Christiaan Mooiweer (25) van studentenpartij Stip wordt op 25 maart twee jaar lang wethouder in Delft. Naast financiën heeft hij jongeren, cultuur en Delft Kennisstad in zijn portefeuille.
Hij volgt, volgens afspraak na twee jaar, D66-wethouder Meine Oosten op, die vertrekt naar de TU Delft.
Waarom juist jij?
“We wilden iemand die al politieke ervaring had, want dat maakt het makkelijker. Dat werd ik, omdat ik betrokken ben gebleven na mijn periode in de gemeenteraad, en omdat ik bereid was om het te doen. Daarnaast stuitte het model van twee Stip-wethouders in de vorige raadsperiode op problemen. Er moest twee keer iemand worden ingewerkt.”
Het lijkt me een geweldige kans om wethouder te kunnen worden van Delft.
“Zeker, maar je moet het willen. Het is erg hard werken, je wordt het gezicht van heel veel plannen.”
Waarom hebben jullie gekozen voor de constructie dat D66 het wethouderschap twee jaar doet en jullie twee jaar?
“Niemand van Stip wilde het vier jaar doen, omdat je dan natuurlijk nooit meer je studie afmaakt.”
Jouw voorganger staat bekend als een zeer kundig wethouder. Is het moeilijk om zo iemand op te volgen?
“Nee, je moet het toch zelf doen, je wordt beoordeeld op wat je zelf doet. Oosten is altijd geroemd, maar er is ook kritiek geweest op hoe hij met jongeren omgaat. Misschien heb ik wat dat betreft iets meer inlevingsvermogen.”
Hoe combineer je het met je studie?
“Na mijn raadsjaar ben ik overgestapt van scheikunde aan de TU Delft naar bestuurskunde in Leiden. Ik was te zeer gegrepen door het openbaar bestuur. Ik ben tot aan de verkiezingen in 2006 gestopt met mijn studie. Ik ben al heel ver, dus ik kan straks meteen beginnen met afstuderen.”
Hoe bereid je je voor op het wethouderschap?
“Al vanaf januari volg ik de agenda van mijn voorganger. Ik zit bij het wethoudersoverleg met de vakteams van de gemeente, woon de vergadering van burgemeester en wethouders bij, en voer overleg met diverse andere partijen.”
Klinkt als heel veel vergaderen? Vind je dat vervelend?
“Nee, daar heb ik geen problemen mee. Het hoort gewoon bij het werk. Het is een baan waarbij je niet zelf produceert, maar waarin je het werk van anderen beoordeelt.”
Waarmee houd je je zoal bezig de komende tijd?
“Een belangrijke ontwikkeling is die van Delft Gelatine. We willen daar een centrum voor amateurkunst van maken. Dat moet deze maand door de gemeenteraad en dat vraagt veel aandacht. Ook komt er een onderzoek naar jongerenhuisvesting, we gaan kijken hoe de kwantitatieve en de kwalitatieve vraag is. Ik ben benieuwd hoeveel afgestudeerden nog in studentenwoningen zitten. Landelijk is dat een groot probleem, ik wil kijken hoe dat in Delft is.”
Christiaan Mooiweer (25) van studentenpartij Stip wordt op 25 maart twee jaar lang wethouder in Delft. Naast financiën heeft hij jongeren, cultuur en Delft Kennisstad in zijn portefeuille. Hij volgt, volgens afspraak na twee jaar, D66-wethouder Meine Oosten op, die vertrekt naar de TU Delft.
Waarom juist jij?
“We wilden iemand die al politieke ervaring had, want dat maakt het makkelijker. Dat werd ik, omdat ik betrokken ben gebleven na mijn periode in de gemeenteraad, en omdat ik bereid was om het te doen. Daarnaast stuitte het model van twee Stip-wethouders in de vorige raadsperiode op problemen. Er moest twee keer iemand worden ingewerkt.”
Het lijkt me een geweldige kans om wethouder te kunnen worden van Delft.
“Zeker, maar je moet het willen. Het is erg hard werken, je wordt het gezicht van heel veel plannen.”
Waarom hebben jullie gekozen voor de constructie dat D66 het wethouderschap twee jaar doet en jullie twee jaar?
“Niemand van Stip wilde het vier jaar doen, omdat je dan natuurlijk nooit meer je studie afmaakt.”
Jouw voorganger staat bekend als een zeer kundig wethouder. Is het moeilijk om zo iemand op te volgen?
“Nee, je moet het toch zelf doen, je wordt beoordeeld op wat je zelf doet. Oosten is altijd geroemd, maar er is ook kritiek geweest op hoe hij met jongeren omgaat. Misschien heb ik wat dat betreft iets meer inlevingsvermogen.”
Hoe combineer je het met je studie?
“Na mijn raadsjaar ben ik overgestapt van scheikunde aan de TU Delft naar bestuurskunde in Leiden. Ik was te zeer gegrepen door het openbaar bestuur. Ik ben tot aan de verkiezingen in 2006 gestopt met mijn studie. Ik ben al heel ver, dus ik kan straks meteen beginnen met afstuderen.”
Hoe bereid je je voor op het wethouderschap?
“Al vanaf januari volg ik de agenda van mijn voorganger. Ik zit bij het wethoudersoverleg met de vakteams van de gemeente, woon de vergadering van burgemeester en wethouders bij, en voer overleg met diverse andere partijen.”
Klinkt als heel veel vergaderen? Vind je dat vervelend?
“Nee, daar heb ik geen problemen mee. Het hoort gewoon bij het werk. Het is een baan waarbij je niet zelf produceert, maar waarin je het werk van anderen beoordeelt.”
Waarmee houd je je zoal bezig de komende tijd?
“Een belangrijke ontwikkeling is die van Delft Gelatine. We willen daar een centrum voor amateurkunst van maken. Dat moet deze maand door de gemeenteraad en dat vraagt veel aandacht. Ook komt er een onderzoek naar jongerenhuisvesting, we gaan kijken hoe de kwantitatieve en de kwalitatieve vraag is. Ik ben benieuwd hoeveel afgestudeerden nog in studentenwoningen zitten. Landelijk is dat een groot probleem, ik wil kijken hoe dat in Delft is.”
Comments are closed.