In de Studium Generale-reeks ‘Beter dan God?’ hield de wiskundige prof.dr. Henk Barendregt onlangs in Mekelweg 10 de lezing ‘Wetenschap en religie’. Hij is verbonden aan de vakgroep Informatica van de Katholieke Universiteit Nijmegen en is aanhanger van het boeddhisme.
Van zijn voordracht hieronder een ingekorte weergave.
,,Tussen wetenschap en religie bestaat meestal een tegenstelling. In wetenschap gaat men beredenerend te werk en in religie gelooft men. Wetenschap en religie hebben ook verschillende doelstellingen. Ik heb het hierbij niet over een bepaalde religie, want als je de franje eraf haalt, richten de meeste religies zich op hetzelfde doel. Daarom is het jammer dat er zo veel wordt geruzied tussen aanhangers van verschillende geloven en zelfs oorlogen gevoerd worden. Dat is nooit de bedoeling geweest van de grondleggers van religies.
Het doel van wetenschap is het krijgen van inzicht in de verschijnselen om ons heen of binnenin ons. Inzicht is het terugbrengen van een groot aantal verschijnselen tot een kleiner aantal, zodat we voorspellingen kunnen doen over de verschijnselen en ten dele de wereld beheersen. Dat staat echter niet voorop. De drijfveer achter wetenschap is allereerst dat we inzicht willen hebben in de wereld.
Religie heeft een andere doelstelling dan wetenschap. Deze geeft een antwoord op de vraag wat onze houding is tegenover de verschijnselen. Er is namelijk het probleem dat het leven tijdelijk is. Toch doen we iedere dag alsof we niet beseffen dat we doodgaan. We staan er alleen bij stil als we een naaste in onze familie- of vriendenkring verliezen. Anderszins drukken we de gedachte aan de dood het liefst weg.
Onze tijdelijkheid is niet het enige probleem. We hebben ook te kampen met vrees en begeerte. Vrees: er komen dingen op ons af die we niet willen hebben. Begeerte: we willen graag dingen hebben waar we niet bij kunnen. Door vrees en begeerte ontstaat er agressie. Dat is een groot probleem. Daarom is er behoefte aan zingeving. We willen tevreden zijn en hebben gemoedsrust en liefde nodig.
Geruststelling
Wetenschap en religie zijn geen alternatief voor elkaar, maar vullen elkaar aan. In het denken over het universum is er echter een zekere overlap waarin ze elkaar bijten. In wetenschap en religie houdt men er vaak verschillende wereldbeelden op na. Mijn standpunt is dat wetenschap bij het denken over het universum het laatste woord heeft. Dat is bijvoorbeeld niet het standpunt van het Vaticaan.
Toen Galilei beweerde dat de aarde om de zon draait, kwam hij in aanvaring met de inquisitie. Het is pas zes jaar geleden dat het Vaticaan hem in ere heeft hersteld. Kort geleden vaardigde de paus een nieuwe encycliek uit. Hij schrijft daarin dat kerk en wetenschap los van elkaar staan. Als men in de wetenschap echter iets beweert dat tegen de leer van de kerk indruist, dan moet de kerk daarop kritisch reageren. De paus spreekt zich dus een beetje tegen.
Terwijl het Vaticaan van mening is dat de kerk het laatste woord heeft, vind ik dat de wetenschap het laatste woord heeft. Ik ben zo boud om dat te stellen, omdat er in de wetenschap een goede democratie heerst. Als veel wetenschappers een bepaalde theorie huldigen, maar er is één wetenschapper die het daarmee niet eens is, dan kan deze de theorie omverwerpen of verfijnen. In de katholieke kerk daarentegen worden besluiten van bovenaf opgelegd.
De functie van religie is niet alleen dat het richting geeft aan het leven, maar ook dat het geruststelling biedt en saamhorigheid brengt; dat we met elkaar omgaan als broeders en zusters en niet als vijanden. Er zijn een aantal methoden om dit te bewerkstelligen. De eerste methode is dat er wordt uitgegaan van een metafysisch wereldbeeld. Een dergelijk wereldbeeld rust niet op de fysica, maar staat daarbuiten. Als wiskundige heb ik daar geen moeite mee, want ook de wiskunde bouwt voort op axioma’s. Wanneer wordt gesteld dat er een hiernamaals is, dan is het probleem van de tijdelijkheid in elk geval opgelost.
