Het volgende kabinet zal volgens minister Ritzen niet bezuinigen op het hoger onderwijs. De belofte dat het budget voor de universiteiten en hogescholen tien jaar lang in stand blijft ,,zal zeker door het volgende kabinet worden overgenomen”.
Ritzen zei dit vorige week vrijdag in een toelichting op de begroting.
De minister gaf geen nadere argumenten voor zijn garantie. Wel zei hij ,,dat er altijd bepaalde afspraken zijn die door een nieuw kabinet worden overgenomen”. Volgens een woordvoerder bedoelt de minister dat als de Tweede Kamer instemt met het plan, de kans erg klein is dat daar vervolgens weer op wordt teruggekomen.
Een dag later zei staatssecretaris Nuis dat het zittende kabinet van mening is ,,dat je wel van heel goede huize moet komen om nieuwe bezuinigingen op het hoger onderwijs te kunnen beargumenteren”. Voor het kabinet is duidelijk dat de grens is bereikt, aldus Nuis. Daar zal niets meer aan veranderen. ,,Sinds dit voorjaar liggen de kaarten echt op tafel. Iedereen weet dat.”
Het hoger onderwijs behoudt tien jaar lang het budget dat in de op Prinsjesdag ingediende begroting staat. De verdeling van dat budget over de universiteiten en hogescholen kan echter wel veranderen. De wijze waarop dit gebeurt, moet nog worden uitgewerkt. Wel staat reeds vast dat het aantal diploma’s dat een instelling aflevert daarin de belangrijkste rol speelt. Verder wordt de overheidssubsidie per universiteit en hogeschool minder snel verlaagd of verhoogd wanneer het aantal studenten af- of toeneemt. ,,Dergelijke bewegingen dempen we af”, aldus Nuis. ,,Maar als zij aanhouden, wordt de bekostiging aangepast.”
Volgens staatssecretaris Nuis vormt de bestaande verdeling van het totale budget voor het hoger onderwijs het uitgangspunt voor het nieuw systeem. ,,In grote lijnen is het zo dat een opleiding vervolgens wordt gekort als het rendement er daalt.”
De begroting zelf bevat verder weinig nieuws. In januari werd de bezuiniging van 1,5 miljard gulden uit het regeerakkoord definitief ingevuld. Voor de universiteiten en hogescholen kwam dit vooral neer op een verlaging en uitstel van de bezuiniging die oorspronkelijk 500 miljoen gulden bedroeg. Het gaat nu nog om 200 miljoen gulden. Voor de studenten stijgt het collegegeld met 500 gulden. Bovendien wil minister Ritzen volgend jaar alsnog de prestatiebeurs invoeren. Inmiddels is duidelijk dat de vwo-ers en mbo-ers, die nog maar drie jaar in het hbo mogen studeren, een bezuiniging van 100 miljoen op de studiefinanciering opbrengen. Dit bedrag maakt deel uit van de 1 miljard gulden die in totaal op de studiefinanciering wordt gekort.
Ook bevestigt de begroting de verwachting dat de universiteiten de gehele bezuiniging van 200 miljoen gulden op het hoger onderwijs moeten opbrengen. De Vereniging vanUniversiteiten (VSNU) noemt dit ,,onbegrijpelijk”. De universiteiten willen veertig procent van dat bedrag voor hun rekening nemen, wat overeenkomt met hun aandeel studenten. Volgens minister Ritzen is zijn keuze echter terecht.
De universiteiten kunnen volgens hem veel meer besparen omdat hun studenten een stuk langzamer studeren dan hbo-studenten, en omdat zij steeds minder studenten zullen krijgen. De hogescholen worden juist voller.
Ritzen wil de sponsoring van aio’s of oio’s aantrekkelijker maken. Ondernemingen die (een deel van) het salaris van een promovendus betalen, krijgen een korting van 4500 gulden op de loonheffing. Dit bedrag wordt uitbetaald aan de werkgever (een universiteit of NWO), die dit overmaakt aan de sponsor. (HOP/P.E.)
