelligentie in computers te stoppen. Hoe verstaan mensen bijvoorbeeld taal? Dat moeten we snappen om het computers te kunnen leren.”

Computers die voor ons denken. Moeten we bang zijn dat machines straks de wereld overnemen? Dat wij mensen allemaal worden geassimileerd?

“Ik ben een Star Trek-groupie. Het is toch een soort andere wereld waarvan je voor mogelijk houdt dat die ooit zal bestaan. Zal de mens ooit de ruimte kiezen? Een interessante vraag. Het lijkt me heerlijk om tegen een computer te praten die precies begrijpt wat je bedoelt. Het duurt nog minstens vijftig jaar voordat we zover zijn. Ik denk niet dat we dan geassimileerd worden. Aan de andere kant: mensen zijn heus zo onnozel om beslissingen over te laten aan individuen die geen goede bedoelingen hebben. Dus waarom niet aan machines, die misschien niet zo slim zijn of zo goed uitgeprogrammeerd als wij dachten? Wat mij ontzettend verontrust is de kwaliteit van software. Kijk eens hoe vaak een computer nog crasht. Van auto’s zouden we dat niet accepteren.”

Toch vertrouwen we software.

“Hoe vaak gebeurt het je niet dat je ergens aan de balie staat met een vraag en dat iemand zegt: ‘Dit kan niet volgens de computer, dus ik kan niets voor u doen.’ Pardon? Het moet wel een hulpapparaat zijn.”

Hoe weet u dat u software ontwerpt, die niet misbruikt kan worden?

“Technologie kan altijd worden misbruikt. Met een hamer kun je ook iemand de hersens inslaan. We moeten goed uitzoeken of het systeem dat we ontwerpen precies is wat we willen en of het geen dingen doet die tegen onze belangen ingaan.”

In uw vrije tijd doet u ook onderzoek, naar het gedrag van honden. Er ligt er ook eentje hier op uw kamer. Waarom?

“Dat komt voort uit mijn belangstelling voor dat dier. Ik zie een hond als een soort alien intelligence. Voor ons is het erg lastig om buiten de menselijke kaders te denken. Deze hond dwingt mij om me in zijn schoenen te verplaatsen. Op de lange termijn wil ik een goed model maken van hoe honden leren, interacteren en communiceren. Dat kan ik gebruiken in mijn werk, want het vermogen om je in te leven in een ander is ontzettend belangrijk bij het maken van een goede user interface. Zeker ict’ers hebben er een handje van om te denken ‘ik zou het zo doen, dus een ander ook’. Maar alfa’s en bèta’s zijn bijna een andere soort.”

Er zijn bar weinig vrouwelijke hoogleraren in Nederland. Ook de TU Delft wil er meer. Hoe kan de universiteit die binnenhalen?

“Ik weet niet hoe je iets aan de rolverdeling in Nederland kunt doen, ik ben geen sociale wetenschapper. Er lopen hier nauwelijks vrouwen rond, maar degene die er zijn, zijn wel goed. Al zeggen ze dat zelf niet snel. Ik vind dat ook altijd erg lastig. Vrouwen zijn eerder vals bescheiden. De TU moet zich dat realiseren. Promovenda’s zijn er nog wel. Het gaat mis daarna, met de stap naar universitair docent. Het is moeilijk om kinderen en carrière te combineren. Ik vind het knap als vrouwen dat kunnen.”

Op een curriculum vitae zie je de opvoeding van kinderen niet terug.

“Het is niet fair om het cv van een werkende moeder zonder compensatie naast dat van iemand zonder kinderen te leggen. Als iemand naast zijn baan kinderen heeft opgevoed, is haar cv misschien een derde korter. Maar je kunt niet zeggen dat die vrouw het vermogen mist om nieuw onderzoek te publiceren. Ze heeft nog steeds een fantastisch cv. Alleen één die overeenkomt met veertig uur werk per week en niet met zestig uur. Maar het gaat niet alleen om het aantal publicaties, het gaat vooral om het vermogen om onderzoek vlot te trekken en ideeën neer te leggen. Bovendien zijn vrouwen betere managers. Wat dat betreft heeft de vrouwelijke hoogleraar de toekomst, want de managementtaak neemt alleen maar toe.”
WIE IS CATHOLIJN JONKER?

Catholijn Jonker (39) studeerde informatica aan de Universiteit Utrecht en promoveerde daar ook. Via de Vrije Universiteit en de Radboud Universiteit kwam zij in Delft terecht. “Ze kwamen me halen. Het onderzoek dat ik doe is hetzelfde, maar ik heb nu meer tijd voor onderzoek. Ik was in Nijmegen bijna alleen maar bezig met de opbouw en het in stand houden van de opleiding kunstmatige intelligentie. Het onderzoek moest uit de kleine uurtjes komen. De groep waar ik nu zit, draagt alleen maar bij aan een opleiding en is niet verantwoordelijk voor een hele opleiding. Nu zijn onderwijs, onderzoek en management veel meer in evenwicht.”

Jonker vindt het moeilijk een vergelijking te maken tussen de universiteiten waar ze werkte. “Je positie verandert in de loop der jaren. Een promovendus ziet veel minder van een universiteit dan een hoogleraar.” Bovendien is Jonker nog bezig met het ontdekken van de TU. “De eerste twee jaar als hoogleraar word je geleefd. De eerste maanden ga je kapot naar bed van alle nieuwe indrukken, gezichten en namen.”

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.