Hedonisme
Een andere methode leveren mystiek en openbaring. Er zijn mensen die beweren dat ze boodschappen hebben gekregen van buiten of dat ze iets hebben meegemaakt dat hun leven richting geeft. Wetenschappers vinden meestal dat mystiek irrationeel is. De Nederlandse filosoof Frits Staal, die al jaren in Berkeley doceert en een boek over mystiek heeft geschreven, heeft een andere houding. Volgens hem zijn mystieke ervaringen noch rationeel, noch irrationeel. We hoeven er niet bang voor te zijn, want in het leven gebeurt zoveel dat noch rationeel, noch irrationeel is.
Een ander antwoord op de vraag hoe wij moeten leven geeft het hedonisme. Het leven is kort, luidt de boodschap, dus laten we er zoveel mogelijk van genieten. Daar ben ik niet tegen, maar als je dat op een verkeerde manier doet, dan is het leven vervelender dan je had gewenst. Bovendien gaan zaken die je leuk vindt gauw vervelen, zodat je telkens iets anders moet najagen.
Het humanisme geeft ook antwoorden op levensvragen en zorgt tevens voor zingeving. Het wil op menswaardige wijze de maatschappij inrichten, zodat we gebroederlijk naast elkaar leven. Als dat lukt, dan is er saamhorigheid gecreëerd. Toch lost het humanisme niet alle problemen op, zeker niet het probleem van de tijdelijkheid.
Ten slotte levert het boeddhisme ook een methode, namelijk bewustzijnstraining. Stelt u zich voor dat u zich in een onprettige situatie bevindt. Dan zijn er in essentie twee mogelijkheden om daar wat aan te doen. Ten eerste kunnen we de situatie proberen te veranderen. Helaas is dat niet altijd mogelijk, omdat we te maken hebben met ethische, wetenschappelijke, politieke en ecologische beperkingen.
Een andere strategie is dat we ons bewustzijn tegenover de situatie veranderen, zodat we ons niet langer onprettig voelen. Het klassieke boeddhisme houdt zich vrijwel uitsluitend bezig met bewustzijnsverandering. Daar is kritiek op gekomen, omdat het de wereld ongemoeid laat en bijvoorbeeld niets doet aan het armoedevraagstuk. Die kritiek is ter harte genomen, hetgeen resulteerde in het Grote Voertuig Boeddhisme,dat zich zowel richt op bewustzijnsverandering als wereldverbetering.
Reflecteren
Ik ben van mening dat voor ons in het rijke westen het klassieke boeddhisme erg de moeite waard is. Het zou mooi zijn als we wat minder last hebben van onze emoties. De methode tot bewustzijnsverandering voltrekt zich door middel van onderzoek naar ons bewustzijn. Dat is geen theoretisch onderzoek, maar het gaat uit van persoonlijke ervaring, zoals wij de verschijnselen aanvoelen. Wanneer we enige tijd met dat onderzoek bezig zijn, dan zullen we merken dat we veelal een speelbal van onze emoties zijn.
Een belangrijk gezichtspunt binnen het boeddhisme is dat we onze emoties kunnen reflecteren. Stel dat we naar een café gaan om een kop koffie te drinken. Als de ober niet snel naar ons toekomt, gaan we ons ergeren, ook al hebben we geen haast. Wie goed oplet zal voelen dat de ergernis komt opzetten vanuit de maag. Als we dat vroegtijdig registreren, kunnen we het gevoel van ergernis laten wegsmelten.
Door over jezelf te reflecteren kun je dus gevoelens van ergernis, vrees en begeerte sublimeren. Dat doen we door afstand te nemen van die negatieve gevoelens. Door je daar lang mee bezig te houden, krijg je een gezuiverd bewustzijn. Wie lang oefent kan tijdens de training zelfs mystieke ervaringen krijgen, maar deze zijn niet het hoofddoel van het boeddhisme. Het hoofddoel van boeddhisme is vrijheid; dat we niet meer gemanipuleerd worden door de omstandigheden om ons heen.
Als wiskundige kan ik goed leven met een geloof, maar voor zo’n levenshouding heb ik het liefst zo weinig mogelijk dogma’s. Daarom voel ik me tot het boeddhisme aangetrokken. Daarin kunnen de dogma’s bovendien door meditatie-ervaring geverifieerd worden. Ik denk dus dat het mogelijk is religie en wetenschap geheel bevredigend te verenigen.”