Het volgende kabinet zal volgens minister Ritzen niet bezuinigen op het hoger onderwijs. De belofte dat het budget voor de universiteiten en hogescholen tien jaar lang in stand blijft ,,zal zeker door het volgende kabinet worden overgenomen”. Ritzen zei dit vorige week vrijdag in een toelichting op de begroting.
De minister gaf geen nadere argumenten voor zijn garantie. Wel zei hij ,,dat er altijd bepaalde afspraken zijn die door een nieuw kabinet worden overgenomen”. Volgens een woordvoerder bedoelt de minister dat als de Tweede Kamer instemt met het plan, de kans erg klein is dat daar vervolgens weer op wordt teruggekomen.
Een dag later zei staatssecretaris Nuis dat het zittende kabinet van mening is ,,dat je wel van heel goede huize moet komen om nieuwe bezuinigingen op het hoger onderwijs te kunnen beargumenteren”. Voor het kabinet is duidelijk dat de grens is bereikt, aldus Nuis. Daar zal niets meer aan veranderen. ,,Sinds dit voorjaar liggen de kaarten echt op tafel. Iedereen weet dat.”
Het hoger onderwijs behoudt tien jaar lang het budget dat in de op Prinsjesdag ingediende begroting staat. De verdeling van dat budget over de universiteiten en hogescholen kan echter wel veranderen. De wijze waarop dit gebeurt, moet nog worden uitgewerkt. Wel staat reeds vast dat het aantal diploma’s dat een instelling aflevert daarin de belangrijkste rol speelt. Verder wordt de overheidssubsidie per universiteit en hogeschool minder snel verlaagd of verhoogd wanneer het aantal studenten af- of toeneemt. ,,Dergelijke bewegingen dempen we af”, aldus Nuis. ,,Maar als zij aanhouden, wordt de bekostiging aangepast.”
Volgens staatssecretaris Nuis vormt de bestaande verdeling van het totale budget voor het hoger onderwijs het uitgangspunt voor het nieuw systeem. ,,In grote lijnen is het zo dat een opleiding vervolgens wordt gekort als het rendement er daalt.”
De begroting zelf bevat verder weinig nieuws. In januari werd de bezuiniging van 1,5 miljard gulden uit het regeerakkoord definitief ingevuld. Voor de universiteiten en hogescholen kwam dit vooral neer op een verlaging en uitstel van de bezuiniging die oorspronkelijk 500 miljoen gulden bedroeg. Het gaat nu nog om 200 miljoen gulden. Voor de studenten stijgt het collegegeld met 500 gulden. Bovendien wil minister Ritzen volgend jaar alsnog de prestatiebeurs invoeren. Inmiddels is duidelijk dat de vwo-ers en mbo-ers, die nog maar drie jaar in het hbo mogen studeren, een bezuiniging van 100 miljoen op de studiefinanciering opbrengen. Dit bedrag maakt deel uit van de 1 miljard gulden die in totaal op de studiefinanciering wordt gekort.
Ook bevestigt de begroting de verwachting dat de universiteiten de gehele bezuiniging van 200 miljoen gulden op het hoger onderwijs moeten opbrengen. De Vereniging vanUniversiteiten (VSNU) noemt dit ,,onbegrijpelijk”. De universiteiten willen veertig procent van dat bedrag voor hun rekening nemen, wat overeenkomt met hun aandeel studenten. Volgens minister Ritzen is zijn keuze echter terecht.
De universiteiten kunnen volgens hem veel meer besparen omdat hun studenten een stuk langzamer studeren dan hbo-studenten, en omdat zij steeds minder studenten zullen krijgen. De hogescholen worden juist voller.
Ritzen wil de sponsoring van aio’s of oio’s aantrekkelijker maken. Ondernemingen die (een deel van) het salaris van een promovendus betalen, krijgen een korting van 4500 gulden op de loonheffing. Dit bedrag wordt uitbetaald aan de werkgever (een universiteit of NWO), die dit overmaakt aan de sponsor. (HOP/P.E.)
Comments are closed.