Bewerking: Mannus van der Laan
,,Tussen wetenschap en religie bestaat meestal een tegenstelling. In wetenschap gaat men beredenerend te werk en in religie gelooft men. Wetenschap en religie hebben ook verschillende doelstellingen. Ik heb het hierbij niet over een bepaalde religie, want als je de franje eraf haalt, richten de meeste religies zich op hetzelfde doel. Daarom is het jammer dat er zo veel wordt geruzied tussen aanhangers van verschillende geloven en zelfs oorlogen gevoerd worden. Dat is nooit de bedoeling geweest van de grondleggers van religies.
Het doel van wetenschap is het krijgen van inzicht in de verschijnselen om ons heen of binnenin ons. Inzicht is het terugbrengen van een groot aantal verschijnselen tot een kleiner aantal, zodat we voorspellingen kunnen doen over de verschijnselen en ten dele de wereld beheersen. Dat staat echter niet voorop. De drijfveer achter wetenschap is allereerst dat we inzicht willen hebben in de wereld.
Religie heeft een andere doelstelling dan wetenschap. Deze geeft een antwoord op de vraag wat onze houding is tegenover de verschijnselen. Er is namelijk het probleem dat het leven tijdelijk is. Toch doen we iedere dag alsof we niet beseffen dat we doodgaan. We staan er alleen bij stil als we een naaste in onze familie- of vriendenkring verliezen. Anderszins drukken we de gedachte aan de dood het liefst weg.
Onze tijdelijkheid is niet het enige probleem. We hebben ook te kampen met vrees en begeerte. Vrees: er komen dingen op ons af die we niet willen hebben. Begeerte: we willen graag dingen hebben waar we niet bij kunnen. Door vrees en begeerte ontstaat er agressie. Dat is een groot probleem. Daarom is er behoefte aan zingeving. We willen tevreden zijn en hebben gemoedsrust en liefde nodig.
Geruststelling
Wetenschap en religie zijn geen alternatief voor elkaar, maar vullen elkaar aan. In het denken over het universum is er echter een zekere overlap waarin ze elkaar bijten. In wetenschap en religie houdt men er vaak verschillende wereldbeelden op na. Mijn standpunt is dat wetenschap bij het denken over het universum het laatste woord heeft. Dat is bijvoorbeeld niet het standpunt van het Vaticaan.
Toen Galilei beweerde dat de aarde om de zon draait, kwam hij in aanvaring met de inquisitie. Het is pas zes jaar geleden dat het Vaticaan hem in ere heeft hersteld. Kort geleden vaardigde de paus een nieuwe encycliek uit. Hij schrijft daarin dat kerk en wetenschap los van elkaar staan. Als men in de wetenschap echter iets beweert dat tegen de leer van de kerk indruist, dan moet de kerk daarop kritisch reageren. De paus spreekt zich dus een beetje tegen.
Terwijl het Vaticaan van mening is dat de kerk het laatste woord heeft, vind ik dat de wetenschap het laatste woord heeft. Ik ben zo boud om dat te stellen, omdat er in de wetenschap een goede democratie heerst. Als veel wetenschappers een bepaalde theorie huldigen, maar er is één wetenschapper die het daarmee niet eens is, dan kan deze de theorie omverwerpen of verfijnen. In de katholieke kerk daarentegen worden besluiten van bovenaf opgelegd.
De functie van religie is niet alleen dat het richting geeft aan het leven, maar ook dat het geruststelling biedt en saamhorigheid brengt; dat we met elkaar omgaan als broeders en zusters en niet als vijanden. Er zijn een aantal methoden om dit te bewerkstelligen. De eerste methode is dat er wordt uitgegaan van een metafysisch wereldbeeld. Een dergelijk wereldbeeld rust niet op de fysica, maar staat daarbuiten. Als wiskundige heb ik daar geen moeite mee, want ook de wiskunde bouwt voort op axioma’s. Wanneer wordt gesteld dat er een hiernamaals is, dan is het probleem van de tijdelijkheid in elk geval opgelost.
Hedonisme
Een andere methode leveren mystiek en openbaring. Er zijn mensen die beweren dat ze boodschappen hebben gekregen van buiten of dat ze iets hebben meegemaakt dat hun leven richting geeft. Wetenschappers vinden meestal dat mystiek irrationeel is. De Nederlandse filosoof Frits Staal, die al jaren in Berkeley doceert en een boek over mystiek heeft geschreven, heeft een andere houding. Volgens hem zijn mystieke ervaringen noch rationeel, noch irrationeel. We hoeven er niet bang voor te zijn, want in het leven gebeurt zoveel dat noch rationeel, noch irrationeel is.
Een ander antwoord op de vraag hoe wij moeten leven geeft het hedonisme. Het leven is kort, luidt de boodschap, dus laten we er zoveel mogelijk van genieten. Daar ben ik niet tegen, maar als je dat op een verkeerde manier doet, dan is het leven vervelender dan je had gewenst. Bovendien gaan zaken die je leuk vindt gauw vervelen, zodat je telkens iets anders moet najagen.
Het humanisme geeft ook antwoorden op levensvragen en zorgt tevens voor zingeving. Het wil op menswaardige wijze de maatschappij inrichten, zodat we gebroederlijk naast elkaar leven. Als dat lukt, dan is er saamhorigheid gecreëerd. Toch lost het humanisme niet alle problemen op, zeker niet het probleem van de tijdelijkheid.
Ten slotte levert het boeddhisme ook een methode, namelijk bewustzijnstraining. Stelt u zich voor dat u zich in een onprettige situatie bevindt. Dan zijn er in essentie twee mogelijkheden om daar wat aan te doen. Ten eerste kunnen we de situatie proberen te veranderen. Helaas is dat niet altijd mogelijk, omdat we te maken hebben met ethische, wetenschappelijke, politieke en ecologische beperkingen.
Een andere strategie is dat we ons bewustzijn tegenover de situatie veranderen, zodat we ons niet langer onprettig voelen. Het klassieke boeddhisme houdt zich vrijwel uitsluitend bezig met bewustzijnsverandering. Daar is kritiek op gekomen, omdat het de wereld ongemoeid laat en bijvoorbeeld niets doet aan het armoedevraagstuk. Die kritiek is ter harte genomen, hetgeen resulteerde in het Grote Voertuig Boeddhisme,dat zich zowel richt op bewustzijnsverandering als wereldverbetering.
Reflecteren
Ik ben van mening dat voor ons in het rijke westen het klassieke boeddhisme erg de moeite waard is. Het zou mooi zijn als we wat minder last hebben van onze emoties. De methode tot bewustzijnsverandering voltrekt zich door middel van onderzoek naar ons bewustzijn. Dat is geen theoretisch onderzoek, maar het gaat uit van persoonlijke ervaring, zoals wij de verschijnselen aanvoelen. Wanneer we enige tijd met dat onderzoek bezig zijn, dan zullen we merken dat we veelal een speelbal van onze emoties zijn.
Een belangrijk gezichtspunt binnen het boeddhisme is dat we onze emoties kunnen reflecteren. Stel dat we naar een café gaan om een kop koffie te drinken. Als de ober niet snel naar ons toekomt, gaan we ons ergeren, ook al hebben we geen haast. Wie goed oplet zal voelen dat de ergernis komt opzetten vanuit de maag. Als we dat vroegtijdig registreren, kunnen we het gevoel van ergernis laten wegsmelten.
Door over jezelf te reflecteren kun je dus gevoelens van ergernis, vrees en begeerte sublimeren. Dat doen we door afstand te nemen van die negatieve gevoelens. Door je daar lang mee bezig te houden, krijg je een gezuiverd bewustzijn. Wie lang oefent kan tijdens de training zelfs mystieke ervaringen krijgen, maar deze zijn niet het hoofddoel van het boeddhisme. Het hoofddoel van boeddhisme is vrijheid; dat we niet meer gemanipuleerd worden door de omstandigheden om ons heen.
Als wiskundige kan ik goed leven met een geloof, maar voor zo’n levenshouding heb ik het liefst zo weinig mogelijk dogma’s. Daarom voel ik me tot het boeddhisme aangetrokken. Daarin kunnen de dogma’s bovendien door meditatie-ervaring geverifieerd worden. Ik denk dus dat het mogelijk is religie en wetenschap geheel bevredigend te verenigen.”
Bewerking: Mannus van der Laan

Comments are closed.